Museum Gouda, voorheen Museum Catharinagasthuis, heeft van haar grote zus uit Utrecht, Museum Catharijneconvent, een nieuwe directeur afgesnoept. Het hoofd kerkelijk erfgoed kerken en kloosters van dit museum, Marc de Beyer, zal het museum de komende vijf of zes jaar gaan leiden. Gelet op de prachtige collectie religieuze kunst die het Goudse museum in zijn bezit heeft een op het eerste gezicht voor de hand liggende keuze. Toch is het stadsmuseum onder leiding van de scheidende directeur Gerard de Kleijn de afgelopen jaren een koers ingeslagen, die een keuze voor een kunsthistoricus en conservator kerkelijke kunst als nieuw boegbeeld minder logisch maakt.
Na jaren tobben heeft Museum Gouda een duidelijke visie weten te ontwikkelen over de ontwikkelingsrichting van de collectie, de tentoonstellingsagenda en de plek die het inneemt in de Goudse samenleving. Geen pogingen meer om aanzien te verwerven in een kleine kring van moderne kunstliefhebbers of hoogelitaire ambities met onbegrepen exposities van conceptuele kunst, maar een koers die nauw aansluit bij de stad en het vele bijzondere dat haar historie en erfgoed te bieden heeft. Museum Gouda leek daarmee de weg ingeslagen te hebben naar een meer stadshistorisch museum, dan naar een kunsttempel. De Raad van Toezicht van het verzelfstandigde museum, die de nieuwe directeur heeft uitgezocht, heeft in de vacaturetekst benadrukt de huidige koers te willen continueren.
Om de worteling van het museum in de stedelijke omgeving verder te bevorderen stelde zij tevens de eis dat de gezochte directeur zou wonen in Gouda of bereid was naar hier te verhuizen. Hoe sterk aan deze eis is vastgehouden zal moeten blijken. Zeker is in elk geval dat de nieuw benoemde directeur een onbekende is in Gouda en ook een grote onbekende in de historische wereld; zelfs in de kerkhistorische wereld. Dat kan een nadeel zijn. Museum Gouda heeft in zijn meerjarenplan grote exposities op het oog in de aanloop naar het jaar 2022, het jaar waarop de stad 750 jaar stadsrechten zal hebben en ook het jaar waarin het 500 jaar geleden is dat de grote Gouwenaar Dirck Volkertszoon Coornhert werd geboren. Het gaat hier om twee historische thema’s, waaraan Marc de Beyer als kunsthistoricus een hele kluif zal hebben. Het is in elk geval te hopen dat hij hierbij de door zijn voorganger ingeslagen weg zal vervolgen en de historische verenigingen en organisaties nauw bij de planning en uitvoering zal blijven betrekken. Anders loopt het met Museum Gouda net zo af als met het Nationaal Historisch Museum dat de Tweede Kamer ooit wilde en waarvoor Arnhem een brug te ver was. Kunsthistorici en historici leven helaas nog vaak in twee geheel verschillende (museale) werelden.