Het achter ons liggende jaar is voor historisch Gouda een memorabel jaar geweest. Na 562 jaar te hebben gediend als stadhuis, dient het vrijstaande gothische gebouw op het centrale Marktplein niet langer meer als onderkomen voor het stadsbestuur. In juni dit jaar verhuisden de vroede vaderen en hun staf naar een modernistische stroopwafeltrommel naast het station. Vanaf dat moment heeft Gouda naast een Stadhuis ook een Huis van de Stad, waar de inwoners voor al hun burgerzaken terecht kunnen. Vanuit de fraaie raadszaal kunnen wegdromende raadsleden uitkijken over het oude stadscentrum. Voor de wanden rondom hebben onderwerpen uit de Historische Canon als inspiratiebron gediend voor de wandbekleding, waarop talrijke personen, gebouwen en gebeurtenissen uit de Goudse geschiedenis te zien zijn.
Dezelfde koepel van verenigingen die eerder zorgdroeg voor de Goudse Canon, het Historisch Platform, bezorgde de stad dit jaar ook een fraaie jeugdcanon, in de vorm van een verhalend geschiedboek. Alle leerlingen van de groepen 7 in Gouda ontvingen gratis dit fraai vormgegeven boek. De landelijk bekende kinderboekenschrijfster Vivian den Hollander schreef de verhalen en diverse Goudse historici leverden de teksten voor de geschiedschrijving op basisschoolniveau. Hetzelfde platform leverde in dit kalenderjaar de 500ste gediplomeerde Goudoloog af. Sinds 2005 heeft het Platform zo een groot contingent Gouwenaars, stedelijke ambtenaren en raadslieden afgeleverd, die in twaalf lessen vertrouwd zijn gemaakt met allerlei aspecten van de geschiedenis van de stad. Uit dit contingent kan inmiddels rijkelijk geput worden door tal van vrijwilligersorganisaties die zich bezighouden met het stedelijk verleden.
De stad zelf werd in 2012 ook behoorlijk opgekalefaterd. Met name de Kleiweg kreeg een face lift door de afbraak van asgrauwe betonnen gevels die vervangen werden door geparcelleerde winkelpuien in een historiserende bouwstijl. Hoewel niet elke gevel van deze grootwinkelbedrijven even geslaagd is, heeft de voornaamste winkelstraat door deze ingreep een aanzien gekregen dat veel beter aansluit bij het historische karakter van de stad. Aan de overzijde heeft de firma Hennes & Maurits de oude drukkerij van G.B. van Goor, die jarenlang een onogelijke Zeemanvestiging herbergde, omgebouwd en uitgebreid tot een reusachtig winkelpand. Hoewel bewoners van de Slapendel er pal achter niet blij waren met het verlies aan parkeerplaatsen, moet gezegd worden dat de Zweedse lappenverkoper erin geslaagd is aan de voorzijde de gevel fraai in takt te laten en te restaureren.
Op het Bolwerk, dat decennialang als een rotte voortand het aangezicht van de stad ontsierde, is dit jaar eindelijk een bebouwing verrezen die passend is bij de omgeving en in uitvoering teruggaat op de tijd dat hier het Leprozenhuis stond. De afronding geschiedde niet zonder horten en stoten, omdat de crisis ook in de bouw toesloeg en failissementen de afbouw vertraagden. De parkeergarage kon alleen door een gemeentelijke overname gered worden, terwijl een Best Western Hotel – met op elke
kamer een wand met een foto van historische plekken in Gouda – van de hand van Nico Boerboom – met grote vertraging de deuren kon openen. Helemaal afgerond is dit complex nog niet, want het wachten is nog op een exploitant voor het geplande Grand Café en ook de ruimte tussen de Kattensingel en de Bolwerkbouw ligt nog braak te wachten op de oorspronkelijk geplande bebouwing. Dankzij deze bouwactiviteiten kreeg de stad deze zomer overigens ook nog even een fraaie blik op de fundamenten van de stadsmuur in deze hoek. In het najaar kon ook gegraven worden naar overblijfselen van de Tiendewegspoort, wat mogelijk werd door de vervanging van de Tiendewegsbrug.
Aan de overzijde van het Bolwerk, verderop langs de Gouwe, verdween dit jaar het bekende Rode Dorp, waarvan de huizen niet meer voldeden aan de eisen van de moderne tijd. In plaats daarvan werd een nieuw wijkje gebouwd met gelijkvormige eengezinswoningen die dit deel van de zogeheten Nieuwe Park-buurt toch weer een eigen sfeer geven. Alsof er geen sprake is van een zware ecenomische crisis bouwt en renoveert de stad ook elders alsof het een lieve lust is. Waar soms tientallen jaren sprake was van leegstand en verval, is herstel voortvarend aangepakt. Dat gebeurde op het Bolwerk, maar bijvoorbeeld ook aan de Rozendael waar ook een serie zorgwoningen met een gevelwand in historiserende stijl verrees. De verbouwing van het station, dat toegankelijker werd gemaakt met liften en roltrappen, heeft daarentegen bijna langer geduurd dan de bouw van de middeleeuwse Sint-Jan. Nu 2013 nadert lijkt de voltooiing eindelijk nabij
De voorgenomen verkoop door de gemeente van diverse historische panden wilde niet in alle gevallen vlotten. Voor de Moriaen aan de Oosthaven, waar het Apothekersmuseum zijn deuren moest sluiten, is nog geen koper gevonden. Inmiddels heeft de gemeente de vraagprijs daarom fors verlaagd. Het gebouw Arti Legi daarentegen, waar ooit Erasmus naar school ging en tot voor kort de VVV en de politie waren gehuisvest, werd wel gekocht door een particulier die het gebouw volledig restaureerde. Het stadhuis werd gelukkig niet in de verkoop gedaan, maar in de verhuur. In december werd bekend dat onderhandelingen gaande zijn met een bedrijf dat het oude gebouw wil exploiteren als congrescentrum, exclusieve eet- en feestruimte en mogelijk zelfs als ‘hotel’. Gelukkig stelt de gemeente als randvoorwaarde dat de publieke functies van het gebouw, met name de trouwlocatie en de bezichtigingen, gehandhaafd moeten worden.
Historische Vereniging die Goude, die ongeveer twintig jaar lang zorg droeg voor de zaterdagse openstelling van het stadhuis en de locatie in ruil daarvoor mocht gebuiken als vergader- en opslaglocatie, staat binnenkort door de commerciële verhuur van het pand op straat. Het is voor deze zeer actieve vereniging te hopen, dat zij snel door de gemeente aan een alternatief onderkomen wordt geholpen. Hetzelfde geldt voor het Historisch Platform, dat als koekoeksjong in het nest van ‘die Goude’ lessen Goudologie mocht verzorgen in het stadhuis. Die Goude vierde dit jaar haar 80-jarig bestaan, dat groots gevierd werd in de Sint-Janskerk en gepaard ging met de aanbieding van het eerste deel van een vierdelig ‘straatnamenboek’. Daarnaast gaf zij het laatste van een serie van drie kerkhistorische werken uit van de oud-katholieke pastoor en stadsgeschiedschrijver Ignatius Walvis.
Aan het boekenfront trokken dit jaar nog enkele andere initiatieven de aandacht. Zo was er de oprichting van het Gouds Boek&Drukkers Gilde, dat tot doel heeft ‘het bekendmaken en promoten van de grote cultuurhistorische rol die de Goudse drukkers, alsmede schrijvers en dichters, sinds het eerste gedrukte boek van Gheraert Leeu (Pinksteren 1477), in Gouda, Holland en daarbuiten hebben gespeeld’. Vanuit de zelfde hoek van bibliofielen werd de beroemde (hand)drukpers Sub Signo Libelli naar Gouda gehaald. Deze pers kreeg een plaatsje in de Jeruzalemkapel en moet het middelpunt worden van tal van activiteiten die Gouda als historische boekdrukkersstad weer in de schijnwerpers plaatst.
Aan het waterfront viel aan het eind ook goed nieuws te noteren. Er lijkt plotseling weer enige beweging te komen in de plannen om de oude sluis naar de Hollandse IJssel, naast het Tolhuis, weer open te krijgen voor de doorvaart. Nu de rondweg aan de andere kant van de rivier gereed is, kan begonnen worden aan een herinrichting en verkeersluw maken van de Veerstal en lijken de oude idealen van de initiatiefgroep Gouda Waterstad dichterbij dan ooit. Voor er weer boten langs het Tolhuis varen zal er echter nog veel water door de IJssel en Gouwe moeten vloeien, maar er is in elk geval een perspectief. Tegen die achtergrond is het goed dat de oude bruggen en sluizen in Gouda tijdig onderhouden worden. Na de Donkere Sluis werd dit jaar ook de Uiterste Brug over de Haven, met haar fraaie smeedwerk, ingrijpend gerestaureerd.
Ook voor het Goudse museum, voorheen het Catharinagasthuis, was 2012 een bijzonder jaar. Onder aansporing van directeur Gerard de Klein werd nadrukkelijk gekozen voor een ‘verGoudsing’ van de collectie en de programmering. De middelen daarvoor werden verschaft door de omstreden verkoop van een schilderij van Marleen Dumas. Het geld werd geïnvesteerd in de aankoop van nieuwe stukken (zoals een buste van Erasmus op een strijkplank en een schilderij van het Goudse stadhuis van Johannes Bosboom). Het museum raakte op spectaculaire wijze ook een belangrijk Gouds kunststuk kwijt. Door middel van een plofkraak verschaften dieven zich in maart toegang tot het museum, om doelgericht een verguld zilveren monstrans mee te grissen. De inbrekers moeten gedacht hebben dat het om een kunstwerk van puur goud ging, want het kerkelijke attribuut van de Goudse zilversmid Johannes Bogaert heeft of had vooral historische waarde. Even spectaculair, maar dan in positieve zin was de actie van het museum om door middel van crowd funding in recordtijd de middelen bijeen te brengen om een reusachtige maquette te vervaardigen. Deze maquette toont de stad rond 1562 en werd vervaardigd onder begeleiding van Henkjan Sprokholt. Met een tentoonstelling van de kartons van de Goudse Glazen wist het museum zelfs de koningin naar Gouda te lokken, alsmede vele duizenden bezoekers.
Alle positieve ontwikkelingen voor Gouda in 1212 werden in november in de schaduw gesteld door het bericht dat de stadshistoricus Nico Habermehl plotseling ernstig ziek is geworden. Met zijn boeken, artikelen, lezingen en televisieoptredens voor Gouwestad is hij de afgelopen jaren het gezicht geworden van historisch Gouda. Laten we hopen dat Nico erin slaagt de ernstige ziekte te overwinnen.
Prachtige weergave van een historisch jaar in Gouda. Mooi beschreven en een zeer doeltreffende woordkeuze. Complimenten.
Paul, veel dank voor jaaroverzicht. Met name van je ‘onderkoelde’ humor geniet ik enorm.
Verder ben ik het met de reactie van Christa helemaal eens!
Overbuurvrouw Maartje.
Leuk dat de overbuurvrouw meeleest! Ik ben zeer vereerd met je reactie. Veel geluk in 2013!