De orde van de Passionisten staat op het punt het grote klooster te verlaten dat een eeuw geleden werd gebouwd langs de weg tussen Haastrecht en Oudewater. Deze kloosterorde, die gesticht werd in 1721 door Paolo Danei, alias Paulus van het Kruis (1694-1775) op Monte Argentario in Noord-Italië, laat zich met name inspireren door het lijdensverhaal van Christus. In de jaren twintig van de vorige eeuw stichtten de passionisten ook kloosters in Nederland: in Echt/Mariahoop, Grave, Molenhoek, Mook, Nijmegen, Amsterdam en Haastrecht. In laatstgenoemde plaats werd in 1922 niet alleen een groot klooster gebouwd, maar ook een parochiekerk voor de omgeving, gewijd aan Sint-Gabriël, en een seminarie, dat bestond tot 1958.
De Haastrechtse passionisten hebben in de eeuw van hun bestaan tot in de wijde omgeving zielzorg verleend. Maar met het teruglopen van het aantal roepingen vergrijsde de communiteit. Deze maand verlaten de laatst overgebleven paters, die inmiddels allen op leeftijd zijn, het klooster. Het gebouw is verkocht aan een zorginstelling en de paters gaan bij elkaar wonen in een zorgcentrum in Oudewater. Op zondag 20 november werd na het opdragen van de laatste Heilige Mis door ordeprovinciaal Mark-Robin Hoogland, de kerk per decreet onttrokken aan de eredienst.

Links de bibliotheek van de passionisten in Haastrecht, met links vooraan het kluisje, waarin de zes folianten lagen opgeborgen.
Met de sluiting van klooster en kerk komt precies na een eeuw een eind aan een opmerkelijke episode uit de katholieke kerkgeschiedenis. Hoezeer de paters hebben meegeleefd en meebewogen met hun tijd komt misschien wel het sterkst naar voren in hun boekenbezit. Schrijver dezes kreeg de eervolle – maar bij tijden ook pijnlijke – taak, het enorme boekenbezit te helpen opruimen. Naar schatting enkele tienduizenden boeken gingen door mijn handen. Er was geen onderwerp te bedenken dat niet terug te vinden was in de twee bibliotheken in het kloostercomplex, uiteenlopend van huwelijk en seksualiteit, criminaliteit, communisme, socialisme en islam, tot kerkgeschiedenis, theologie en moraalleer. Maar ook moderne romans en boeken over schandalen in de rooms-katholieke kerk waren in overvloed aanwezig.
Bij deze ontruiming van de kloosterbibliotheek werd op het allerlaatst nog een spectaculaire ontdekking gedaan. Toen een decennialang geleden zoekgeraakte sleutel werd gevonden van een kluisje in de bibliotheek, kwamen na opening van de deur zes dikke folianten tevoorschijn met wel een zeer bijzondere provenance. Het gaat om een zesdelig bijbelcommentaar van de dominicaan Hugo Cardinalis (Hugo de Sancto Caro), die leefde van 1200 tot 1263. De boeken zijn aan het eind van de vijftiende eeuw gedrukt en gekocht door de broeders van het Sint-Paulusklooster of Collatiehuis in Gouda. In alle delen is namelijk de tekst “Pertinet ad librariam domus Collationis Sancti Pauli apli in Gouda” (behoort tot de bibliotheek van het Collatiehuis van St.Paulus in Gouda) met de hand aangebracht als eigendomskenmerk.

Links het bibliotheekstempeltje van de Goudse Librije, vanaf 1641 aangebracht. Erboven de eigendomsinschrijving van de Goudse collatiebroeders
De broeders hebben de illustraties in het eerste deel met de hand ingekleurd, alle boeken gerubriceerd (letters met rode en blauw inkt gearceerd) en op verschillende plaatsten voorzien van kleurig penwerk. Dit penwerk is herkenbaar en typerend voor de Goudse Collatiebroeders qua uitvoering en aard van de versieringen. (Met dank aan Jan Willem Klein voor de identificatie)

Het klooster van de Collatiebroeders werd in 1573 – net als de overige negen kloosters in Gouda – op last van de overheid gesloten, toen het nieuwe protestants-gereformeerde gezag besloot de openbare uitoefening van de rooms-katholieke religie te verbieden en de Reformatie door te voeren. De kloosterlingen mochten wel in de stad blijven wonen en ontvingen zelfs alimentatie, maar er mochten geen nieuwe paters of nonnen meer intreden. De onroerende goederen van de kloosters werden met onmiddellijke ingang geconfisqueerd; de andere bezittingen na het overlijden van de laatste pater of non. Dan werd ook het boekenbezit van het klooster gevorderd en toegevoegd aan de in 1594 gevormde Goudse Librije (stadsbibliotheek), die was ondergebracht in de grote en enige parochiekerk van de stad, de geprotestantiseerde Sint-Jan. Met de boeken van het Paulusklooster – ook met de zes delen van het werk van Hugo Cardinalis – gebeurde dit rond 1630.
Alle boeken in de Goudse Librije kregen rond 1641 een klein rood stempeltje met het kenmerkende stadswapen van Gouda met de zes sterren. Alle zes nu teruggevonden delen bevatten zo’n stempeltje op het titelblad of elders. Aan de boekbanden werd verder een ketting aangebracht, waarmee de boeken werden vastgeketend aan een lezenaar in de bibliotheek. In de catalogi van het hele boekenbestand van de Librije, die periodiek opgesteld werden, worden de zes boeken in 1637, 1645 en 1657 genoemd. In catalogi van latere datum staan ze volgens boekhistoricus Jan Willem Klein niet meer vermeld. Bekend is dat het College van Librijemeesters – het bestuur van deze stadsboekerij – in de tweede helft van de zeventiende eeuw het boekenbestand geschoond heeft. Boeken die niet meer van nut geacht werden of – in de ogen van gereformeerden – onrechtzinnige inhoud bevatten, werden verkocht via openbare veilingen.
Waarschijnlijk zijn de boeken van Hugo Cardinalis in die periode ook verkocht. Wanneer dit precies is gebeurd, is niet zeker. Veilingcatalogi zijn niet overgeleverd. Aangezien de nu gevonden boekbanden geen sporen meer dragen van het kettinggebruik, is het aannemelijk dat ze verkocht zijn na 1661, omdat toen alle Librijeboeken ontdaan zijn van hun kettingen. Wie de nu teruggevonden boeken destijds heeft gekocht is dus ook niet duidelijk, maar wellicht is het toch een koper uit de streek geweest aangezien ze nu zo dichtbij Gouda weer opduiken.

De passionisten zelf kunnen destijds niet de kopers geweest zijn, want het Haastrechtse klooster werd pas honderd jaar geleden gesticht en gebouwd. Wellicht zijn het de paters jezuïeten (of stromannen van hen) geweest die4 de boeken op de veiling hebben gekocht, aangezien zij vanaf begin 17de eeuw een statie (parochie) in het dorp gesticht hebben. Van hen is bekend dat zij een groot boekenbezit hadden – naar eigen opgave 500 titels – dat na hun verbanning uit de Nederlanden aan het begin van de 18de eeuw in de Haastrechtse pastorie is achtergebleven. Die (meestal Latijnstalige) boeken zijn in de loop van de 20ste eeuw aan de passionisten gegeven, mogelijk ten behoeve van het seminarie dat zij hier tot in de jaren vijftig gehuisvest hebben. Dat zou een mogelijke verklaring zijn voor het feit dat de zes boeken nu zijn opgedoken in een kluisje in het klooster, waarvan de sleutel jarenlang zoek was. Alle delen dragen nu ook een stempeltje met het woord “Locus” en een bibliotheeksignatuur (A7), wat er eveneens op wijst dat ze op enig moment zijn opgenomen in de bibliotheek van de Passionisten.

Het klooster gaat nu sluiten. De laatste paters verhuizen naar een verzorgingstehuis in de buurt. Getracht is om voor de vele tienduizenden boeken een nieuwe bestemming te vinden, wat voor een belangrijk deel ook is gelukt. Het zou mooi zijn als dit ook gebeurt met de zes bijzondere boeken van Hugo Cardinalis. Het verhaal achter deze boeken is een verhaal van de stad Gouda en directe omgeving en van de lotgevallen van de katholieke geestelijkheid. Dat verhaal verdient het om voor het nageslacht bewaard te blijven. De boekbanden zijn echter in slechte staat, met name de ruggen, en dienen gerestaureerd te worden. Het binnenwerk is gelukkig puntgaaf. De boekblokken zijn als nieuw en de kleuren hebben amper geleden. Met het oog van behoud van kerkelijk en cultureel erfgoed is het daarom van groot belang dat deze boeken in de streek blijven waar ze kennelijk al meer dan vier eeuwen bewaard worden.

Het mooiste zou zijn als de onlangs teruggevonden boeken zouden terugkeren in de collectie waaruit ze ooit – om welke reden dan ook – verwijderd zijn; de Goudse Librije. Deze bijzondere collectie van oude boeken wordt thans bewaard door het Streekarchief Midden-Holland in Gouda, dat ook Haastrecht tot zijn gebied mag rekenen. Het zou een geweldige aanvulling zijn op de verzameling, te meer omdat juist dit type boeken door ondoordachte zuiveringsacties in een ver verleden schaars vertegenwoordigd is. Bijkomend voordeel van een overdracht van de boeken aan deze professionele archiefdienst is ook dat ze voor verder verval behoed worden door bewaring in een geklimatiseerde omgeving. Daarnaast bestaat er een Stichting Vrienden van Archief en Librije die bereid en in staat is financiële middelen te vinden die nodig zijn voor een professionele restauratie van de oude boekbanden.