Op maandagochtend 4 januari 2016 werd door het bestuur van Stichting Boughaz een potje van Marokkaanse keramiek met een plantje geplaatst op het graf van dr. Nico Habermehl op de IJsselhof. Deze stadshistoricus van Gouda gaf de aanzet voor de herdenking van een halve eeuw migratie van Marokkanen naar Gouda, een ontwikkeling die van ingrijpende en blijvende betekenis is geweest voor de stad. Hij stelde vast dat er weinig van deze geschiedenis werd bewaard en vastgelegd, wat voor hem reden was om deze informatie te verzamelen, interviews te houden met migranten van de eerste generatie, artikelen erover te publiceren en uitzendingen eraan te wijden op TV Gouwestad. Kroon op zijn werk zou een expositie zijn geweest in Museum Gouda om stil te staan bij die 50 jaar. Hij wist zich al verzekerd van de medewerking van het museum, maar door een tragische ziekte en zijn overlijden in oktober 2014 leken deze plannen onvoltooid te blijven. Een aantal vrienden besloot echter op zijn begrafenis het stokje over te nemen en alles op alles te zetten om deze droom van Nico Habermehl toch werkelijkheid te laten worden.
Nu, een jaar en drie maanden later, kan de kerngroep van acht Boughaz-leden die het project hebben getrokken – Chahid el Haddouti (vz), Paul Abels (secr), Paul Wennekes (penningmr), Khalid Boutachekourt, Willem Hesseling, Trude Linde, Nico Boerboom en Jean Lamaison – met tevredenheid en dankbaarheid vaststellen dat het hen gelukt is een waardige en breed gewaardeerde reeks activiteiten te organiseren, met als middelpunt de tentoonstelling in Museum Gouda. De keuze om de vrouw als stille kracht achter de migrant op een voetstuk te zetten, leverde verrassende invalshoeken en inzichten op, waarmee ook een doelgroep bereikt werd die doorgaans bijzonder moeilijk is te interesseren voor activiteiten in de stad. Een grote reeks nevenactiviteiten, mede mogelijk gemaakt door een aantal sponsoren, gaf cachet en verdieping aan het hele project. Alle reden dus om de bedenker van dit project aan het eind van het traject eer te betonen en te bedanken met een passend voorwerp op zijn graf.
De tentoonstelling Lalla Golda
Directeur Gerard de Kleijn van Museum Gouda stelde drie zalen van het museum beschikbaar voor de tentoonstelling, maar gaf zijn fiat voorwaardelijk. Voor hem was het een absoluut vereiste dat het initiatief voldoende werd ondersteund vanuit de Marokkaanse gemeenschap, opgezet werd op basis van een helder en overtuigend concept en de expositie daadwerkelijk ertoe zou leiden dat een grote groep Marokkaanse Gouwenaars, die zelden of nooit het museum bezoeken, tot een bezoek aan de tentoonstelling verleid zouden worden. Tegelijk was duidelijk dat de voorbereidingstijd kort was en alle zeilen bijgezet moesten worden om een en ander te realiseren. Bovendien was er zeer beperkt budget. Het museum kon geen financiële middelen beschikbaar stellen, maar zegde wel professionele ondersteuning toe bij de inrichting van de zalen en bij de publiciteit.
Genoemde projectgroep heeft vervolgens een projectplan geschreven, primair voor de geplande expositie, maar ook voor een serie nevenactiviteiten. Van meet af aan is daarbij gekozen voor de speciale invalshoek van de vrouw als heldin van de migratie. Dat gaf ook de inspiratie voor de titel van het project: Lalla Golda, Marokkaans voor madam of mevrouw Gouda. Deze keuze gaf onmiddellijk richting aan de inrichting van de zalen en aan ‘het verhaal’ dat de initiatiefnemers wilden vertellen. Het projectplan werd voorzien van een eerste voorzichtige begroting, die de basis vormde voor een reeks subsidieaanvragen bij relevante instellingen en stichtingen. Probleem voor stichting Boughaz was daarbij, dat het eigen vermogen slechts 2000 euro bedroeg, amper voldoende om de eerste activiteiten te financieren. Een gesprek met burgemeester Milo Schoenmaker en verantwoordelijke wethouder van cultuur, Daphne Bergman, leverde een kleine toezegging van 5000€ op, voldoende om verantwoord van start te gaan. Besloten werd dat de tentoonstelling centraal zou staan en dat de beschikbare middelen hier primair aan besteed zouden worden. Een besluit over het wel of niet doorgaan van de vele nevenactiviteiten die bedacht werden, werd geheel afhankelijk gesteld van het al dan niet verkrijgen van toezeggingen van sponsoren.
Voor de inrichting van de drie museumzalen werden drie gastconservatoren aangewezen, die het op zich namen het (deel)verhaal verder uit te werken, bruiklenen te verwerven en zaken aan te schaffen. Dat leidde tot de uitwerking van drie deelthema’s:
- Een historiezaal (gastconservator Paul Abels). De zaal, met in het midden een grote schouw, werd verdeeld in twee werelden. Links de wereld van de gastarbeider, die met alleen een eenvoudig koffertje naar Gouda trok om er te gaan werken en te gaan wonen in een van de vele pensions die voor de nieuwe arbeidskrachten werden ingericht. Die wereld werd zichtbaar gemaakt met een stapelbed, een tafeltje met twee stoelen, het iconische ‘koffertje van mijnheer Laâguili’ (waarmee deze eerstegeneratie-Marokkaanse Gouwenaar destijds naar hier kwam), een spandoek uit een demonstratie tegen de slechte huisvesting, een bord met brandweerinstructie en overzicht van alle pensions en twee borden met foto’s van de interieurs van de pensions en van de gastarbeiders aan het werk in typische Goudse bedrijfstakken als de stroopwafelbakkerijen, aardewerkfabrieken, kaarsenfabriek en vleesverwerking (Compaxo). Rechts de
wereld van de vrouw die achterbleef in Marokko. Met een Marokkaanse huiskamer met het kenmerkende bankstel (sederi, tapijt, theeglazen, schilderijtjes en ouderwetse zwartwit-tv. Daarop werden doorlopend de documentaires vertoond die Nico Habermehl maakte voor Gouwestad TV, fragmenten van interviews met migranten die Stichting Boughaz in 2003 vertoonde in zeecontainers in de stad en een bijzondere uitzending van AVRO’s Televizier, waarin Jaap van Meekeren een Nederlandse ambtenaar laat zien die personeel
werft in Noord-Marokko (de Rif). Aan de achtermuur waren verder foto’s van de Amerikaanse antropoloog David Hart te zien uit de jaren vijftig, die een beeld geven van de (inmiddels grotendeels verdwenen) berber- of Amazigh-cultuur in het gebied waaruit negentig procent van de Goudse Marokkanen afkomstig is. Tot slot werd onder de schouw een ‘standbeeld’ opgericht voor Lalla Golda, in de vorm van een etalagepop in Marokkaanse kledij, ontworpen door Bouchra Dakir, mode-ontwerpster. Boven de schouw hing een groot schilderij van Rachida Chabani, met een verbeelding van de twee werelden waarin de Gouds-Marokkaanse vrouwen werkten en leefden.
- Een kunstzaal (gastconservator Willem Hesseling, met assistentie van Trude Linde). Naast de hierboven genoemde mode-ontwerpster Bouchra Dakir en
Op de voorste rij bij de opening: vlnr Bouchra Dakir, Dounia Bouchama, Lamya Choulli en Rachida Chabani
schilderes Rachida Chabani, kregen in deze zaal nog twee andere kunstenaressen van Gouds-Marokkaanse afkomst de gelegenheid hun werk aan een groot publiek te tonen. Dat waren Lamya Choulli, een jonge fotografe en Dounia Bouchama met henna-schilderkunst. Ook op deze manier heeft het thema Lalla Golda een creatieve invulling gekregen. Het werk werd niet alleen tentoongesteld, maar kon ook worden gekocht door bezoekers. Voor alle vier de kunstenaars was de expositie een enorme stimulans om verder te gaan met hun kunstzinnige werk en om erkenning te krijgen, in eigen kring en daarbuiten. Rachinda Chibani en Lamya Choulli smaakten zelfs het genoegen dat een werk van hen werd aangekocht door Museum Gouda, respectievelijk de Museumvrienden, waarmee hun werk vanaf nu deel uitmaakt van de vaste museumcollectie.
- Een keramiekzaal (gastconservator Chahid el Haddouti). Het eerste bezoek van Chahid aan de zaal met Goudse keramiek was voor hem een feest van herkenning. Hij zag vele overeenkomsten tussen het Goudse keramiek en het aardewerk dat hij vanuit Marokko kende, zowel qua vorm als gebruikersnut. Hij nam zich vast voor beide keramieksoorten in deze zaal met elkaar te
confronteren. Het uit Marokko halen van het aardewerk had echter vele voeten in aarde. Het bleek in de praktijk een logistiek en verzekeringstechnisch zeer ingewikkelde operatie, die onhaalbaar leek. Vanuit de overtuiging dat Marokkaans-Goudse vrouwen juist deze voorwerpen zeer interessant en herkenbaar zouden vinden, gaf Chahid niet op en besloot zelf op onderzoek uit te gaan in Marokko. Hij ging op bezoek bij een fabriek die qua achtergrond ook in een ander opzicht goed aansloot bij het vrouwenthema, namelijk een volledig door vrouwen gerunde keramiekfabriek in Idadouchen. Weduwen uit de regio Al Hoceima kregen daar na de aardbeving van 2004 de kans het oude ambacht van pottenbakken te leren, teneinde in hun eigen levensonderhoud te voorzien. Besloten werd voor de tentoonstelling een collectie van het door deze vrouwen gemaakte traditioneel-Marokkaanse aardewerk aan te schaffen, naast wat meer fabrieksmatig geproduceerd aardewerk uit deze streek en naar Gouda te halen. Opnieuw leek transport een (te) kostbare onderneming te worden, maar medebestuurslid Khalid Boutachekourt toonde zich bereid het aangekochte aardewerk met zijn eigen auto uit Marokko te halen, omdat hij er toch voor zaken moest zijn. Op deze wijze lukte het om in de grote keramiekzaal van het Museum negen vitrines in te richten met Marokkaans aardewerk, met ertussen exemplaren Gouds aardewerk die soms maar moeilijk van elkaar te onderscheiden waren. Van meet af aan was het de bedoeling dat dit aardewerk na afloop van de expositie op een speciale veiling verkocht zou worden. Aan de wand in deze zaal was verder een beschrijving van de door de vrouwen gebruikte technieken te lezen, hing een foto van Marokkaanse gastarbeiders die aan het werk waren in een Goudse aardewerkfabriek en een speciaal schilderij van Rachida Chabani.
Overige zalen:
- In de tegenover de historiezaal gelegen zaal met voorwerpen uit de protestantse, katholieke en joodse eredienst, werd speciaal in het kader van Lalla Golda een extra vitrine bijgeplaatst, met daarin islamitische voorwerpen: een handgeschreven Marokkaans-Arabische Koran, een vroege Nederlandse vertaling van de Koran (1735), gebedskralen en een gebedskleedje.
- In het open magazijn was verder nog een groot schilderij van het interieur van een Marokkaans pension aan de Lage Gouwe te zien, dat in 1977 vervaardigd werd voor een tentoonstelling in het museum.
Publiciteit
Het welslagen van de tentoonstelling en andere activiteiten staat of valt doorgaans met een goede publiciteit. Om die reden werd als in een vroeg stadium door kunstenaar Willem Hesseling een herkenbaar logo ontworpen voor de tentoonstelling. Fotograaf Nico J. Boerboom bouwde een speciale website, om
belangstellenden voordurend op de hoogte te houden van alle activiteiten. Met hetzelfde doel opende hij ook een facebookpagina en een twitteraccount. Om zoveel mogelijk huishoudens in Gouda te bereiken, ook Marokkaanse, werd besloten om na ontvangst van de eerste subsidiegelden een katern van vier pagina’s te kopen in De Krant van Gouda, waarin alle informatie over de activiteiten breed werd uitgemeten.
Voor de promotie en ter ondersteuning van het project werd voorts een Comité van aanbeveling geformeerd, bestaande uit Naïma Zefzafi (organisatieadviseur), Fatima Kalai (onderneemster en raadslid D’66 in Waddinxveen), Mohammed Mohandis (Tweedekamerlid PvdA), Jan Löwik (oud-directeur Croda) en Laila Abid (journaliste), die elk op hun manier aandacht wisten te genereerden voor de tentoonstelling cum annex.
De tentoonstelling werd op 26 september 2015 geopend door Naïma Zefzafi, een maatschappelijk zeer geslaagde Goudse van Marokkaanse afkomst. De opening werd door een kleine honderd genodigden bijgewoond, onder wie opvallend veel Marokkaanse vrouwen en ook diverse ‘gastarbeiders’ van de eerste generatie. Grote verrassing was, dat de heer Laâguili zijn langverwachte koffertje op die dag meenam om tentoon te stellen. De media waren in ruime mate aanwezig en schonken veel aandacht aan de expositie.
In de eerste week na de opening waren op alle invalswegen van Gouda grote reclameborden te zien, zogeheten billboards, met levensgroot het logo van Lalla Golda en informatie over de activiteiten. Verder zorgde Museum Gouda voor posters en een flyer, beide ontworpen door Willem Hesseling.
Om vooral Marokkaanse vrouwen te stimuleren tot een bezoek aan het museum toonde directeur De Kleijn zich bereid een speciale gastvrouw voor 8 uur in de week aan te stellen, die groepen en individuele bezoekers met deze achtergrond ontving in het museum en uitleg gaf. Om de toch nog hoge drempel ook financieel te verlagen werden doelgericht speciale kortingskaarten beschikbaar gesteld, waarmee geen 8 maar 2 euro entree betaald hoefde te worden. De ontbrekende 6 euro werd met sponsorgelden gedekt.
Nevenactiviteiten
- Stadswandeling van Station naar Arbeidsbureau (3 oktober 2015) Onder leiding
van Paul Abels en Chahid el Haddouti werd op deze zaterdagmiddag eenmalig een nog door Nico Habermehl uitgezette stadswandeling gehouden langs pensions, bedrijven, moskeeën en andere plekken die herinneren aan de vroege migratiegeschiedenis van de Marokkanen in de stad. Aan de wandeling namen ook enkele mannen deel die behoorden tot de eerste generatie die naar hier kwam. Aan het eind van de wandeling kregen de deelnemers een rondleiding door de tentoonstelling.
- Film Atlantic (27 oktober – 1 november) in Cinema Gouda In deze art film
probeert een Marokkaanse surfer op zijn plank de oversteek (Boughaz) te maken naar Europa. Op de eerste avond werden de bezoekers ontvangen met Marokkaanse thee, die op traditionele wijze werd bereid en ingeschonken door de heer Karakas, ook behorend tot die eerste generatie. Na afloop was er een discussie over de film, geleid door Khalid Boutachekourt en Paul Abels. De kleine honderd bezoekers mengden zich volop in de discussie.
- Marokkaanse muziek ( 1 november) in de Gasthuiskapel. Deze zondagmiddag
speelden Dounia Bouchama, Ayoub Kharkhach en Aladin Kharkhach tegen de achtergrond van middeleeuwse altaarstukken in de Gasthuiskapel van Museum Gouda voor een vijftigtal bezoekers een mix van moderne en klassieke Marokkaanse muziek.
- Film Rabat (6 en 7 november) in het Filmhuis Gouda. Het betrof twee goed bezochte avonden, waarbij een keer zelfs de regisseur van deze populaire jeugdfilm aanwezig was.
- Film ‘Marokko Swingt’ (9 november) in het Filmhuis Gouda. Deze film werd getoond op een maandagochtend en was alleen toegankelijk voor vrouwen. In de volledig gevulde zaal en de nazit kwam het tot zeer bijzondere ontmoetingen en geanimeerde gesprekken tussen Marokkaanse vrouwen onderling en met Nederlandse vrouwen.
- Lezing en eten met Abdelkader Benali (13 november) in de Chocoladefabriek. De
bekende Marokkaanse schrijver Abdelkader Benali, samen met zijn vrouw schrijvers van het populaire Marokkaanse kookboek Casa Benali, gaf voor een volle zaal (110 deelnemers) tekst en uitleg over de Marokkaanse keuken. Hij deed dat tussen de diverse gangen door, die werden bereid en geserveerd door cateraar Kruim.
- Marokkaanse Modeshow (22 november) in Museum Gouda. Tegen de
achtergrond van streng kijkende regenten uit de 17de-eeuw en omzoomd door tientallen – vooral Marokkaanse – vrouwen – voltrok zich op deze zondagmiddag tot twee keer toe een kleurrijk modespektakel, waarbij mannequins de vele creaties van mode-ontwerpster Bouchra Dakir toonden, opgezweept door muziek van een vrouwelijke Marokkaanse DJ.
- Lezing over Marokkanen in Gouda (30 november) in Zaal Concordia. Voor circa
80 leden van de Historische Vereniging die Goude gaf Paul Abels eerst een beschouwing over het verloop van de migratie van Marokkanen naar Gouda. Daarna nam Chahid el Haddouti het woord om zijn persoonlijke migratieverhaal aan de hand van foto’s en documenten te vertellen, inclusief de verwondering en de heimwee waarmee zijn komst naar Nederland als migrantenzoon gepaard ging.
- Debat en muziekavond (6 december) in Cultuurhuis Garenspinnerij In
Panel met Fatima Kalai, frontvrouw van het Comite van Aanbeveling en rechts de schrijver Mohammed Benzakour
samenwerking met de landelijke Stichting Marokkaanse Nederlanders (SMN) organiseerde Stichting Boughaz een groot debat over de rol van de vrouw in de migratie en integratie van Marokkanen in Nederland. Ongeveer 200 bezoekers uit heel Nederland namen hieraan deel. Na een buffet konden de aanwezigen tegen een kleine betaling een avond lang luisteren naar twee Marokkaanse bands die Riffijnse (Amazigh) muziek ten gehore brachten.
- Uitreiking scholierenprijs (12 december) in Museum Gouda. Boughaz-lid Jean Lamaison, oud-schoolhoofd van een Goudse basisschool met hoofdzakelijk Marokkaanse leerlingen, heeft ten behoeve van het project een educatief programma ontwikkeld, waarbij schoolklassen een rondleiding door de tentoonstelling kregen en in de keukenkelder creatief in de weer mochten met het beschilderen van een tegel. Een oproep voor inzendingen voor een scholierenprijs, voor leerlingen die het gesprek zochten met hun ouders of grootouders over migratie, leverde geen inzendingen op. Vandaar dat de scholierenprijs uiteindelijk is gegaan naar basisschool De Goudakker, die het meest creatief met de thematiek aan de slag was gegaan. Uiteindelijk bezochten ongeveer 250 schoolkinderen de tentoonstelling.
- Workshop henna-tattoos (20 december) in Museum Gouda. Kunstenares Dounia Bouchama gaf in de activiteitenkelder van het museum aan 15 deelnemers les in het zetten van traditionele tattoos van henna.
- Slotveiling (3 januari 2016) in Museum Gouda. Onder leiding van veilingmeester Paul Abels werden in het Ruim van museum Gouda ruim zeventig kavels geveild. Het betrof hoofdzakelijk het keramiek dat op de tentoonstelling te zien was, alsmede enkele voorwerpen die voor de expositie waren aangeschaft. De veiling, die werd bezocht door ongeveer 80 mensen, bracht in totaal 2500 euro op. Ook het museum en de gemeente Gouda wisten enkele stukken keramiek te verwerven.
Met de ontruiming van de zalen op maandag 4 januari 2016 kwam een eind aan een enerverend project, dat drie maanden duurde en bijzonder veel belangstelling trok. De tentoonstelling is gezien door ongeveer zevenduizend mensen uit Gouda en verre omstreken, onder wie vele honderden die het museum nog nooit van binnen gezien hadden. De betrokken kunstenaars hebben alle vier enorm veel energie en inspiratie gekregen om met hun werk door te gaan. In het stedelijke nieuws, dat lange tijd gedomineerd werd door negatieve berichtgeving over zaken als criminaliteit van Marokkaanse jongeren en de zogeheten ‘megamoskee’, werd nu bij herhaling positief bericht over de tentoonstelling en de activiteiten. Voor veel autochtone Gouwenaars was het een openbaring, zo bleek bij rondleidingen, om te vernemen waarom Gouda zoveel burgers van Marokkaanse komaf telt en wat zij hebben betekend en nog betekenen voor de stad.
De tentoonstelling in alle rust alleen bekeken.
Met Nico veel gesproken over zijn wens dat die tentoonstelling er moest komen. Ik denk dan ook dat hij heel blij zou zijn geweest dat veel Gouwenaars van Marokkaanse afkomst de tentoonstelling hebben bezocht
Paul je hebt er veel tijd en energie in gestoken en als het heeft opgeleverd dat er meer waardering is gekomen voor die Gouwenaars was het niet voor niets.
Zeer veel dank Jane voor je bericht. Ik heb het gevoel dat ik nu pas mijn samenwerking met Nico op een mooie wijze heb kunnen afsluiten