Boeken op schilderijen: (gepretendeerde) wijsheid in olieverf

Door de Groningse schilder Herman Tulp, representant van het Noord-Nederlandse realisme, dat vooral bekend is geworden door het werk van Henk Helmantel, liet mijn lief in 2002 een portret van mij schilderen dat louter bestond uit boeken. Indachtig het oude gezegde “toon mij uw boeken en ik zeg u wie gij zijt” gaf zij hem een aantal van mijn favoriete oude boeken om daarvoor te gebruiken. Herman Tulp koos voor de Rammazeynbijbel (een Goudse roofdruk van de Statenbijbel uit 1647), een deel van Geraert Brandt, Historie der Reformatie (1674), Een deel van Christiaen Bor, Oor­sprongk, begin, en ver­volgh der Ned­er­land­sche oor­logen (1684), een boekje van de remonstrantse predikant Paschier de Fijne (1735), die wegens zijn schaatsende preken op de Gouwe de bijnaam ‘Het IJsvogelken’ had, het rooms-katholieke kerkboekje Sursum Corda (1878) van mijn oma Hannah, een boekje met gefingeerde gesprekken “tuss­chen eenen Hol­land­schen min­is­ter [predikant] ende eenen Room­schen catholy­cken” (1637) en nog een ander deel van Brandts werk (1671), opengeslagen bij het portret van Dirck Volckertsz Coornhert. Bij alle boekenpracht miste de schilder echter toch nog iets: kleur. Boeken alleen waren voor hem te somber; hij snakte naar kleur. Eens suggestie van mijn dochter Marieke, om ook een Mariabeeld uit ons huis te gebruiken, viel meteen in goede Groningse aarde.  Haar hemelse blauw, smetteloze wit en zachte rose zorgden voor de juiste balans in het schilderij, tezamen met de wijze waarop de schilder zijn compositie wist op te bouwen met verticale en horizontale lijnen.

DSC07006

Het schilderij kreeg te titel “Vrijheid van Consciëntie” mee, ontleend aan Coornhert en verwijzend naar het voor Holland unieke beleid van het Goudse stadsbestuur tussen 1572 en 1618. Het schilderij maakt zichtbaar dat tegen de stevige achtergrond van de gereformeerde Statenbijbel in mijn woonplaats ook ruimte werd geboden aan de rooms-katholieken, de remonstranten en andere stromingen, zoals spiritualisten en vrijgeesten als Coornhert. In die geest van vrijheid en nieuwsgierigheid ben ik zelf ook al bijna veertig jaar gefascineerd door de worsteling door de eeuwen heen van de mens met zijn heilsbestemming.

Boeken en ander drukwerk zijn vanouds veelvuldig te vinden op schilderijen. Zij vormen doorgaans een indicatie van belezenheid van een geportretteerde of ondersteunen een andere boodschap die de schilder wil uitdrukken. In het Goudse stadsmuseum zijn bijvoorbeeld bijzonder veel lezende vrouwen op schilderijen te zien. Op zestiende-eeuwse werken houden zij boeken in hun hand als illustratie dat zij de boodschap van God tot zich namen. Deze fragmenten zijn tevens een indicatie dat lekenvroomheid en de daarbij behorende leescultuur in die tijd wijdverbreid was. Maar het museum heeft ook werken uit andere tijden in haar bezit waarop lezende vrouwen te zien zijn, zoals het bekende schilderij van Willem Bastiaan Tholen uit 1895 met twee meisjes die languit liggend verdiept zijn in een boek.

1

WtenbogaertDe boeken op het schilderij van Tholen zijn niet te herkennen als bestaande werken. Op sommige schilderijen is dat wel het geval. Eerder werd op deze site al aandacht besteed aan een in Gouda bij Jasper Tournay gedrukt boek uit 1617, dat te zien zou zijn op een portretschilderij van Jacobus DSC07002Arminus, de uit Oudewater afkomstige grondlegger van de remonstrantse kerk (zie De-ontdekking-van-de-boekenhemel-arminius-zedich-ondersoeck-uit-1617). Op de tentoonstelling over verdraagzaamheid in het Catherijneconvent was een ander schilderij te bewonderen met een herkenbaar drukwerk. Het betrof een schilderij van ook al een remonstrant, hun grote voorman en voormalige hofprediker Joannes Wtenbogaert. Van hem is vooral een prachtig schilderij bekend dat is vervaardigd door Rembrandt. Het in Utrecht getoonde schilderij is echter van de hand van Jacob Adriaensz. Backer en stamt uit 1638. Het toont een zittende predikant die de toeschouwer aankijkt, maar tegelijkertijd bezig lijkt te zijn met schrijven. Hij houdt een veer in de ene hand en een bril in de andere. Voor hem liggen papieren en staat een inktstel. Naar de kijker toe ligt op dezelfde tafel een gedrukt pamflet, dat zijn naam draagt en duidelijk herkenbaar is als zijn Ghebedt ofte Schriftuer­li­jcke med­i­tatie ofte over­denckinge over ’t Vader Onse uit 1619. Met behulp van dit pamflet drukt de schilder de hoop uit van de geportretteerde, dat hij en zijn aanhangers met hulp van de Allerhoogste na hun veroordeling door de Synode van Dordrecht hun eigen opvattingen zullen mogen uitdragen, wat door hun afzetting, verbanning en buiten de wet stellen uiteindelijk niet is gebeurd. De herkenbare titelpagina van het drukwerkje ondersteunt op dit schilderij nadrukkelijk de inhoudelijke boodschap van de schilder en/of geportretteerde.

Portret van Joris Goethals (1584/86-1670), predikant te Blaricum en Hoorn, 1667. Geschilderd door de Goudse kunstenaar Christoffel Pierson

Portret van Joris Goethals (1584/86-1670), predikant te Blaricum en Hoorn, 1667. Geschilderd door de Goudse kunstenaar Christoffel Pierson

In andere gevallen fungeren boeken vooral als geleerdenbehang. Hun massaliteit moet de geleerdheid van de geportretteerde afbeelden, waarbij het van ondergeschikt belang is of de titels ook leesbaar zijn. Feitelijk doen gefotografeerden dat heden ten dage nog (zie mijn profielfoto)

Leave a Comment

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *