JACOBUS MAGDALIUS GAUDENSIS, Textus Dominice passionis ex quattuor evangelistis accuratissime comportatus et per quinque decades figuraliter ac in modum rosacee corone per fratrem Jacobum Gaudensem ordinis predicatorii insignis conventus Coloniensis distinctus. Titulus triumphalis crucis hebraice grece & latine conscripus [achterin: Colonie in Edib. pie memorie Henrici Quentell. Anno post iubileum quarto [1504], 4o, [xxviii] p.
(Post-incunabel van Jacobus Magdalius (1450-1520) was afkomstig uit Gouda en kreeg zijn eerst eonderricht in het klooster Stein. Hij trad in 1465 Haarlem toe tot de dominicaner orde. In 1490 trok hij naar Keulen en werkte daar als theoloog, dichter en muziekleraar. Sprak Hebreeuws – dat hij leerde van twee bekeerde joden – en Grieks. In de Reuchlinstrijd koos hij de zijde van Johannes Pfefferkorn. Laartstgenoemde was een bekeerde jood, die voorstander was van de vernietiging van joodse boeken. Reuchlin noemde dit harteloos. Magdalius zou de eerste Nederlander zijn geweest die een kritische studie over de bijbel schreef. Geboden in nieuwe perkamenten spitselband, met twee sluitlinten. Binnenzijde voorplat met potloodaantekeningen: “Quentell /Köln 1504. Selterner Kölner drück. Einzige Ausgabe. Passietext, von dem aus Gouda stammenden Kölner Dominikaner bearbeitet. 1612”. Waarom hier het jaartal 1612 vermeld wordt is onduidelijk).
[Fragment] JACOBUS DE VORAGINE, Die gulden legende – Passionael – tsomerstuc. Antwerpen, Eckert van Homberch 1505, groot 4° (ca. 19,3 x 24,6 cm), Aanwezige bladen (nummering per blad, niet per bladzijde) LVII, LVIII, LIX, LX (met houtsnede van de heilige Lebuinus), LXI, LXII (met houtsnede van Johannes en Paulus), LXIIII, LXVII, LXVIII, LXIX, LXX, LXXI, LXXIII, LXXIIII, LXXV, LXXVI, LXXVII
(Zeer zeldzaam fragment van een post-incunabel in het Middelnederlands, bestaande uit 17 bladen (34 bladzijden), gedrukt in goed leesbare gotische letter in twee kolommen met
rode initialen per alinea en rood-gerubriceerde initialen voor elke zin. Twee fraaie houtsneden in de tekst (kwartpagina) met afbeeldingen van respectievelijk Johannes & Paulus en Lebuinus. De Legenda Aurea van Jacobus de Voragine (ca. 1230 – ca. 1298), bestaande uit een verzameling heiligenlevens, was één van de meest populaire boeken in de Middeleeuwen. De Nederlandse vertaling behoort tot de vroegste boeken gedrukt in het Middelnederlands. Dit unieke fragment geeft niet alleen een weergave van dit werk, maar ook van de ontwikkeling van het vroegste Nederlands).
GUILHELMUS DE GOUDA, Expositio mysteriorum misse et ver[us] modus rite celebrandi Tractatus de expositione misse. Editus a fratre Guilhelmo de Gouda ordinis minorum de observanta feliciter incipit [aan het eind:] Colonie i[n] officina pie memorie He[n]rici Que[n]tell an[n]o salut. ccccc vi [1506], 4o, xxvii p
(In Keulen gedrukt zeldzaam post-incunabel met tractaat over de Heilige Mis, speciaal bedoeld voor priesters. Guilelmus de Gouda Willem vander Goude (ca.1458- ca.1517) was een minderbroeder-observant uit de 15e eeuw die waarschijnlijk werd geboren in Gouda of in elk geval in Gouda in een klooster zat. Over zijn leven is niets bekend. Hij schreef deze korte allegorisch ascetische verklaring van de Mis, die zeer populair was. Het werkje komt soms in handschrift voor, maar meestal in 15e-eeuwse drukken (vanaf omstreeks 1486), waarvan er ongeveer 25 bekend zijn: Antwerpen 3, Deventer 13, en verder Keulen, Straatsburg, Leipzig en Parijs. Met pagina-grote houtsnede op het eerste blad, waarop een leraar is te zien die onderricht geeft aan zijn leerlingen. Opnieuw ingebonden in fraaie geblindstempelde leren band, met de tekst “Expositio Misteriorum” en een klein ornament in goud op het voorplat. Miniem wormgleufje in de marge.
[JACOB WIMPHELING], Ad Julium II. pontificem maximum querulosa excusatio ad instantiam Fratrum Augustinensium ad curiam Romanam citati : vt propria in persona ibidem compareat, propterea quod scripsit diuum Augustinum non fuisse monachum vel fratrem mendicantem, [Straatsburg, JohannPrüss ca. 1507]sm. 4o, 4 bladen (8p).
(Klein post-incunabel in blauwe kartonnen omslag, met titel in handschrift op omslag: “Jacobi Wimphelii, Excusatio ad Juliam II Pontificum maximum. Sine anno”. Met één grote initiaal-houtsnede. Uitstekende drukkwaliteit. Enige editie, opgedragen aan Philipp von Daun, deken van de kathedraal van Straatsburg. Het geschrift betreft een neo-latijns gedicht. Wimpheling (Schlettstadt 1450 – idem 1528) kwam in botsing met de Augustijnen, omdat hij beweerde dat Sint-Augustinus geen monnik was geweest en dat het om een goed christelijk leven te leiden ook niet nodig was om monnik te worden. Er werd een klacht tegen hem ingediend bij de pauselijke curie, waarop Wimpheling in Rome werd ontboden. In dit drukwerkje probeert hij zichzelf tegenover paus Julius II te rechtvaardigen. In verband met zijn armoede en zwakke gezondheid werd hij uiteindelijk met rust gelaten. Wimpheling was later onder meer betrokken bij pogingen de paus te bewegen de ban tegen Luther in te trekken. In 1521 onderwierp hij zich echter aan het gezag van Rome. Drie jaar later schreef hij een open brief aan Luther en Zwingli, teneinde hen te bewegen de Schrift zorgvuldig te bestuderen om vast te stellen dat in de canons van de Heilige Mis niets te vinden zou zijn dat in strijd was met de gewoontes in de vroege kerk. De drukker van dit werkje, Johann Prüss de oude, werd in 1447 in Wittenberg geboren. Hij was van 1480 tot 1510 boedrukker en boekverkoper in het huis “Zum Thiergarten” in Straatsburg. Hij was zeer productief, maar veel van zijn werk is moeilijk te herkennen omdat het zonder impressum verscheen. Zijn belangrijkste werk was een planten- en kruidenboek, getiteld “Ortus saniatais de herbis et plantis”, waarvan drie edities van zijn persen kwamen. Zijn zoon Johann nam in 1527 de drukkerij over. Senior overleed tussen 1510 en 1516)
[Fragement] HORE DIVINE VIRGINIS MARIE secundum usum Romanum, [Paris, Gillis et Germaine Hardouyn ca. 1510], 8o
(Blad uit getijdenboek 17×10,6 cm; “recto en verso within fine metalcut border, i.a. depicting scenes form medieval life from the Old and New Testament (i.a. St. Sebastian and Anna teaching Maria to read”)
HORE INTEMERATE MARIE VIRGINIS ad usum Romanum noviter Impresse, 8o, [Colofon:] Finiunt hore beate Marie virginis ad usum Romanum noviter Impresse Parisius in vico Jude iuxta Carmelitas [Raoul Cousturier], Anno domini Millesimo quingentesimo undecimo [1511]. xxvj. mensis Februarij, [cxix [van cxx] bladen [=238p]
(Zeer zeldzame editie van een in Parijs gedrukt getijdenboek; onderzoek heeft geen ander identiek exemplaar aan het licht gebracht. Het in het colofon gebruikte drukkersadres wordt toegeschreven aan Raoul Cousturier (ook wel Sutor genaamd), die in de periode 1499 tot 1512 in Parijs boeken drukte in de Rue Judas, een straat naast het klooster van de Carmelieten. Hij werkte samen met Guillaume Eustace, die ook aan de Rue Judas was gevestigd met een boekwinkel. Gedrukt in rood en zwart. Blad K8 ontbreekt. In totaal 12 kleine kalender-houtsnedes en 3 kleine houtsnedes van de evangelisten Lucas, Matheus en Marcus bij de Evangelie-perikopen. Verder 13 (mogelijk van 14) paginagrote houtsnedes: de marteldood van Johannes Evangelist, de Judaskus, de annunciatie Marie en Elizabeth, De geboorte van Jezus, aankondiging aan de herders, aanbidding der wijzen, de besnijdenis van Jezus in de tempel, de vlucht naar Egypte, Maria op haar sterfbed (zeer zelden in getijdenboeken opgenomen), David en Batseba, De rijke man en de arme Lazarus en Pinksteren. Omdat er één blad ontbreekt zou het getijdenboek nog een veertiende paginagrote afbeelding kunnen bevatten, maar omdat er geen ander exemplaar van deze editie bekend is, valt dit niet na te gaan. De houtsnedes zijn tamelijk primitief met de hand ingekleurd. Waarschijnlijk door het gebruik van strelen en zoenen door de nonnen zijn de kleuren van de platen in meer of mindere mate afgesleten of vervaagd. Deze grote houtsnedes zijn waarschijnlijk hoofdzakelijk vervaardigd naar gravures die de boekdrukker Philippe Picouchet tussen 1488 en 1518 maakte voor uitgever Simon Vostre. Er konden zes identieke scènes worden getraceerd. De houtsnedes lijken echter iets grover. De kleine houtsneden in de kalender zijn een afspiegeling van de bezigheden van mensen in de verschillende seizoenen. Ze bevatten ook elk en sterrenbeeld. De halflederen band is waarschijnlijk 18de-eeuws; het leer op de rug is gebroken. Op de rug een titelschildje met de tekst “Harae R. Mariae virginis”. Platten zijn sterk gewreven en in beide bovenhoeken is een hoekje gerestaureerd. Op de keerzijde van het voorplat een exlibris met familiewapen, zonder naam, maar met devies ‘Modestia victrix’. Op het eerste schutblad, tegenover het ‘titelblad’ is een gravure geplakt met een afbeelding van de Heilige Hieronymus in het veld, van iets later datum dan het boek. Het titelblad heeft een grote Florentijnse lelie in het rood. De eerste 32 bladen met vochtsporen aan de rechteronderzijde en vroege restauraties met papierstroken. Provenance op het eerste blad: “dit boec hoert tot gebruic va(n) E. marighe(n) dirckx va(n) die clarisse(n) vander gou”. Onderaan vijf bladen zijn aantekeningen in het nederduits in hetzelfde handschrift van Marighen Dirckx te zien, die bij de restauratie deels afgesneden. Vier keer betreft het een tamelijk vrije vertaling van een vers uit het Hooglied van Koning Salomo; de vijfde van een Mariavers. Ook enkele tekstcorrecties, doorhalingen en een tekstwijziging door middel van een opgeplakt strookje papier. Opvallend is de doorhaling van de Latijnse passage met de volgende inhoud: “Spaar ons, goede Heer, spaar uw volk, dat u met uw kostbaarste bloed hebt verlost, en wees niet voor altijd kwaad op ons”. De Goudse Marighen Dirckx was de laatste abdis van het clarissenklooster in Gouda, gelegen tussen Turfmarkt en Nieuwe Haven. Zij moest in 1572 vluchten voor het geweld van de geuzen en speelde een rol in een tragisch mislukte poging om Gouda terug te spelen in handen van de koning van Spanje.
ERASMUS ROTERODAMI, Silva Carminum antehac nunquam impressorum [achterin:] [DM] Finit Silva Carminum per Aellaerdum Gouter calcographum castigatissie exaratum in Gouda ad decimsi quicum Kalendas Junii Anno millesimo Quigencesimo xiii [1513] [Facsimile J.I. Arnold, Brussel 1864]
(Op 18 mei 1513 legde de Goudse boekdrukker Allaerdus Gauter de laatste hand aan dit werkje. Het drukkersmerk heeft het stadswapen van Gouda. De drukker is vermoedelijk identiek met Allert Gherijts prenter, die in 1517 een huis en erf op de Nieuwehaven – hoek Vuylsteeg verkocht aan zijn moeder Rassent Jacobsdochter. Van hem zijn slechts drie uitgaven bekend. Naast het geschrift van Erasmus legde hij een geschift over het bisdom Utrecht op de persen en een theologisch werk van Hieronymus Savonarola. In laatstgenoemd werk staat dat het in 1517 gedrukt is te Gouda ‘in den Goutbloem’. Het drukken van de Silva Carminum was een initiatief van de Goudse arts en regent Reynier Snoy, die goed bevriend was met Erasmus. Het boek bevat gedichten van Erasmus, maar ook van zijn boezemvriend Willem Hermans (Goudanus). In de inleiding op het werk verklaarde Snoy dat beide Augustijner monniken de gedichten hadden geschreven gedurende de tien jaar dat zij gezamenlijk in het klooster Stein verbleven. Zie voor een vertaling van de inhoud: Herasmi Roterodami, Silva carminum antehac nunquam impressorum – Erasmus van Rotterdam, Silva carminum. Tot nu toe nooit in druk uitgegeven. Naar de foto-lithografische editie door Ch. Ruelens (Brussel 1864), uitgegeven door de Stichting Vrieden van Archief en Librije, Gouda 2022, 71p., met een fotografische herdruk van alle pagina’s. Van dit door en door Goudse boekwerkje is helaas geen exemplaar in de stedelijke librije bewaard gebleven. Oorspronkelijk maakte het wel deel uit van deze collectie. In 1605 kreeg Johannes Lydius, gereformeerd predikant in Oudewater, namelijk van het Goudse stadsbestuur dertien gulden en tien stuivers beloning omdat hij de stad een ‘bouckgen’ had geschonken dat geschreven was door Erasmus en Wilhelmus Goudanus, ‘welck bouckgen heyr eerste uytgegeven werck geweest ende ter Goude gedruct is’. Dit exemplaar betreft een fotografische herdruk die in 1864 in een kleine oplage van 100 exemplaren door de Brusselse uitgever J.I. Arnold op de markt werd gebracht. Van die 100 drukte hij er “1 sur peau vélin (vellum; perkament van kalfsleer), 15 sur papier ancien véritable, 15 sur grand papier de Hollande et 69 sur papier de Hollande ordinaire”. Afgaand op de papierkleur, de rafeligheid van de bladen en het formaat lijkt het hier te gaan om een van de 15 exemplaren die op echt oud papier is gedrukt. Deze ‘reproduction photo-lithographique’ werd door H.C. Ruelens voorzien van een inleiding met bijzonderheden over Erasmus’ jeugd en geschriften. Hij gaf de exemplaren een uniek nummer en een kaartje mee, maar in dit exemplaar ontbreken zij, evenals het titelblad van de reprint en de inleiding. In gemarmerde kartonnen kaft).
GUILLAUME PEPIN, Opusculum reverendi patris fratis Guillermi Pepin, sacre theologie professoris parisiensis clarissimi, ordinis predictatorum, super confiteor novissime per eudem recognitum et emendatum [DM: B. Rembolt], Venundat apud Claudium Chevallon sub sole aureo in via Jacobea: sub imagine divi christo fori e regione collegij Cameracensis [achterin, fol 272v:] Hoc opus impressum fuit Anno a mundo redempto MDxx [1520] die xxix Mensis Januarij [en fol. 272v] [DM, C. Chevallon], 8o, ongepagineerd [a-z8, A-L8 = 272 bladen]
(Guillaume Peppin (1465 – 1533) was een dominicaner monnik uit Frankrijk en een begenadigd prediker. Hij studeerde aan de Sorbonne en was in brede kring bekend om zijn advents- en vastengebeden en om zijn commentaar op Genesis. Deze postincunabel is compleet en gedrukt in twee kolommen. Met twee drukkersmerken: voorin van Berthold Remboldt en achterin van Claude Chevallon. Remboldts weduwe, die ook het drukkersvak beoefende, trouwde na Remboldts dood in 1520 met Claude Chevallon. Aan dit boekje hebben dan ook waarschijnlijk beide drukkers gewerkt. Remboldt begon ermee, nadat hij op 29 augustus 1519 toestemming had verkregen voor het drukken en Chevallon voltooide het 29 januari 1520. Het werk zit nog in de oorspronkelijke band met geblindstempeld leer en gaatjes voor boeklinten (verdwenen). Linksachter boven en de rug is gerestaureerd; rug nu van suède. Het boek draagt sterke gebruikerssporen, waardoor de hoeken afgesleten zijn (ezelsoren); bij de restauratie zijn ook twee nieuwe schutbladen ingevoegd. Boekblok redelijk strak in de band, waardoor achterste deel wat moeilijk open te slaan is. Bladen aan de onderrand met sterke vochtvlekken en hier en daar wormgaatjes, echter zonder aantasting van het tekst-gedeelte. Titelblad gerestaureerd, waardoor aan beide zijden enig tekstverlies is ontstaan. Bij de tekst zijn in de zestiende eeuw overal kleine aantekeningen in het Latijn en tekeningetjes gemaakt. Rond het drukkersmerk achterin eigendomskenmerk van “frater Matheus demonstreau ordinus minorvae (?) conventus Genovanensis)
ARNOBIUS GALLUS (JUNIOR), DESIDERIUS ERASMUS ROTERODAMUS, Io. Frobenivs pio lectori s.d. En optime lector, rarum damus thesaurum, & nihil non nouum, D. Erasmi Roterodami praefationem ad nuper electum pontificem Romanum Adrianum huius nominis sextum. Arnobij Afr. uetusti pariter ac laudatissimi scriptoris commentarios, pios iuxta ac eruditos in omnes psalmos sermone Latino, sed tum apud Afros uulgari per Erasmum Roterodamum proditos & emendatos. D. Erasmi Roterod. cómentarium in psalmum Quate fremuerunt gentes Fruere ac uale, Basileae ex aedibus Io. Frobe anno MD XXII [1522] Mense Septembri, fol., [12]+265 [verkeerd genummerd : 270 i.p.v. 275] + [1] p. b.w.
FREDERICUS NAUSEA, Sermones adventvuales. Friderici Navseae Blancicampiani, sacrae theologiae & L.L. Imp. doctoris, inuictissimi Romanorum, Hongariae, Boemiae[que] &c regis & archiducis Austri[a]e &c Ferdinandi, a sacris studijs & concilijs &c tam de tempore q. de sanctis. Sermonum aduentualium liber I; Sermonum priorum quadragesimalium lib. i; Sermonum posteriorum Quadrag. lib i; Sacrarum Homiliarum Fragmentorum lib i. Com gratulatoria in totum opus praefatione ad gloriosissimos & potentiff. orbis Monarchas Imp. Carolum V. & Caesarem Ferdinandum I. Aeditio prima. Coloniae [achterin : Coloniae in aedibus Quentelianis = Pieter Keulen Quentel] Anno MD XXXVI [1536], Mense Septemb. Cum gratia & priuilegio, fol. [10] 42 bl.
(Met fraaie titelborduur van Hans Holbein. De Commentarii in omnes Psalmos zijn door Erasmus ten onrechte toegeschreven aan Arnobius de oudere. Met vele fouten in de paginering. In Nederland is één exemplaar bekend, in de Gemeentelijke Bibliotheek van Rotterdam. Daarin ontbreekt echter het commentaar van Erasmus op de psalm Quare fremuerunt gentes, dat wel in dit exemplaar zit. De tekst wordt voorafgegaan door een brief van Erasmus aan de net verkozen Nederlandse paus Adrianus VI, waarin de humanist de paus feliciteert. Erasmus stuurde een exemplaar van dit werk naar Rome. In de aanbiedingsbrief vroeg hij hem om bescherming tegen degenen die hem beschuldigen van ketterij).
Het tweede geschrift, de Sermones adventvuales, is van de hand van de Weense bisschop Fridrich Nausea, 1496-1552, en verscheen in het jaar dat Erasmus overleed. Fraaie titelborduur met afbeeldingen van God, de evangelisten en de keizers Karel V en Ferdinand I. Het boek bevat ook een fraai initiaal met de gekruisigde Christus, geflankeerd door beide keizers. Nausea correspondeerde met Erasmus en had grote bewondering voor hem. Deze bewondering bracht het uitbundig naar voren in een ander werk van hem dat in 1536 verscheen, getiteld Monodia. Nausea was een begenadigd kanselredenaar, die de opkomende reformatorische ideeën via een concilie wilde absorberen; hij nam deel aan de godsdienstgesprekken in Speyer en disputeerde met Bucer en Melanchton in 1541.
(Originele houten band met kalfsleer overtrokken, enkele wormgaatjes, leer op enige plekken verdwenen of los; rug met 18de eeuws varkensleer overtrokken en meervoudig gescheurd; vervaagd tekstschildje met gouden letters; blindstempeling en twee sloten aan leertjes; eerste 25 bladen met wormgaatjes en deels met vochtvlekken; van het eerste werk ontbreken p.207-208 (einde tekst en eerste pagina commentaar Erasmus met titelborduur=u1) en het laatste blad (einde commentaar Erasmus en drukkersmerk Io. Froben); van het tweede werk liggen blad 37 tot 42 los; zonder de delen 2-4, dat meer preken bevat)
[CHASPAR CHURRER], Qvisqvis es gloriae Germanicae & maiorum studiosus, hoc utare ceu magistro libello [Historiae Germanorum]. Tvbingae anno M.D. XXV [1525] [gedrukt bij Ulrich Morhart der Ältere], 8o, 148 ongenummerde pagina’s (van 178).
(Een van de beste bronnen voor de geschiedenis van het 11de eeuwse Duitsland, geschreven door Lampert von Hersfeld. Op de titelpagina staat in oud handschrift: “Huius historiae author est Lambertus Schafnaburgensis monachus Herfeldensis, vide chronographiam Genebrarde et Pontati lib. 2 sub annum domini 1085”. Ook op titelpagina exlibris-stempel van de bekende Duitse kunstverzamelaar Berthold Glauerdt. Op keerzijde van titelpagina is een brief afgedrukt van de be-kende Duitse reformator Philippus Melanchton, die slechts in een klein aantal exemplaren van dit boekwerk voorkomt. In de brief onthult Melanchton dat hij het manuscript heeft gevonden in een augustijner klooster in Wittenberg (of Tübingen?), maar dat hij de auteur niet kon traceren. De tekst is bezorgd door Caspar Churrer (ca. 1500-1550/1), hoogleraar Grieks in Tübingen, die het werk voorzag van een opdracht aan Wilhelm and Georg von Waldburg wier benificentia de productie van het boek financieel mogelijk maakten. In een volgende uitgave van het werk, opnieuw gedrukt door Morhart in 1533, wordt de naam van Hersfeld wel vermeld. Het werk bevat enkele oude notities in de marge. Laatste 30 pagina’s ontbreken. Nieuwe rood-bruinlederen band).
DESIDERIUS ERASMUS, Ex recognitione Des. Erasmi Roterodami. C. Suetonius Tranquillus. Dion Cassius Nicæus. Aelius Spartianus. Iulius Capitolinus. Aelius Lampridius. Vulcatius Gallicanus V.C.Trebellius Pollio. Flauius Vopiscus Syracusius. Qvibvs adivncti svnt. Sex. Aurelius Victor. Eutropius. Paulus Diaconus. Ammianus Marcellinus. Pomponius Lætus Ro. Io. Bap. Egnatius Venetus, Coloniae, in aedibus Eucharij Cervicorni, Anno MDXXVII [1527] mense aprili, fol., [xxiv]+695p. [incompleet]
(Getormenteerde post-incunabel van door Erasmus – en voor klein deel door Beatus Rheanus – vertaalde teksten over de geschiedenis van Rome en de Romeinen. Het boek is een heruitgave van de eerste editie, die in 1518 in Basel verscheen bij Johannes Froben. Deze editie werd bij leven van Erasmus (hij stierf in 1536) gedrukt in Keulen door Eucharius Cervicornus. Deze boekdrukker was actief van 1516-1547 en ook in Marburg in de periode 1535-1538. In originele geblindstempelde leren band, met restanten van koperen boekklampen. Bovenzijde rug afgescheurd, leer voorplatten ingescheurd. Op de rug inventarisnummer onbekende bibliotheek, met codes A71 en 133. Titelpagina, bericht aan de lezers en indexen ontbreken (in totaal 24 pagina’s), alsmede de eerste 11 pagina’s van het eerste werk van Suetonius Tranquillus. De Res Gestae van Ammianus Marcellinus is compleet (p.419-584). Ontbreken de pagina’s 72-120, 268-276 (ruw uitgescheurd) en de laatste vier pagina’s. De eerste katernen liggen los, waardoor de bladen aan de marges kreukelig zijn. Wat resteert is niettemin een fraai en omvangrijk exempel van vroege boekdrukkunst, met talrijke fraaie initialen en tekstborduren en aflopende regelval aan het eind van de hoofdstukken. Door het hele boek Latijnse marge-aantekeningen in oud handschrift).
DESIDERIUS ERASMUS, Dicta Sapientum. The Sayenges of the Wyse Men of Grece in Latin with the Englysshe folowyng. Whiche are enterpretate and truely castigate, by the moost famous doctour maister Erasmus Rote. Very necessary & profitable for children to lerne, and good for all folkes to rede or to here redde. So they note them well [afb.] [achterin:] Thus enden the sayenges of the wyse men of Grece englisshed. Imprinted at London in Fletestrete in the house of Thomas Berthelet [ca. 1527] nere to the Cumdite, at the signe of Lucrece. Cum privelegio a rege indulto, 32p.
(Reprint by kind permission of the Huntington Library from the uniqu copy of Dicta Sapientum, translated by Thomas Berthelet, 1526-6. One hundred copies have been printed by hand from Caslon Old Face & Ancient Black type in the New Bodleain Library, Oxford 1961; Met linnen band, goud-omrande titel in druk op voorplat. Rug licht beschadigd. Met Engelstalige opdracht van de drukker Herbert Davis op schutblad: Ernest Mercer, in the hope that you will be patient enough to make me improve on this, Herbert Davis, may 1962”).
[LIESVELT-BIJBEL] Den Bibel met grooter neersticheyt gecorrigeert ende op die canten gheset den ouderdom der werelt ende hoe lange die gheschiedenissen ende historien in der Bibelen elck int zijn voo: Christus gheboorte gheweest zijn, ende daerbi vergadert wt fasciculus temporum ende wt dye cronike van alder werelt die principael historien der machtiger heydenscher conincrijcken, daer die heylige scrift oock dickwils af vermaent tot een claerder verstant der Bibelscher historien ende oock een onderscheyt der tijden te hebben. Cum gratiae et Privilegio. [achterin] Gheprent Thantwerpen op die Camerpoortbrugghe in den Schilt van Artoys, by my Jacob van Liesvelt. Int jaer ons Heren 1535. Den 18. dach van april, fol., 448 p.
(Gecorrigeerde en uitgebreidere versie van de oudste Nederlandstalige bijbel uit 1526, gebaseerd op de Duitstalige versie van Luther. In deze bijbeleditie van 1535 staat een voorrede, getiteld Aenghesien dat die ongheleertheyt ende simpelheyt van veel menschen (…), een uittreksel uit Luthers voorrede op het Oude Testament uit 1523. Geïllustreerd met 102 houtsneden, titelpagina in rood en zwart met frame van houtsneden; talrijke initialen; gedrukt met gothische letter in twee kolommen. Eigenaarskenmerken: op voorblad staat “desen boek behoort toe aen Charles de Neve tot Oordigem” en op de rug van de boekband staat in gouden letters “P.V.D. Vichte”.
Lederen boekband uit latere tijd, met zes ribben en opdruk “BIBEL” op de rug; slijtage op de hoeken; binnenwerk kort afgesneden, enkele kleine restauraties, fol. TT8, VV1, 3-6 van laatste katern ontbreken; de helft van de laatste pagina met colophon en drukkersmerk geplakt op nieuw eindblad). De drukker van deze bijbel, Jacob van Liesvelt (ca. 1489-1545), werd enkele keren aangeklaagd wegens het uitgeven van ketterse boeken. Hij wist zich steeds vrij te pleiten, maar in het voorjaar van 1545 werd hij opnieuw gearresteerd en gevangen gezet in Het Steen, de gevangenisburcht aan de Schelde in Antwerpen. Daar werd hij op 27 november van dat jaar door de vierschaar ter dood veroordeeld en een dag later onthoofd. Of dit doodvonnis te maken had met zijn drukkersactiviteiten in niet helemaal zeker, maar wel zeer waarschijnlijk. Zijn weduwe, Marie Anxct en zijn zoon Hans zetten de drukkerij voort en lieten nog verschillende Liesveltbijbels het licht zien; exemplaar in april 2011 in andere handen overgegaan.).
CONCILIA OMNIA, tam generalia, quam particularia, ab apostolorum temporibus in hunc usque diem a sanctissimis patribus celebrata, & quorum acta literis mandata, ex vetustissimis diversa[rum] regionu[m] bibliothecis haberi potuere, his duobus tomis continentur. Tomus primus ea recenset concilia, quæ a beato Petro apostolo usq[ue] ad Iohanne[m] huius nominis papam secundu[m] servata invenimus: quo[rum] ordinem & nomina si quis accuratius desideret, versa pagina indicabit, Coloniæ, 1538, mense septembri, Petrus Quentel excudebat, fol., [xxxi]+1162 [=581fol]+[i] p.
CONCILIORUM OMNIUM, tam generalium, q[uam] particulariu[m], a temporibus Agapeti Papæ usque, ad Eugenium papam quartu[m], ex vetustissimis bibliothecis collectorum. Tomus secundus. Quorum ordinem & nomina versa pagina quærentibus offered, Coloniæ, 1538, mense septembri, P. Que[n]tel excudebat, fol., [xxvii]+1650] [=825fol.]+[i] p.
(Tweedelige post-incunabel over de opeenvolgende concilies. Twee folio-delen in geblindstempeld perkament gebonden, waarbij het perkament van het eerste deel aan de randen licht gekruld is. Met titel ”Conciliorum j” en “Conciliorum jj” in oud handschrift op de ruggen. Deel 1 met resten van koperen boekklampen, deel 2 met nog twee gave koperen boekklampen. Rood gespikkeld op snee. Platten aan binnenzijde met afdrukken van middeleeuwse manuscripten. Beide delen met schitterende titelpagina met een brede rand met houtsneden rond te titel. Aan de voet wapenschilden van de belangrijkste staten. Griekse eigendomsinschrijving op het titelblad. Op de keerzijde van beide titelpagina’s een halve paginagrote houtsnede van keizer Karel V op de troon. Tientallen kleine gravures als initialen. Met talrijke aantekeningen en sommige onderstrepingen in oud handschrift in de marge. Luther verwijst herhaaldelijk naar dit werk in zijn geschriften. Het werk is het resultaat is van het raadplegen van de codes van meer dan vijfhonderd bibliotheken. SJH)
RAYNERIO SNOY Goudano, Psalterium Davidicum, paraphrasibus brevibus illustratum, servata ubique ad verbum Hieronymi translatione [DM], Antverpiae, In scuto Burgundiae per Ioannem Steelsium, anno 1538, 8mo, [vii]+248 bladen [= 496p.]
(Vroeg-zestiende-eeuwse psalmenbewerking van de Goudse humanist, arts en theoloog Reynier Snoy (ca. 1477-1537), voor het eerst gedrukt in 1534. Snoy stond als arts Erasmus bij en behoorde tot diens vriendenkring. Deze psalmberijming ademt dan ook in al zijn poriën de geest van Erasmus. Met fraai drukkersmerk op de titelpagina van een knielende man. Flankerende tekst: “Miserere mei deus”. Diverse eigendomsinschrijvingen op titelblad: “Monasterii S Huberti cat. insert” [St.-Hubertusklooster in de Ardennen], “ex libris D.P. Pafrate” en “Mercatoris posteris vendicatus [nageslacht van de handelaar] M. Noiset 1618”. Naast het woord Goudanus staat in oud handschrift “est omnia trinus” [Het draait allemaal om de reis]. Op keerzijde voorplatten een exlibris van P.S. met silhouet van kerken en spreuk “Laedunt omnes ultima necat”. Op binnenzijde van achterplat een exlibris van P. Siret. Op laatste pagina het drukkersmerk van drukker Johannes Steelsius. In gerestaureerde originele leren band met sporen van blindstempeling en goud-ornamenten en op achterzijde een medaillon met afgesleten versiering. Titelblad aan onderzijde gerestaureerd. Band in cassette van karton en gemarmerd papier).
JOHANNES ROYARDUS, Homiliæ in evangelia dominicalia iuxta literam, adiectis Homiliis in Evangeliatrium feriarium Paschalium, & totidem Pentacostalium, per F. Ioannem Royardum ordinis F. Minorum, nunc primum ædicæ. Pars Heymalis [winterdeel], Antverpiæ, in ædibus Ioannis Steelsii, Anno 1542, Men. Ianuar., 8o, [xxxi]+294fol. = 588+[i]p.
JOHANNES ROYARDUS, Enarratio passionis Domine Nostri Iesu Christi, secundum utriusque Testamenti scripturas, pr F. Ioannem Royardum ordinis fratrum Minorum ædita, ac nunc denuo per eundem recognita, tersa & emendate, Antverpiæ, in ædibus Ioannis Steelsii, Anno 1542, Men. Ianuar., 8o, [xiv]+65fol = 129+
(Postincunabels uit de bekende Antwerpse drukkerij van Johannes Steelsius, meestal gedrukt door Johannes Grapheus. Het drukkersmerk staat op de laatste bladzijde. Met preken op de zondagsevangeliën, de Paastijd en de Goede Week. Met fraaie beginletters (initialen). Het eerste werk is opgedragen aan de Utrechtse bisschop Joris van Egmond, de schenker van het voornaamste glas in de Sint-Janskerk in Gouda. Op deze voorstelling van Wouter Crabeth met de doop van Jezus door Johannes de Doper in de Jordaan, is deze bisschop ook afgebeeld. Op schutblad eigendomsinschrijving van Nicolaus Bestens, op 15 juli 1614 kanunnik geworden in Emden en overleden op 4 juli 1636 (Wassenberg, Embrica, 1667, p.85). Originele, geblindstempelde leren band in slechte conditie. Gekruld en losgeraakt van de kartonnen platten. SJH).
HERMAN LETHMAET, De instaurando da Religione libri IX. D. Herma Lætmatio autore: quib alia quàm hactenus tentatum est, via, ecclesiasticam concordiam resarcire desiderat. Rationem suscepti ac editi Operis huius, ex præfatione tam ea lectorem præfixa est, intelligere licebit. Accesserunt præterea duo rerum ac verborum Opere momorabilium locupletiss. indices, Basileæ [Johnnes Oporinus 1544], fol., [xix]+219+[xxxv] p.
KONRAD BRAUN (CONRADUS BRUNUS), Libri sex, de hæreticis in genere. D. Optati Afri episcopi quondam milevitani, libri sex de donatistis, in specie, nominatim in parmentanum, Ex bibliotheca Cusana, Apud S. Victorem prope Moguntiam [Mainz], ex officina Francisci Behem typographi [DM achterin], 1549, fol. [xxvi]+358p.
OPTATUS, Milevitani quondam episcopi, Libri sex, de schismate donatistarum, contra Parmentianum Donatistam, Adversus quem & S. Augustinus postae tres ædidit libros. Ex bibliotheca prope Treverim, Apud S. Victorem prope Maguntiam [Mainz], ex officina Francisci Behem typographi, 1549, fol., [xv]+69+[i] p.
(Convoluut met drie post-incunabelen. het belangrijkste werk over vernieuwing van de religie van de uit Gouda afkomstige theoloog en deken van St-Marie in Utrecht Herman Lethmaet (1492-1555), opgedragen aan keizer Karel V. Hij was bevriend met Erasmus en bedenker van het Goudse Glazenplan in de Sint-Janskerk. Eigendomsinschrijving op het titelblad “ex monasterio S. Martini Hagensia(?) catalogo inscripti” en met een andere pen aangevuld met “congreg. S. Marri”. Penoefeningen rond de naam Basel. Talrijke sierlijke initialen. Achter het werk van Konrad Braun (1491-1563) een groot drukkersmerk van een pelikaan. Braun was kanunnik in Augsburg en Regensburg en beschrijft in dit werk talrijke ‘ketterse’ stromingen. Het werk is opgedragen aan Johannes ab Isenberg, keurbisschop van Trier. Het werk is geredigeerd door Joannes Chochleus (1479-1552), die een index toevoegde. Het derde werk in deze band is een aanval op de schismatische stroming van de donatisten in Noord-Afrika uit de 4de eeuw, geredigeerd door dezelfde Cochleus. Optatus was een voorloper van Augustinus. Het hier uitgegeven manuscript werd gevonden in de beroemde bibliotheek van kardinaal Nicolaus Cusanus (1401-1464), die nog steeds bewaard word nabij Trier. Cochleus droeg dit werk op aan D. Arnoldus, abt van het klooster Tongerlo. Ook in beide laatste werken talrijke initiaal-houtsnedes. Deze werken zijn gebonden in originele, zorgvuldig gerestaureerde kalfsleren band, met florale goudornamenten en sporen van boekklemmen.Op de snede zijn de verkorte titels met de hand geschreven: “De relig / et hereti”.
[NICOLAUS A LYRA], Biblia sacra cum glossis, interlineari & ordinaria, Nicolai Lyrani postilla & moralitatibus, Burgensis additionibus, & Thorungi replicis…. Omnia ad Hebraicorum & Graecorum fidem iam primum suo nitori restituta, & variis scholiis illustrata. Tomus quartus cum Glossa ordinaria, & Nicolai Lyrani expositionibus, Additionibus & Replicis: Isaiae-Machabaeorum, Nouissime omnia summa cura ac diligentia recognita. [uitgave moeilijk te determineren, midden 16de eeuws, fol. , 479 fol.
(Los en incompleet deel van een zesdelige uitgave van de Vulgaat (Latijnse standaard tekst van de katholieke kerk). De tekst is voorzien van inleidingen, aantekeningen en parallelle plaatsen, bezorgd door Nicolaus van Lyra en verder van commentaar voorzien door Paulus Burgensis en Mattheus Thoring. Dit deel betreft de profeten en de apocriefe boeken. Het titelblad en de eerste pagina met het koninklijk privilege ontbreekt, maar de inleiding van Hieronymus op Jesaja is wel compleet aanwezig. Ook ontbreken de laatste twee bladen, vanaf II Makkabeeën 14. Ook is er geen band aanwezig. In elk geval is de tekst van de Profeten compleet. In hun geheel zijn de aantekeningen, inleidingen en parallelle plaatsen typografisch van een grote schoonheid, nog geaccentueerd door een zeer ruime (27 x 43 cm!) bladspiegel. Papier fris, wel vochtkringen vanaf de snee én de rug. De snede van het boek is alsof het gloednieuw is.
Elke profeet begint met een houtsnede (6 x 8 cm).
In Ezechiël staan een paar fraaie houtsnedes betreffende zijn visioenen van de nieuwe Tempel).
THOMAS MURNER, Institutiones imperiales. Een gherechtich oorspronck der keyserlijcke rechten, van den hooch gheleerden heere Thomas Murner, Doctoor in der godheyt ende in beyde den rechten licentiaet in duytsche tale overgheset. Ende in de hooghe schole ende universiteyt te Basele in zijn gheordineerde lecture openbaerlijcken metten Latijn gheleken. Nu anderwerf neerstelijc ghecorrigeert ende verbetert in die Universiteyt van Loven. Gheprent Thantwerpen op die Lombaerde veste, teghen die Gulden hant over, by mi Symon Cock by consente van den Hove [int iaer ons heeren 1547], 8o, 402 p.
(Titelpagina ontbreekt, in kopie bijgevoegd; impressum aan het eind, na de inhoudsopgave; ook van binnenwerk ontbreken enkele pagina’s; originele sletige en donkere perkamenten band; penoefeningen en eigendomsinscriptie voorin “Diesen Buch gehoor an Eduard Brouwers in Epen op de Smiztberg gemeente Wettem 1850; eigendomsinscriptie achterin “Ick ondergeschreven Joannes Jacobus Malmendeir procoratuer der frij grafschaft Wettem”; in het boek ligt een brief van prof.m.r G.C.J.J. van den Bergh uit Nijmegen aan de eigenaar van het boekje, een zekere ‘Ab’ met een duiding en datering van het werkje).
RAYNERIO SNOY Goudano, Psalterium paraphrasibus illustratum, servata ubique ad verbum Hieronymi translatione. Accessere ad postremam hanc editionem, singulis Psalmis argumenta, qua veram genuinamque Prophetae intelligentiam pio lectori commonstrabunt, Parisiis, apud Ioannem Roigny, via Jacobea sub insigni quatuor Elementorum 1549, 8mo, 328 bladen [= 656p.]
(Nog een editie van de vroeg-zestiende-eeuwse psalmenbewerking van de Goudse humanist, arts en theoloog Reynier Snoy (ca. 1477-1537), voor het eerst gedrukt in 1534. Als extra aanbeveling aan de lezer staat (in het Latijn) onder de titel “Aan deze laatste editie werd de inhoud van elke Psalm toegevoegd, waarmee ze het ware en oprechte begrip van de Profeet aan de vrome lezer zullen demonstreren”. Diverse eigendomsinschrijvingen op titelblad: “S. Huberti catalogus injectus” [St. Hubertusklooster in de Ardennen], een doorgehaalde naam en “D. Gasparis Auriga vicarij Hubert 1617”. Op keerzijde voorplatten een exlibris van P.S. met silhouet van kerken en spreuk “Laedunt omnes ultima necat”. Op binnenzijde van achterplat een exlibris van P. Siret. In gerestaureerde originele leren band en op voorzijde een medaillon met contouren van een biddende man. Band in cassette van karton en gemarmerd papier).
ADRIANUS BARLANDUS, Rerum gestarum a Brabantiae ducibus historia, conscripta per Adrianum Barlandum, vfq in minum vigesimum sextum, supra M.D. restitutae salutis. Imperante Carolo Quinto principe invictissimo. Catalogus insignium oppidorum Germaniae inferioris [DM] Antverpiae, execudebat Ioannes Gravius, Typographus, Anno 1551, 8o, [vi]+108 fol.=216 p.
(Geschiedenis van de daden van de hertogen van Brabant, geschreven door Adrianus Cornelii Barlandus (1486-1538).Tweede druk. Deze invloedrijke kroniek verscheen voor het eerst in 1526 en daarna volgden nog diverse edities. In fraai bruinleren bandje, met gouden ornamenten en ribben op de rug. Titelschild donker geworden. Drukkersmerk met Brabantse Leeuw in driehoek met randschrift Quaere nic ultra. Op schutblad exlibris-stempel “Domus A.D. St Gerardi C.SS.R. in Esschen”. Zelfde stempel op titelblad sterk vervaagd. Op het laatste blad in oud handschrift bij ondertekening door P. de Lem: “Mala nunc Malus anymi”. Op fol.103v enkele doorhalingen met oude pen en woordje ‘Nota”, op fol. 104v. stempel “Bibliotheek Essen”. Zie over dit boekje A.J. Bijsterveld, De Kroniek van de hertogen van Brabant door Adrianus Barlandus. Vertaling, inleiding en voortzetting (’s-Hertogenbosch 2004).
ANDREAS VESALIUS, De humani corporis fabrica. Libri septem, [achterin:] Basiliae ex officina Ioannis Oporini anno salutis reparatæ 1543 mense ionio, fol., [x]+659+[xxx] p.
(Facsimile van het eerste boek over de volledige menselijke anatomie, geschreven door de Brusselaar Andries van Wesele (1515-1564). Hij kwam uit een familie van apothekers en medici en werd opgeleid in Leuven en Parijs. Na zijn promotie in Padua, waar hij hoogleraar anatomie en chirurgie werd, daarna in Pisa en Bologna..Zijn opus magnus werd voorzien van talrijke tekeningen van Italiaanse kunstenaars. De volledige titel van de “Fabrica” spreekt over Libri septem. Dit wil zeggen dat het om een zevendelig werk ging. In het eerste deel behandelt Vesalius het skelet. Alle bekende botten worden gedetailleerd weergegeven. Het eerste deel eindigt met drie over de hele lengte van het blad weergegeven skeletten in verschillende poses. Zo is er een skelet opgehangen aan een galg en staat er een tegen een bureau geleund terwijl het anatomie studeert. Het tweede werk behandelt de spieren. De kunstige ‘spiermannen’ in idealistische landschappen waren voor die tijd revolutionair. Het derde boek gaat over aderen en slagaderen. Het vierde werk gaat over het zenuwstelsel. Boek vijf behandelt de belangrijkste organen. In het zesde boek komen het hart en de longen aan bod. Het laatste boek ten slotte gaat over de hersenen. Vesalius liet voor zijn studenten een beknopte versie van de Fabrica drukken, de “Epitome”. Dit werk konden ze meenemen naar hun snijtafels. Op olifantformaat met kunstleren band. Op de rug rood titelschild met “De humani corporis fabrica, Andreas Vesalius” en onderaan “Basilæ 1543”. Facsimile geproduceerd door Culture et Civilisation Bruxelles, 1964. Genummerd exemplaar met nummer 1657).
RAYNERIO SNOYGOUDANO, Psalterium paraphrasibus illustratum, servata ubique ad verbum Hieronymi translatione [DM], Lugduni. Apud Ioannem Frellonium 1554 [achterin: Lugduni, excudebat Michael Sylvius 1554], 16mo, [viii]+571 [27] p.
(Vroeg-zestiende-eeuwse psalmenbewerking ind e geest van Erasmus van de Goudse humanist, arts en theoloog Reynier Snoy (ca. 1477-1537), voor het eerst gedrukt in 1534. Originele perkamenten band; goud op snee. Twee latere gravures (David en Kruisigingsscène) en pagina met manuscript bijgebonden. Eenvoudige rubricering in rood en marginalia in rode inkt op eerste bladzijden, verder in de tekst enkele oude onderstrepingen in marginalia; uit de bibliotheek van de Duitse kunsthistoricus William S. Heckscher, 1872-1958).
M. TULLIUS CICERO, Rhetoricorum ad Herennium libri quatuor, alias, ars nova, sive Nova Rhetorica. Rhetoricorum de inventione libri duo, alias, arsuetus, seu Vetus Rhetorica. In Rhetorica ad Herennium, Hieronymi Capiduri Parentini, et Iodoci Badii Ascensu commentaria, Giberti Longolii Annotationes, Claudii Pontani scholia, Petri Victorii castigatio, Marini Becichemi Scodrensis castigationes (…) [DM] Venetiis apud Hieronymum Scotum MDLIIII [1554], fol., [x]+137 (=274) + 1 p. (compleet)
(Zeldzame Venetiaanse uitgave van Cicero’s werk over de retorica. In Nederlandse bibliotheken geen exemplaar aanwezig; wel in Italië en VS. Gedrukt door Hieronymus Scotus, alias Girlamo Scota, werkzaam in Venetië tussen 1539 en 1573; op titelpagina een groot drukkersmerk met een griffioen; daaromheen verschillende doorgehaalde eigendomsinschrijvingen. Nog leesbaar is de naam “Carlo Ardizone”; verder in rode inkt onder het drukkersmerk “Camilla de Marco” en erboven in dezelfde inkt een Griekse spreuk. Op de laatste pagina staat hetzelfde drukkersmerk, maar nu kleiner, met eronder en erboven dezelfde eigendomsinschrijving in rode inkt. Ernaast staat de naamvan “Francisco Monfakone”, die onderaan de blad-zijde ook de volgende mededeling heeft geschreven: “Ego Franciscus Monfakorius Neapolitanus vale atq serenensis ael genen (?) [rest onleesbaar in vouw].
Op eerste pagina van het eigenlijke werk houtgravure met afbeelding van Cicero achter zijn schrijftafel. Deze afbeelding komt ook al voor in een ander werk van Cicero, Epistulae ad familiares, dat in 1547 door Scotus werd gedrukt. Dezelfde afbeelding, maar dan kleiner, staat ook op fol. 118r. Door het boek heen vele versierde kapitalen. Enkele marge-aantekeningen in oud handschrift. Gebonden in perkamenten band, met enkele slijtageplekken en titel in handschrift op de rug. Binnenwerk uitzonderlijk gaaf, op enkele pagina’s gebruind)
SANCT AMBROSIUS, Quartus Tomus Divi Ambrosii Mediolanensis Episcopi Operum, continens explanationes, hoc est, ea quae faciunt ad interpretationem diuinarum scripturarum Veteris Testamenti, cum alns quibusdam, quae uersa sacie licet uidere, [DM Froben], [achterin: Hieronymus Froben& Nicolaes Episcopius], Basileae 1555, fol., 766 p.
SANCT AMBROSIUS, Quintus Tomus Divi Ambrosii Mediolanensis Episcopi Operum, complectens scholiorum seu Commentariorum in Euangelium Lucae libros X, tum Commentarios in omnes Pauli epistolas, [DM Froben], [Hieronymus Froben& Nicolaes Episcopius], Basileae 1555, fol. 455 p.
(Baselse druk uit beroemde drukkerswerkplaats van Froben. Sleetse, half gerestaureerde platten met originele rug ; tekstschildje “S. Ambrosii Opera IV-V 1555”. Titelblad deel IV met vele wormgaatjes en bibliotheekstempels “Bibliotheca Conventis Woerdensis” (2x) en “Studiehuis Minderbroeders Nijmegen”. Plus doorgehaalde eigendomsinschrijving. Veel wormgaatjes in eerste gedeelte en aan het eind, zonder tekstverlies. Boek heeft opengeslagen op replica boekenkast Goudse Librije gelegen in tentoonstelling Uitgelezen in Museum Gouda voorjaar 2015)
JOHANNES ROYARDUS, Homilie in omnes epistolas dominicales & festivitatis sanctorum iuxta literam, per F. Ioannem Royardum ord. P. Minorum, iampridem æditæ, & nunc denuo per eundem recognitiæ, tersæ & emendatæ. Pars Hyemalis [DM] Antverpiæ, in ædibus Ioannis Steeltii, anno 1555, 8o, [xxxi]+159fol = 318p.
JOHANNES ROYARDUS, Homilæ per festi vitiates sanctorum. Per Fratrem Ioannem Royardum ordinis Fratrum Minorum, iam pridem editæ, & nunc denuo per eundem recognitiæ, tersæ & emendatæ [z.pl., z.j.; aan het eind: Typis Ion. Graphei], [xxi]+159fol = 318p.
(Twee werken uit de bekende Antwerpse drukkerij van Johannes Steelsius. Met veel fraaie beginletters (initialen). Zeer populair prekenboek voor kerkelijke feestdagen. Van dit werk verschenen tussen 1538 en 1554 zeker 33 edities. De auteur, Johannes Royaard of Royardus (ca. 1475-1547), een franciscaan, was een geliefd prediker in Brugge. Hij verbleef ook enige tijd in Schotland. Zie over hem De Troeyer, Biobibliographia Franciscana, I, 129-136. Eigendomsinschrijving op eerste schutblad: “Petrus Joannis dommeri me iure poseidet anno domini 1619 5/13”. Met in het eerste deel talrijke aantekeningen in oud handschrift in de marge. Met middeleeuws manuscript als bindstroken. Band van geblindstempeld leer, sterk gewreven en van het achterplat loskomend van het karton. SJH)
SERAPHINUS CUMIRANUS, Conciliatio locorum com[m]unium totius scripturæ sacræ, qui inter se pugnare videntur [DM] Antverpiæ. In ædibus Ioannis Steelsii, 1557, 8o, [lxxi]+590p.
SERAPHINUS CUMIRANUS, Conciliationum locorum communium totius Scripture Sacre qui interse pugnare videntur, [DM] Antverpiæ. In ædibus Ioannis Steelsii, 1558, 8o, [xxxviii]+424p.
(Twee delen in één band van een werk over de verenigbaarheid van Bijbelteksten die met elkaar in strijd lijken te zijn. Op schutblad “ad usum pastorates in de Krommenmydregt”. Met fraai drukkersmerk van de Antwerpse drukker Johannes Steelsius. De auteur is de Franse theoloog en franciscaan (minderbroeder) Seraphinus Cumiranus Feltrensis. In originele lederen band met houten platten en blindstempeling. Band aan bovenzijde met kleine beschadigingen. Restanten van koperen boekklampen. SJH)
ADAMUS LONICERUS, Kräuterbuch. Künstliche Conterfeytunge der Bäume, Stauden, Hecken, Kräuuter, Getreyde, Gewürtze : Mit eygentlicher Beschreibung derselbigen Namen, Underscheydt, Gestalt, Natürlicher Krafft und Wirckung ; Item von fürnembsten Gethieren der Erden, Vögeln, und Fischen ; Auch von Metallen, Gummi, und gestandenen Säfften ; Sampt Distillierens künstlichem und kurtzem bericht, 1557, fol. XXIIIIr-v: Von Bäumen und Standen. Warhaffige conterfeytunge der Gestalt, Natur, Eigenschafft, Krafft und Wirckung der Bäume und Standen. Cap. I: Apffelbaum / Pomus
(Blad uit een boek van de Duitse botanicus Adam Lonitzer (1528-1586) die ook wel onder zijn Latijnse naam Adamus Lonicerus bekend stond. Hij schreef, onder andere dit belangrijk boekwerk over kruiden, planten en bomen. Eerste Latijnstalige editie uit 1551. Van deze Duitse vertaling verschenen tussen 1577 en 1577 vier edities. Met fraaie, handgekleurde houtsnede van Adam en Eva bij de verboden vrucht, een hert en de slang. Daarnaast drie appels in verschillende stadia. Licht vergeeld, met klein scheurtje in de bovenmarge, dat doorloopt tot in de koptekst)
JOHANNES CHRYSOSTOMUS, Secundus Tomus operum divi Ioannis Chrysostomi, archiepiscopi Constantinopolitani, quorum Catalogus sequenti pagina continetur [DM] Basileæ 1558 [achterin: Basileae per Hieronymum Frobenium et Nicolaum Episcopium anno 1558 en op laatste pagina opnieuw groot drukkersmerk], fol., 1378p. [=kolommen]
JOHANNES CHRYSOSTOMUS, Tertius Tomus operum divi Ioannis Chrysostomi, archiepiscopi Constantinopolitani, quorum Catalogus sequenti pagina continetur [DM] Basileæ 1558 [achterin: Basileae per Hieronymum Frobenium et Nicolaum Episcopium anno 1558 en op laatste pagina opnieuw groot drukkersmerk], fol. 1110p. [=kolommen]
(Twee samengebonden delen van de zesdelige heruitgave van de door Gouwenaar Erasmus bewerkte uitgave uit 1530 van de verzamelde geschriften (Opera omnia) van de kerkvader Johannes Chrysostomus. Deze uitgave werd verder bewerkt door Erasmus’ vriend en leerling Sigismund Gelenius (1497-1554), bij Froben werkzaam als corrector en redacteur. Deel twee mist titelblad en keerzijde; derde deel compleet. Met drie keer het fraaie drukkersmerk van Froben; drie leren tabblaadjes. Met vele aantekeningen in oud handschrift in de marges en onderstrepingen. Sporadische vochtvlekken in onderste marge. Nieuwe, over hout gespannen witperkamenten band, met op het achterplat geplakt deel van het oorspronkelijke geblindstempelde achterplat. Het verzamelde werk wordt in deel 1 voorafgegaan door een levensbeschrijving van Chrysostomus door Erasmus. Nicolaas Bisschoff [Episcopus] had een boekwinkel in Basel.
JOHANNES ROYARDUS, Homilæ in Evangelia Dominicalia iuxta literam, adiectis Homiliis in Evangelia trium Feriarum Pentacostalium, ac Evangelio de Zachæo, per F. Ioannem Royardum ordinis F. Minorum, nuper æditæ, ac nunc per eundem denuo recognitiæ, tersæ, & emendatæ. Pars aestiva [zomerdeel] [DM] Antverpiæ in ædibus Ioannis Steelsij, anno 1559, 8o, [xxi]+291fol = 582p.
(Preken voor het feest van Pinksteren en daarna. In gesleten originele bruinleren band, met goud-ornamenten op de hoeken en een gouden eikel in het midden. Met middeleeuwse bindstroken. Papier op snee zwak door vochtwerking. SJH).
JOHANNES HESSELS, Brevis et catholica symboli apostolici, secunda edition [DM] Lovanii Ioannem Bogardum. Sub Biblijs Aureis, anno 1562 [achterin: Lovanii, typis Stephani Valerij typogr. Iurat], 8o, 67fol = 134+[vi]p.
JOHANNES HESSELS, Confutatio novitiæ fidei (quam vocant specialem). Adiunctus est & Tractatus, de Cathedræ Petri perpetua protection & firmitate, eodem autore [DM] Lovanii, apud Ioannem Bogardum, Sub Biblijs Aureis, anno 1562, [achterin: Lovanii, typis Stephani Valerij typogr. Iurat], 8o, [i]+66fol = 131p+[viii]p.
JOHANNES HESSELS, Tractatus pro invocation sanctorum contra Iohannem Monhemium, & eius defensorem Henricum Artopæum. Huic autem tractatui præmititur succincta confutation erroris, quo idë Monhemius cum Brentio afferit, Deum nihil nobis largiri intuitu orationum & nos debere statuere Deum nobis esse propitium priusquam eum oremus [DM] Lovanii, apud Ioannem Borgardum, Sub Biblijs Aureis, anno 1562 [achterin: Lovanii, typis Stephani Valerij typogr. ], 8o, [i]+66fol. = 131+[viii]p.
(Drie geschriften van Johannes Hessels, ook wel Jean Leonardi Hasselius of Jean Hessels (1522-1566) genoemd. Hij was een Vlaams theoloog en hoogleraar in Leuven. Het eerste werk handelt over de apostolische symbolen. Het tweede werk betreft: “Een weerlegging van het nieuwe geloof (dat ze een speciaal geloof noemen)”. Het laatste werk is “Een verhandeling voor het aanroepen van de heiligen tegen Johannes Monhemius en zijn verdediger Hendrik Artopaeus. Deze verhandeling wordt voorafgegaan door een beknopte weerlegging van de dwaling, waarmee Monhemius, samen met Brentius, aanhaalt dat God ons niets geeft met het oog op onze gebeden, en dat we moeten vaststellen dat God ons genadig is voordat we tot hem bidden”. Monheim (1509-1564) was rector van het Gymnasium in Düsseldorf. Hij gaf in 1560 een nieuwe catechismus uit in acht dialogen, die veel kritiek opriep door de middenpositie die hij innam tussen lutheranen, calvinisten en katholieken. Hij stond onder invloed van de reformator Johannes Brenz. De drie werken in deze band zijn gedrukt door de Leuvense drukker Johannes Bogardus in zijn drukkerij, genaamd ‘In de gouden Bijbel’. In originele bruinleren band; sterk gewreven. SJH).
DIERICK COORNHERT, Lucius Anneus Seneca, Van den weldaden. Leerende den rechten aert van broederlijcke liefde, getrouwe vrientschappe ende beleefde huesscheyt: voor allen staten seer oorbaerlijc om lesen. Nyeu wten Latijne in nederlantsch vertaelt duer Dierick Coornhert [DM]. Tot Haerlem by Jan van Zuren, 1562. Met Gratie ende Privilegie, 8o, ongepagineerd [242] p.
(Eerste editie van de Nederlandse vertaling van Seneca’s “De beneficiis”, de zeven boekjes van de weldaden door Dirck Volkertsz. Coornhert (1527-1590), met koninklijk octrooi van 30 juni 1562. Met drukkersmerk, waarschijnlijk ontworpen door Coornhert, met een roos (=het boek), waaruit de bij honing zuigt en de spin gif. Met opdracht van Coornhert aan zijn vriend Dirick Meynaerts van Edam. Het werk werd herdrukt in Gouda in 1644. Het boekje is de zesde uitgave van de Haarlemse drukkerij van de jurist/bestuurder Jan van Zuren (1517-1591), die werd opgericht op instigatie van Coornhert, met medefinanciering door de moutmakers/regenten Pieter Jansz Raet en Willem Adriaensz. De initiatiefnemers hielpen bij de oprichting de mare de wereld in dat de boekdrukkunst in Haarlem was uitgevonden, nog zonder een naam te noemen. Als eerste drukkerij in de Noordelijke Nederlanden drukte zij de boeken volledig in een cursieve letter (italic). De drukkerij bestond slechts vier jaar (1561-1564) en verzorgde veertien uitgaven. Zeer zeldzaam. In originele, overslaande perkamenten band, met kleine uitsparingen voor (verdwenen) sluitlinten. Op de rug in handschrift de tekst “Coornhert L.A. Seneca Van den weldaden Haerlem 1562”. Op schutblad in handschrift “nr. 32” . Laatste pagina’s licht vochtvlekkerig).
JOHANNES DOUSA, Album amicorum, 1563–1584, 143 fol. [=266p.]
(Een netwerk aan de basis van de Leidse universiteit. Het album amicorum van Janus Dousa. Facsimile-uitgave van hs. Leiden UB, BPL 1406 met inleiding, transcriptie, vertaling en toelichting door Chris L. Heesakkers. Leiden [etc.] 2000. Twee boekjes in cassette).
CATECHISMUS ex decreto concilii Tridentini, ad parochos, iussu editus [DM] Lovanii, apud Ioannem Bogardum, Sub Biblijs Aureis, anno 1567, 8o, [i]+578+[xxxviii]p.
(Catechismus, enkele jaren eerder voorgeschreven door het Concilie van Trente (1545-1563). Dit concilie leverde het antwoord op de reformatie. Deze catechismus was onderdeel van de strategie van de contra-reformatie. Op titelblad eiogendomsinschrijving van “f[rater] Io[hann[es] Vlimeri D.D.D. æ P.P. in Hernio An[no] 1569 Iunij 8.die”. Waarschijnlijk is dit Johannes Ulmerius, een augustijn of regulierenpater uit Leuven. Op het eerste schutblad staan een eigendomsinschrijving van een andere pater: “Sum f[rater] Jodocus Jo[hann[is] ordinus S. Augustini. Aan de binnenzijde van het voorplat staat een distichon in het Latijn. In originele, fraai geblindstempelde band, waarvan het leer op beide (houten) platten en op de rug gescheurd is. Een van de twee koperen boekklampen is nog aanwezig. SJH).
JOHANNES HESSELS, Catechismus solidam et orthodoxam explicationem continens [DM] Lovanii, apud Ioannem Borgardum, sub Biblijs Aureis, anno 1571 [achterin: Lovanii, typis Iacobi Heybergij, 1572], 8o, 419 fol.[=838]+[xx]p.
(Johannes Hessels, ook wel Jean Leonardi Hasselius of Jean Hessels (1522-1566) genoemd, was een Vlaams theoloog en hoogleraar in Leuven. Hij schreef vooral polemisch werk en bijbelcommentaren. Dit is zijn voornaamste theologisch-dogmatische werk dat in 1571 voor het eerst verscheen. In originele bruinleren band met houten platten; met sluitleertjes. Enkele goudornamenten op de band, die gewreven is. Op titelpagina in oud handschrift eigendomsaantekening “T. de Jonge”. Op laatste schutblad Latijns vers: “Stipendium peccati mors Gratia / Stipendium peccatis mors / Gratia autem dei in Christo Jhesu / vira æterna” dat wil zeggen: “Het loon van de zonde is de dood. Genade / dood is het loon van de zonden / En de genade van God in Christus Jezus / eeuwige mens”. SJH).
PIERRE STERLINCX, Een corte waerachtighe beschrijvinghe van alle gheschiedenissen, aenslaghen, stormen, schermutsingen ende schieten voor de vrome Stadt Haerlem in Hollandt gheschiet. Midtsgaders hoe ende met wat conditien deselve den alghemeynen viant Ducque d’Alve overghelevert is, oock hoe hy met den soldaten ende burgheren ghehandelt heeft, ende dat tot den xii. Septembris anno MD LXXIII [DM] Ghedruckt tot Delft [by A. Hendricksz en wed. H. Schinckel] int jaer 1574, 4o, [li] p.
(Knuttel 205. Met fraaie gemarmerde kartonnen omslag. Op de rug in zwarte letters: Sterlincx, Beschrijvinghe van Haerlem’. Fraai gegraveerd drukkersmerk met afbeelding en Bijbeltekst Matt. 13: dat rijck D’Hemelen is als een verburgen schat in den acker’. Met op keerzijde van de titel in cursief gedrukte brief van Pierre Sterlincx d’Anvers aan kapitein Henry Balfourt, aan wie Alva na de inname van de stad het leven had geschonken op voorwaarde dat hij zou pogen Oranje te vermoorden. In plaats daarvan stelde deze kapitein de prins onmiddellijk in kennis van de afspraak met Alva en verschafte hij de prins waardevolle inlichtingen. De auteur was een naar het Noorden gevluchte schoolmeester met een grote voorliefde voor de rederijkerij en toneelspelen. Dat bracht hem herhaaldelijk in botsing met kerkenraden en classes en deed hem verhuizen van Delft naar Brielle en later Den Haag).
AURELIUS AUGUSTINUS, Divi Aurelii Augustini Hipponensis episcopi. Meditationes, Soliloquia, & Manuale. Collatione aliorum exemplarium emendata, & annotates passim sacræ scriptura allegationibus aucta [DM] Lovanii, apud Hieronymum Wellæum, ad intersigne Diamantis, anno 1574, 12o, 134+[ix] p.
(Teksten van Augustinus, met annotaties uit de Bijbel. In originele, bruinleren bandje. Sleets op de hoeken. Registerpagina’s met kleine inkeping. Fraai drukkersmerk op titelpagina en achterin. Eigendomskenmerk op titelpagina: “S.J.H.” (jezuïeten Haastrecht).
CERIMONIAL dela Missa, z.pl. z.j. [ca. 1576], 8o, 236 p.
(Stukgelezen Spaanstalige toelichting op de Heilige Mis. Zonder titelpagina. Met opdracht aan Don Antonio Manrique de Valencia, bisschop van Pamplona. Zijn episcopaat duurde slechts van 1575-1577, zodat het boekje in deze jaren zal zijn verschenen. Met vele oude aantekeningen, onderstrepingen en tekeningetjes. In originele, sleetse, perkamenten bandje met – versleten – sluitlinten).
EERSAME GOEDE MANNEN. Het is nu hooch tijt dat ghy lieden eenmael besluyt oft ghy het Spaensch iock wilt teenemael aflegghen ofte niet, 4o, z.pl., z..j. [1578], 7p.
(Knuttel 427. Anonieme oproep om niet meer te geloven in verzoening met de Koning van Spanje en de strijd voort te zetten. De auteur stelt vast dat er geen overwinning op Spanje mogelijk is zonder medewerking van Frankrijk. De aanvoerlijnen over land voor de Spanjaarden lopen immers via dit land. Op zee overheersen de Hollanders, maar zonder Franse medewerking is de strijd niet te winnen. Vandaar dat de hoop wordt gevestigd op de hertog van Anjou. Het wantrouwen dat tegen hem bestaat is volgens de schrijver ongegrond en goed weg te nemen. Met fraai gegraveerd initiaal met jachttafereel. Eenvoudig papieren omslag. Stempel Koninklijke Bibliotheek en ‘Verwijderd Kon. Bibl.’)
ADVERTISSEMENT vande Staten van Henegouwe van hunlieder antwoorde op de requeste versoeckende liberteyt van Religie ende exercitie van dien [orn.], 1578, 4o, [iii] p. [incompleet]
(Knuttel 374).
PLACCAERT van de Staten Generael van de Gheunieerde Nederlanden. By denwelcken, mits den redenen in’ t langhe in ’tselfde begrepen, men verklaert den Coninck van Spaengien vervallen van de overheyt ende Heerschappije van dese voorsz. Nederlanden. Ende verbiet synen Naem ende Zegel in deselve Landen meer te ghebruycken etc. [Wapen] Nae de Copye, Tot Leyden by Charles Silvius, ghesworen Drucker der Staten s’Lands van Hollandt 1581, 4o, viiip. [van xvi]
(Originele druk van het beroemde Plakkaat van Verlatinghe uit 1581. Alleen eerste gedeelte).
PLACCAET van de Staten Generael van de gheunieerde Nederlanden. By dewelcken, mits den redenen in’ t lange int selfde begrepen, men verclaert den Coninck van Spaegnien vervallen vande Overheyt ende heerschappie van dese voorsz Nederlanden: ende verbied sijnen naem ende zegel inde selve Landen meer te ghebruycken etc., 4o, z.pl. 1581
DICOVRS by forme van remonstrantie: vervatende de nootsaeckelickheydt vande Oost-Indische Navigatie, z.p., z.j. [1609]
(Bundeling en vroeg-zeventiende-eeuwse herdruk van twee historische documenten. Het eerst, het beroemde Plakkaat van Verlatinghe van 20 juli 1581, wordt wel gezien als de geboorteacte van Nederland).
GEORG BRAUN, FRANS HOGENBERG, GOVDA Hollandiae Opp. ad Isalam amnem, quo Gouda fluuius, à quo vurbs nomen habet, euoluitur, situm. [Keulen, 1581]
Profiel van de stad Gouda, gezien vanaf de Hollandse IJssel. Het profiel werd gepubliceerd in het derde deel van de atlassen-reeks Civitates Orbis Terrarum uit 1581. De stadsplattegrond van Gouda verscheen 1585. Het werk bestaat uit 6 delen en werd uitgegeven tussen 1572-1618. Van het ommuurde stad Gouda zien we de Veerstalpoort die op de kade uitkomt. Links is het profiel te zien van de (dubbele) Rotterdamse poort. De stad opent zich naar de West- en Oosthaven, waar op de achtergrond de Sint-Janskerk en het Stadhuis opdoemen. Beeldbepalend is het kasteel, dat in 1577 – zogenaamd om strategische redenen op last van Willem van Oranje, maar in werkelijkheid op instigatie van het Goudse stadsbestuur – werd afgebroken. Het profiel toont dus de situatie tot aan dit jaar, hoewel de tekening pas vier jaar later in druk verscheen. Op de rivier en bij de kade zijn meerdere kleine schepen te zien. Ook is er een veer (een roeiboot) dat mensen van de andere kant van de rivier overzet naar een helling aan ingang van de stad. Links bovenin is het wapen van Holland afgebeeld, rechts bovenin het wapen van de stad Gouda met de zes sterren. Rechts op de voorgrond geven een man en een vrouw diepte aan de afbeelding. Midden onderin staat in het cartouche een opschrift in het Latijn, dat vertaald in het Nederlands luidt: “Gouda, een plaats in Holland gelegen aan de rivier de IJssel, waarin de Gouwe rivier, waaraan de stad haar naam ontleent, uitmondt”. Georg Braun was kanunnik van de Dom van Keulen, die samenwerkte met de Vlaamse cartograaf Frans Hogenberg. De atlassen-reeks telt 363 koperplaten, die ook door latere drukkers nog vaak zijn gebruikt. Nog in 1653 maakte de Amsterdamse uitgever Johannes Janssonius er gebruik van. Veel steden worden zowel vanuit vogelvlucht (in de vorm van een plattegrond) als in profiel (als stadsgezicht) afgebeeld. Ook zijn ze vaak ingekleurd. De inkleuring kan sterk verschillen. Deze versie valt vooral op door de blauw-grijze tinten en de correct weergegeven kleuren van beide wapens.
GEORG BRAUN, FRANS HOGENBERG, GOVDA Hollandiae Opp. ad Isalam amnem, quo Gouda fluuius, à quo vurbs nomen habet, euoluitur, situm. [Keulen, 1581]
(Profiel van de stad Gouda, gezien vanaf de Hollandse IJssel. Het profiel werd gepubliceerd in het derde deel van de atlassenreeks Civitates Orbis Terrarum uit 1581. De stadsplattegrond van Gouda verscheen 1585. De inkleuring kan sterk verschillen. Deze versie valt vooral op door het gebruik van donkere kleuren, zoals van het water en van de kleding van de twee figuren op de voorgrond. In wortelnoten lijst.
[DEUX-AESBIJBEL] Biblia: Dat is, De gantsche Heylighe Schrift, grondelijck ende trouwelijck verduytschet: Met verclaringe duysterer woorden, redenen ende spreucken, ende verscheyden lectien, die in andere loflijcke oversettinghen ghevonden, ende hier aen de cant toeghesettet zijn. Met noch rijcke aenwijsinghen, der ghelijck ofte onghelijckstemmenden plaetsen, op het allergewiste, met Scheydletteren, ende versen ghetale (daer een yeghelijck capittel na Hebreischer wijse, mede onderdeylt is) verteecken. Noch zijn hier van nieus toeghedaen die figueren ende die caerten na de copie der Fransoyscher Bybelen, dienende den christelijcken leser tot verclaringhe des texts, [DM] Tot Dordrecht, by Peeter Verhaghen, Anno 1581, 4o, [xxii]+275 fol.
De prophecien der Propheten [DM], tot Dordrecht, by my Peeter Verhaghen, Anno 1581, 4o, 108 fol.
De boecken ghenoemt, apocryphi [DM], tot Dordrecht, by my Peeter Verhaaghen, Anno 1581, 4o, 94 fol.
Het Nieuwe Testament, Dat is, Het Nieuwe Verbondt onses Heeren Iesu Christi. In Nederduytsch, na der Grieckscher waerheydt overgheset [DM], Tot Dordrecht, by Peeter Verhaghen, Anno 1581, 4o, 121 fol.
De C.L. Psalmen Davids. Wt den Fransoyschen dichte, in Nederlandtschen oversheset, door P[etrus] D[atheen]. Mitsgaders den Christelijcken Catechismo, Ceremonien ende Ghebeden. Oock is hier bij ghevoecht, den siecken troost, seer nut ende profytelijck voor alle menschen [DM], tot Dordrecht, by Peeter Verhaghen, anno 1581, 4o, 62 fol.
(Zgn. Deux-aesbijbel; in octavo (21 x 16 x 7 cm), uitstekende, recente kalfsleren band (Bernard Middleton?) met originele rugtitel ‘biblia.’ Kanten gesneden (geen tekstverlies); eerste blad van de profeet Jesaja ontbreekt; boekblok en bindwerk in uitstekende staat; papier fris, voorin en achterin aan de rugzijde enige vochtschade.
In de bijbel zitten de zgn. Geneefse kaarten: Het paradijs, Uittocht uit Egypte (helaas mist rechts een strook van 7 cm), de verdeling van het land, een afbeelding van de tempel als beschreven in het boek Ezechiël (stukken rechts en onder afgesneden), Het heilige land in Jezus’ dagen (rechts mist een stuk van 7 cm), De zendingsreizen (ook hier ontbreekt rechts 7 cm). Verder in de tekst diverse houtsneden om het verhaal kracht bij te zetten (Ark van Noach, attributen van de tabernakel en tempel, profeten Ezechiël en Daniël). In andere handen overgegaan op 25 juni 2011.
JOHANNES MOLANUS, Usuardi martyrologium quo Romana ecclesia, ac permultæ aliæutuntur: iussu Caroli Magni conscriptum. Cum additionibus ex martyrologijs Romane ecclesiæ, & aliarum, potissimum Belgij [DM] Antverpiæ, apud Philippum Nutium, 1583, 8o, [lxii]+218fol. = 436p.
JOHANNES MOLANUS, Indiculus sanctorum Belgii [DM] Antverpiæ, apud Philippum Nutium 1583, 8, [i]+95fol. = 190+[xiii]p.
(De martyrologie van Usuardus, waardoor velen werden gewonnen voor de katholieke kerk, werd geschreven in opdracht van Karel de Grote. Met toevoegingen uit de martyrologieën van de Roomse kerk en anderen, vooral in de Nederlanden. Deze martyrologie was de basis voor de officiële martyrologie, die de Rooms-Katholieke Kerk in 1584 invoerde. In puntgave band van omslaand perkament. Rood op snee. Titel in oud handschrift vervaagd op de rug. Eigendomskenmerk op titelblad: “S.J.H.” (jezuïeten Haastrecht). SJH).
ANDREAS FABRICIUS LEODIUS, Catechismus Romanus, ex Decreto Concilii Tridentini, & Pii. V. Pontificis Maximi iussu primum editus. Nunc vero luculentis quæstionibus, quæ mox rei popositæ materiam oculis subijctant, distinctus, brevibusq annontatiunculus clucidatus studio et industria Andreæ Fabricii Leodii, illustrissimorum principum Alberti & Ernesti, eius filii. Comitum Platinorum Rheni, ac utriusque Bavariæ Ducum consiliari [DM] Antverpiæ, ex officina Christophori Plantini, 1583, 8o, [xx]+470+[xxxv]p.
(Derde druk van dit werk. Eerdere drukken uit 1572 en 1574. De vierde druk volgde in 1591. Later volgden luxere quarto-uitgaven. Plantijn schreef zelf ooit dat ‘rode letter-boeken de kurk vormden waarop de uitgeverij financieel dreef. Leodius (1520-1581) was van Luik. Hij schreef ook klassieke toneelstukken. In fraai versierde bruinleren band met goudopdruk. Ook vergulde snee, vlekje op titelpagina. SJH)
HENRICUS KYSPENNINGIUS, Aquæ vitæ, de fontibus salvatoris. Hoc est, doctrina evangelica de meditatione mortis [DM] Antverpæ, ex officina Christophori Plantini, 1583, 8o, 509+[xvii]p.
(Henricus Kispenningius – Heinrich Kispenning in het Duits – overleed in 1588. Hij werd geboren in Venlo en was kanunnik van de collegiale kerk van Xanten in het Hertogdom Kleef. Zijn eerste meditatie over het sterven verscheen in 1573. In originele perkamenten spitselband. Rug vervuild met in oud handschrift de titel “aquæ vitæ”. Omslag van perkament licht gekruld. Twee bindstroken met middeleeuws manuscript zichtbaar. Op voorste schutblad eigendomsinschrijving “Gysber. Rolosius 1609. Adi 25 Aprilis constat 21a”. Op schutblad achterin in vergelijkbaar handschrift de tekst van een Mariahymne uit de 9de eeuw, beginnend met de zinnen: “Ave Maria Stella/ Dei mater alma/ Atque semper virgo/ fælix cæli porta / etc” (wees gegroet, sterre der zee, zegenrijke moeder en altijd maagd, gelukkige poort des hemels). Gijsbert Jansz Roloos uit Gouda was een oom van Geertrui Bik en ondertekende – net als pater-pastoor Nicolaas de Jonge in 1647 een verklaring over haar wonderbaarlijke genezing in Haastrecht dankzij Maria van Foy. In zijn testament van 1649 liet hij het grootste deel van zijn vermogen na aan Geertrui, Elisabeth, Gerrit en Daniel Bick, de kinderen van zijn zus. Over Gijsbert Roloos; R.R. Post, ‘Zes verslagen over de werkzaamheden door de Jezuïeten der Hollandsche missie verricht’, in: Archief voor de geschiedenis van het aartsbisdom Utrecht 58 (1934) p. 1-89 en 59 (1935) p. 79-196: aldaar in het bijzonder 58 (1934) p. 41 en 59 (1935) p. 167. SJH).
HONORIUS SOLITARIO AUGUSTODUNENSIS, Mundi synopsis: sive de imagine mundi: Libri tres. Ab Honorio Solitario Augustodunense ante annos quadringentos sexaginta tres [1463] scripti, quorum tertius hactenus numquam visius iam vero una cum duobus prioribus ex vetusto manuscripto codice primum in gratiam studiosorum luce donatus, prodit [DM] Spiræ civitate veterum Nemetum, apud Bernardum Albinus, anno 1583, 8o, [x]+184+[xxi]p.
(Uitgave van een geschrift uit 1483 van een mysterieuze auteur, waarover weinig bekend is. Vermoed wordt een Zuid-Duitse afkomst. Hij schreef meerdere theologische en filosofische werken en heeft in dit boek aandacht voor kosmografie, astronomie, meteorologie en chronologie. De stichting van Duitse steden komt veelvuldig aan de orde. Met fraai drukkersmerk op titelblad en paginagroot op de laatste bladzijde. Voorwoord aan de lezer van de drukker, Bernardus Albinus uit de Duitse stad Speyer, begint met Erasmus en de Venetiaanse drukker Manutius. In originele spitselband met omslaand perkament, aan de onder-binnenzijde gekruld en voor licht beschadigd. Eerste deel met vochtvlek rechtsonder. SJH).
Convoluut
PIETER CORNELISZ BOCKENBERG, Catalogus, genealogia, et brevis historia, regulorum Hollandiae, Zelandiae et Frisiae. Item, Alia quaedam huc spectantia. P. Cornelissonij Bockenbergij Goudani, 8o, Lugdini Batavorum ex officina Joannis Paetsij [achterin: Extant Lugduni Batavorum, apud Simonem Pauli, bibliopolam] Anno 1584, [xvi]+78+[ii] p.
(Met opdracht aan het stadsbestuur en de bevolking van Gouda)
PIETER CORNELISZ BOCKENBERG, Catalogus & brevis historia pontificumUltraiectensium. Item Catalogus & brevis historia antistitium Egmondanorum, [DM] 8o, Lugdini Batavorum ex officina Joannis Paetsij [achterin: Extant Goudae, apud Leonardum Theodori librarium, ad pontem Hornensem], 1586, [xvi]+99+[xiii] p.
(Met opdracht aan het kapittel van de Mariakerk in Utrecht en lofdicht van Albertus Hermanni, Goudanus. Van de in het colophon genoemde Goudse boekhandelaar Leonardus Theodori, gevestigd bij de Hoornbrug (de vaste brug tussen Lage en Hoge Gouwe bij de Wijdstraat), is alleen dit werk bekend. In 1586 was alleen Jasper Tournay als drukker in Gouda actief, die daarna vier jaar geen boeken meer zou drukken in het Goudse)
PIETER CORNELISZ BOCKENBERG, Historia et genealogia Brederodiorum; illustrissimae gentis Hollandiae, [DM], 8o, Lugdini Batavorum ex officina Joannis Paetsij, 1587, [xvi]+144 p.
(Met opdracht aan Bredero en lofdicht van Guitto Henricus Sobburgius, Goudanus)
PIETER CORNELISZ BOCKENBERG, Prisci Bataviae et Frisiae reges. Item Lugdini Batavorum; et Wassenarae heroum vetustissimarum Hollandiae gentium; Historia et genealogia, [DM], Lugdini Batavorum ex officina Joannis Paetsij, 8o, 1589, [xvi]+175+[xxxiii] p.
(Met opdracht aan Friese adel)
PIETER CORNELISZ BOCKENBERG, Egmondanorum; potentissimae Hollandiae gentis; Historia et genealogia, [DM] , 8o, Lugdini Batavorum ex officina Joannis Paetsij, 1589, [xvi]+185+[xxxix] p. (Met opdracht aan Johan van Oldenbarnevelt, Jan Pauwelsz, Franciscus Maelsonius, Emanuel van Steenbor, Peterus Hanneman en Andreas Turnhout)
PIETER CORNELISZ BOCKENBERG, Historiae Batavorum hactenus editiae. Cum catalogo omnium de rebus Bataviae voluminum edendorum, [DM, gulden passer], 8o, Lugduni Batavorum, ex officina Plantiniana, Apud Franciscum Raphelengium, 1592, 15+[i] p.
(Convoluut met zes werken van de eerste historieschrijver van de Staten van Holland. Bockenberg (1548-1617), afkomstig uit Gouda, verzamelde met name bijzonderheden over de middeleeuwse geschiedenis en genealogische wetenswaardigheden. Zijn uiteindelijke geschiedenis van Holland bleef onuitgegeven. Het manuscript hiervan bevindt zich in de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag. Het laatste deeltje bevat een zeldzame autobiografische schets van de auteur. Vier van de werkjes (1, 2, 4 en 5) zijn door de auteur gewaarmerkt met zijn devies en handschrift. Gave perkamenten band, met dubbele raamkerving op platten. Handgeschreven titel op de rug: “C. Bockenbergi Catalogi & Histor. Viror. Ecclesiast: aliorum illustr.” en sporen van bibliotheekzegel; op schutblad enkele oude aantekeningen. Vochtkringen aan onderzijde).
HERMAN HERBERTS, Corte verclaringhe over die Woorden Pauli, gedaen tot den Romeynen, Cap. 2. vers 28: Want dat en is geen Jode, die wtwendich een Jode is. Ook en is dat gheen besnydenisse die inwendich verborghen is ende die besnijdenisse des herten is een besnijdenisse, die welcke gheschiet in den Gheest ende niet in de letter, wiens lof niet en is wt den menschen, maer wt Godt. Beschreven door Hermannum Herberts, dienaer des woorts binnen der Gouda, [DM] Ghedruckt by Dierick Mullem [1584], 8o, [xxxiv]+ 582 (=291fol.)+[vii]p.
HERMAN HERBERS, Een corte ende grondige verclaringe vanden Antichrist. Waerinne angewesen wordt, dat die Paus niet alleene een Antichrist sy, maer oock een yegelijc mensche by hem selven (vervreemdet zijnde vanden Geest Christi). Beschreven door Hermannum Herbers, dienaer des Woorts binnen der Gouda [DM] Ghdruckt tot Vianen by Dierick Mullem, [±1585], 8o, [lxiv] p.
HERMAN HERBERS, Een corte verclaringhe over die Woorden des Apostels Pauli: beschreven 2. Tessaloni.2.vers.3: En laet van niemant verleyden in geenderley wyse, want hy en roemt niet, het en sy dat te voren die afval come ende geopenbaert worde de Mensche der Sonden , ende dat kindt der verdoemenisse die daer is een wederpartije ende hem verheft boven al dat Godt of Godts-dienst heet, alsoo dat hy hem sedt in den Tempel Godts, als een Godt ende geest hemselven voor Godt wt [DM] Ghedruckt by Dierick Mullem, [±1585], 8o, [xxviii] p.
(Convoluut met drie zeer zeldzame werken van de Achterhoekse reformator van Gouda, Herman Herber(t)s (1540/4-1607). Niet in de Goudse Librije. Het hoofdwerk, de Corte verclaringhe, bracht hem stevig in aanvaring met de gereformeerde kerk. De datering 1584 is ontleend aan de laatste bladzijde van dit werk, waar Herbers schrijft: “voleyndt den laedtsten november, indt jaer ons Heeren 1584”. Door bescherming van het Goudse stadsbestuur slaagden classes en synodes er niet in deze meer mystiek ingestelde predikant – die niets moest hebben van de gereformeerde Heidelbergse Catechismus en de predestinatieleer – van de kansel te verdrijven. De titelpagina van het eerste werk is aan de linkerbovenzijde beschadigd en met rode inkt provisorisch aangevuld. Toch is de tekst voor een klein deel onleesbaar. Titelpagina eerste en laatste werk in zwarte en rode inkt; het andere werk alleen in zwart. Het rode drukwerk is tamelijk amateuristisch – ongelijk – aangebracht door Dierick Mullem, werkzaam in de vrijplaats Vianen en vooral bekend van het omstreden Wonderboeck van David Joris, dat ook in 1584 verscheen. Herbers werd in die tijd overigens verdacht van davidjoristische sympathieën. Groot drukkersmerk van Mullem – dat eerder door de uit Gent gevluchte boekdrukker Pieter de Zuttere (Petrus Anastasius Overdhage) werd gebruikt – op alle drie titelpagina’s met een man met een sikkel in zijn broekriem, die links naar het koren kijkt en zich afkeert van een boom met slang aan de rechterzijde. De man spreekt de woorden “sat quercus” uit, dat is ‘tis lanck genoech eeckelen gegeten”. Volgens De Bie en Loosjes wilde Herbers hiermee aangeven dat hij niet langer het bindend gezag erkende van belijdenis en catechismus. Rond het drukkersmerk staat de volgende tekst in drie talen: “Cesse le vieux, s’il appert mieux” / “Dat oude sal wycken, als beter can blycken” en “Cessent solita dym meliora”. Het eerste katern zit los. Van het laaste werk is het laatste blad los. Het leer over de originele houten platten is verdwenen. Wel behouden gebleven zijn de messing sloten. Het papier is licht vergeeld en vervuild; enkele bladzijden gerestaureerd en versterkt).
MARTYROLOGIUM ROMANUM. Ad novam kalenderii rationem, &ecclesiasticæ veritatem restitutum. Gregorij XIII Pont. Maximi iussu editum [DM] Romæ, ex typographia Dominici Basæ, 1584, 12o, [xxvii]+413+[xli]p.
(Zeer zeldzame, zogeheten editio princeps van de Romeinse Heiligen- of Martelarenkalender, samengesteld door kardinaal Cesare Baronio Sorano. In 1584, het jaar van deze uitgave, werd dit martyrologium door paus Greorius XIII voor de hele Westerse kerk verplicht gesteld. De levensbeschrijvingen van heiligen en zaligen in dit boeken worden als historisch weinig betrouwbaar beschouwd. In vervuild perkamenten bandje; met op de rug in oud handschrift “Martiro Romana”. Bladzijden aan bovenzijde iets te kort afgesneden; zonder tekstverlies. Bladzijden her en der wat vlekkerig of vervuild door veelvuldig gebruik. Enkele katernen iets uit de binding gedrukt. Met onleesbare bibliotheekstempel op schutblad. Naast en het drukkersmerk onleesbare eigenaarsaantekening; eronder “P. Clavii”. Drukwerk in rood en zwart. Per maand worden alle heiligendagen opgesomd, gevolgd door bijzonderheden uit hun leven. BPH).
GEORG BRAUN, FRANS HOGENBERG, GOVDA Hollandiae Opp. ad Isalam amnem ubi Goudam flu à quo oppidum nomen habet, absorbet. [Keulen] 1585
(Vroegst gedrukte, handgekleurde plattegrond van Gouda in vogelvluchtperspectief. De titel in het cartouche betekent “Gouda, een plaats in Holland gelegen aan de rivier de IJssel, waarin de Gouwe rivier, waaraan de stad haar naam ontleent, uitmondt”. Georg Braun (Keulen 1541-1622) was kanunnik van de Dom van Keulen en tevens cartograaf. Frans Hogenberg (Mechelen 1535-Keulen 1590) was een Brabants cartograaf. De kaart is afkomstig uit hun Civitates Orbis Terrarum van Georg Braun en Frans Hogenberg, die bestaat uit zes delen. De delen van de Civitates zijn gepubliceerd tussen 1572 en 1617. Op de achterzijde van de kaart staat een korte beschrijving van de stad, soms in het Latijn, soms in het Nederlands. De beschreven plaatsen lijken willekeurig over de delen van de atlas verspreid te zijn. Gouda wordt twee keer afgebeeld. Eenmaal in deel 3: het aangezicht van de stad vanaf de Hollandsche IJssel (samen met het aangezicht van Rotterdam) op kaart nummer 31. En in deel 4 zit de stadsplattegrond van Gouda als kaart nummer 14, die voor het eerst in 1585 verscheen).
IOANNES MAURICIUS, Tractatuum, de in integrum restitutionibus selectissimorum iureconsultorum: videlicet, I. Ioann. Mauricii, Dolani. II. Sfortiae Oddi, Perusini. III. Didaci Couarruuiæ. Petri Rebuffi. Roberti Lanceloti. Gabriel. Mudæi, Brechtani. Antonii Gomesii, M. Antonii, Caini. Ioann. Petri de Ferrariis Udalrici Zasii. Ioachimi Mynsingeri. Jacobi Cuiacii. Domin. de Rota. Gulielmi Cassaxdoris. IV Franc. de Caldas, Pereyra. Tom I [DM] Francoforti, ex officina typographica Nicolai Bassaei 1586, fol., [iv]+232+[xxi] p.
[IOANNES MAURICIUS], Tractatuum, de in integrum restitutionibus analysis bipertita sfortiae oddi perusini, V.I.D. consultissimi; quae est. Tomus secundus [DM] Francoforti, ex officina typographica Nicolai Bassaei 1586, fol., [ix]+416+[xliv]+308+[xv]p.
[IOANNES MAURICIUS], Tractatuum, de in integrum restitutionibus, iuris materia scholis foroque tam necessaria, quam frequentissima. Tomus tertius [DM] Francoforti, ex officina typographica Nicolai Bassaei 1586, fol., 222+[x] p. [mist p. 69-72]
[IOANNES MAURICIUS], Tractatuum, de in integrum restitutionibus, relectio sev potius iustus commentarius ad celebratissimam L. Sicuratorem habens. C. de in integrum restitutione minorum, suo ordine. Tomus quartus [DM] Francoforti, ex officina typographica Nicolai Bassaei 1586, fol., [xlvi]+513 [laatste deel tot p. 546 ontbreekt]
(Reusachtig convoluut met vier juridische werken, samengesteld door Johannes Mauricius, met commentaren van diverse andere juristen. De werken behandelen het recht op schadevergoeding of schadeloosstelling en verder onder andere commentaar op zaken die rechtsaanhangig zijn geweest. De eerste twee werken zijn compleet; de tweede overige missen pagina’s. In oorspronkelijke, door gebruik sleetse en bevlekte perkamenten band. Deel van perkament aan de achterzijde afgesneden. Op de rug twee gaten in het perkament, waardoor bindingen en hergebruikte oudere perkamenten bindstroken zichtbaar zijn. Titel “Tractatus de [testit]utionibus” in oud handschrift op de rug. Fraaie drukkersmerken op de vier titelpagina’s met verschillende versies van Vrouwe Fortuna, vergelijkbaar met het drukkersmerk dat de Goudse drukker Jasper Tournay bij de herstart na zijn faillissement ging gebruiken. Verder in het vierde deel een halve pagina-grote gravure van juristen die rond een tafel zijn geschaard. Schutblad onderaan deel afgescheurd. Rechts bovenaan Kleefse-Wezelse inschrijving “Hic liber emtus est Colon. 5 flor. batz et 9 als(?) in usum Arnoldi de Beijer, Clivo-Vesalii Ao. Salut MD.C.Ix [1609] mens. Octob.” Hieruit valt op te maken dat dit boek in gebruik geweest is van Arnold (Arnt) de Beijer (1544-1606) uit Nijmegen, die koos voor de Reformatie en in 1568 voor Alva naar Wezel vluchtte (veroordeeld door de Raad van Beroerten), waar een grote Nederlandse gereformeerde vluchtelingengemeente verbleef (vermelding in kerkenraadsacta, uitgegeven door Jan van Booma). Daar trouwde hij met een Wezelse burgemeestersdochter. Drie jaar na zijn overlijden en begrafenis in de Willibrordidom werd het boek blijkbaar door de erfgenamen verkocht. Onder de vermelding van De Beijer een andere in eigendomsinschrijving: “Modo me posides R.J. de Nerée 1736 Qui Sperons in Domine non Confunditur”. De Nerée was nazaat van een gelijknamige Franse geloofsvluchteling die in 1579 naar de republiek kwam).
MISSIVE ghemaeckt op den naem van schoudt, Burgermeesteren, Schepenen ende Raeden der Stadt Utrecht ende ghesonden aen de Staten van Hollandt, [orn.], Ende was ghedruckt tot Utrecht, by Jan Corneliszoon, gesworen drucker van zijn Excellencie ende mijn heeren Stichts van Utrecht, wonende inden Enghel byde Hieronimus Schole, anno 1587, 4o, 6p.
(Knuttel 795)
BEANTWOORDINGE van den Staten van Hollandt: Ghesonden aen den Schoudt, Burghermeesteren, Schepenen ende Raden der Stadt Utrecht. Op zeeckere missive op heurluyder naem ghemaeckt ende aen den Staten voornoemt ghesonden, [orn.], Ghedruckt t’Haerlem, by my Gillis Rooman, wonende inde Iacobinestrate, inde gulden Parsse 1587, 4o, 6p.
(Knuttel 797)
RESOLUTIE vanden Staeten van Hollandt op seeckere Vertooch aen hem-luyden ghedaen, van weghen den Dienaers des Goddelijcken Woordts vande Kercken van Hollandt [titelvignet] Tot Delft, by Aelbrecht Hendricksz., Drucker Ordinaris der Staeten ’s-Landts van Hollandt, 1587. Met privilegie, 11 p.
(Knuttel 799. Titelvignet met de Nederlandse leeuw in de tuin. Met losse papieren omslag. Gaaf exemplaar, met alleen lichte vochtvlek aan de onderrand).
UNIE OFTE VEREENINGHE vanden Landen van Hollandt ende Utrecht, voorden selven Lande ghemaeckt bij Keyser Kaerle inden Jaere vijfthienhondert xxxiiij, omme ten eeuwighen daghen onderhouden te worden, [titelvignet] Tot Delft, by Aelbrecht Hendricxs., Drucker Ordinaris der Staten s’landts van Hollandt, 1587, 8 p.
(Knuttel 801. Titelvignet met de Nederlandse leeuw in de tuin. Klein wormsleufje zonder tekstverlies).
REMONSTRANTIE by de Ridderschap & Edelen ende Steden van Hollandt ende West-Vrieslandt, ghepresenteert aen syne Excellentie binnen der stadt Dordrecht in Augusto 1587 [titelvignet] Tot Delf, by Aelbrecht Hendricxs. Drucker ordinaris der Staten s’landts van Hollandt, 1587, 4o, [viii]p.
(Niet in knuttel?)
[WILLEM VERHEIDEN], Nootelijcke consideratien die alle goede liefhebbers des Vaderlants behooren rijpelijck te overwegen opten voorgeslagen Tractate van Peys met den Spaengiaerden [Orn.] z.n., z.pl. 1587, 4o, [xviii] p.
(Knuttel 818. Willem Verheiden (1568-1598) schreef dit krachtige pamflet tegen de Spaanse vredeshandel, dat meerdere keren werd herdrukt. Zelf sneuvelde hij in de strijd bij Hulst)
SCHREIBKALENDER auff das Jar 1587, Calendarium Historicum, Historienkalender, 4o, 512+[xxvi] p.
(Onbekende uitgave van een Duitse schrijfkalender uit de omgeving Jena-Dresden-Leipzig, met per dag in druk genealogische, historische en andere opmerkelijke gebeurtenissen, door de eeuwen heen door diverse personen in oud-Duitse handschriften aangevuld met latere gebeurtenissen. Titelblad, voorrede ontbreken, eerste 14 pagina’s van kalender aan bovenzijde beschadigd met tekstverlies. Van register ontbreekt het gedeelte vanaf de letter N. Voorplatten los. Van boekband zijn alleen de planken van beide platten bewaard gebleven. Oudste inschrijving is van 22 april 1587 en betreft Matthias Cöler (Colerus), hoogleraar rechtswetenschappen aan de universiteit van Jena (ca. 1530-1587). Sommige inschrijvingen voorzien van resten van lakzegels. Enkele bladzijden met inktvraat. De kalender bevat vele tientallen andere inschrijvingen, zoals sterfgevallen, dopen en huwelijken, maar ook misdaden, natuurverschijnselen etc. Veel inscripties betreffen een familie Ziege uit Poppel (Christoph, Peter). Maar er worden ook andere namen vermeld, zoals de organist Johann Christoph Richter (1700-1785) uit Dresden. De Schreibkalender was in de Duitse gebieden vanaf het midden van de zestiende eeuw een zeer populair genre, waarbij het Calendarium Historicum uit 1550 van Paul Eber het prototype was, dat in een gelijknamige versie van Kaspar Goldtwurm uit 1554 een populaire navolger kreeg. Verder was ook het Calendarium Sanctorum et Historiarum van de lutherse predikant Andreas Hondorff uit Saksen, voortgezet door Vincenz Sturm, waarvan tussen 1573 en 1610 zes verschillende edities verschenen, veel gelezen en gebruikt. Deze kalender lijkt, qua aandacht voor de joodse en Romeinse kalender en de geografische achtergrond van de auteur, het dichtst bij onderhavige versie te liggen. De editie uit 1587 van dit werk verschilt toch in menig opzicht van ons exemplaar. Dat het om een uitgave uit 1587 gaat, is niet alleen op te maken uit de vroegste inscriptie, maar ook uit een tekst aan het eind van de kalender: “Das 1588. Jar nim war / Geschicht nichts newes / so vergehet die Welt gar”. Boekwerken als deze waren bedoeld om aan te vullen met persoonlijke aantekeningen en werden – vooral in adellijke kring – generaties lang in families bijgehouden en bewaard).
FRANCOYS DU JON [FRANCISCUS JUNIUS DE OUDERE], Admonition, chrestienne de F. Duion fidele serviteur de Dieu, aux chrestiens du Pays bas. Respondante aux fauffes doctrines, blasmes, & calomnies de Iean Haren, contre les Eglises des Protestans, & les Ministres d’icelles, en un livret intitulé: Les causes iustes et equitables qui ont meu Iean Haren, iadic Ministre, de quitter la religion pretendue reformee, pour se renger au giron de l’Eglise catholique [Orn.] A Amsterdam, pour Laurens Iaques, libraire, demourant sur l’eau a l’enseigne de la Bible d’oree, 1587, 8o, [xxi]+284p.
(Zeldzaam werk. Niet in STCN; wel een editie in UB’s Leiden en Utrecht zonder plaats en jaar, die op mogelijk Heidelberg en 1586 wordt gezet. Deze editie heeft een identieke titelpagina, maar geen impressum. Betreft reactie op een geschrift van de uit Valenciennes afkomstige Waalse predikant Jan Haren, die in aanzien stond bij Calvijn en Willem van Oranje, maar in 1586 te Antwerpen terugkeerde tot het katholicisme na lezing van diverse katholieke traktaten. In 1610 besloot hij tot een schuldbekentenis in de Waalse kerk van Wezel en werd hij weer gereformeerd. Ook deze stap lichtte hij weer toe in een uitvoerig geschrift: La Repentance deJean Haren et son Retour en l’église de Dieu, publiquement par lui récitée en l’église Wallonne de Wesel. Hij werd geen predikant meer, maar vestigde zich in de Republiek. De titel van dit boek uit 1587 van Junius luidt vertaald: “Christelijke vermaning van F. Duion, trouwe dienaar van God, aan de christenen van Nederland. Reactie op de valse doctrines, blaam en laster van Iean Haren tegen de protestantse kerken en haar predikanten, in een boekje: De rechtvaardige en billijke oorzaken die Iean Haren, de genoemde minister, ertoe brachten de zogenaamde gereformeerde religie te verlaten en terug te keren in de schoot van de katholieke kerk”. Het boekje dat in de titel genoemd wordt is: Bref discours des causes justes et equitables qui ont meu M. Jean Haren jadis Ministre, de quitter la religion pretendue reformee pour se renger au giron de l’Eglise catholique. Récitées publicquement au peuple d’Anvers en la grande salle du College des Peres de la Société de Jésus, le IX. jour de Mars 1586 par ledit Haren. Aquel sont adjoustées certaines demandes chrestiennes, proposées par ledit Jean Haren à un certain ministre protestant touchant les principaux pointz de la Religion catholicque. Livre tres-utile et necessaire pour le temps présent, affin de descouvrir à plain la malice des ennemis de l’Église et du repos publicq (Paris, 1586, Anvers, 1587). François Duion, auteur van het kritische geschrift over Haren, was in het Franse Bourges geboren Franciscus Junius the oudere (1545–1602) die bekendstond om zijn gematigdheid. In originele perkamenten band, met resten van sluitleertjes. Perkament achterplatten links onderaan met lichte vochtschade. Ook achterste schutbladen met lichte vochtschade. SJH).
GEORG BRAUN, FRANS HOGENBERG, GOVDA, elegantiss. Hollandiae Opp. ad Isalam amnem, ubi Goudam flu à quo Opidum nomen habet, absorbet 1585 [Keulen, 1588]
(Bekende stadsplattegrond van Gouda, waarop de locaties van het in 1577 afgebroken kasteel aan de Hollandse IJssel en de diverse kloosters en kapellen nog zijn aangegeven. Handgekleurd, met stadswapen in blauw in plaats van het gebruikelijke rood. Op achterzijde een stadsbeschrijving in het Latijn).
ROBERTUS BELLARMINUS, Disputationum politiani
, Societatis Iesu, de controversiis christianae fidei adversus huius temporis haereticos, Tomus secundus, Ad S.D.N. Sixtum V. Pont. Max. [dm] Ingolstadii, ex typographia Davidis Sartorii. Anno Domini 1589, 8o, [xxxix] + 335 + 198 p.
(Verdediging van de katholieke leer, waarbij de hoofdleerstukken systematisch worden behandeld. Eerste druk van het tweede deel van een veelvuldig herdrukt werk. Deel 1 verscheen in 1586 en het derde deel in 1593. Omslag van gestempelde varkenshuid op hout, compleet met twee koperen boekklampen. Voorin eigendomskenmerk van spreuk uit 1598 van Georgius Rotarius “Art. lib. Indigniss sacerdos”. Op titelpagina eigendomskenmerk “Monasterii Wedinghausani”, een premonstratenzer klooster in het Duitse Arnsberg, tussen Dortmund en Kassel. Vochtvlekken en op sommige plaatsen marge-aantekeningen in rode inkt).
NICOLAUS GALLERIUS, Evangeliorum per universum annum explicandorum ratio, una cum usu catechismi a Sancta Synodo Tridentina ad parochos scribi iussi; secundum usum Romanum. Additum suis locis, quid, quo, quo tempore sit revocandum populo in memoriam ex Ecclesiæ Catholicæ insituto […], [DM] Brixiæ, apud Petrum Mariam Marchettum, 1589, 8o, [x]+353p.
(Methode om de evangeliën het hele jaar door uit te leggen, samen met het gebruik van catechismus, op voorschrift van het Concilie van Trente en aan de geestelijkheid opgelegd. De auteur was kanunnik in Padu (Patavinus). Het boekje is gedrukt in het Italiaanse Brescia. Met originele perkamenten band, die aan achterzijde in slechte staat is. Boekblok uitstekend. SJH).
REMONSTRANTIE aen sijne Excellentie, Mijn Heere den Stadthouder ende capiteyn generael over Hollant, ende aen de Heeren Edelen, mitsgaders borgemeesters, schepenen, raden, ende vroedschappen van de steden van den selven lande, z.pl., z.j. [1589], 4o, [xxviii] p.
(Ongedateerd verzoekschrift aan stadhouder en Staten van Holland van de magistraten van Dordrecht, Haarlem en Gouda, betreffende de doorvaart en de kwestie met Rotterdam over de Hildam. Het is zeer waarschijnlijk dat de tekst is opgesteld door François Vranck, stadspensionaris van Gouda, die ook de Deductie en een Goudse vredesplan heeft opgesteld in deze jaren. Gebonden in fraai gemarmerde hardkartonnen band en kunstleren rug met goudornamenten. Op het voorplat de titel “Remonstrantie”).
MARTINUS CHEMNICIUS, Examinis decretorum Concilii Tridentini complectens explicationem locorum, De Virginitate, Deccelibatu Sacerdotum, De Purgatorio & de Inuocatione Sanctorum. Teria pars. [DM] Francofurdi ad Moenum 1590, 8o, [ix]+448+[lvii]p.
MARTINUS CHEMNICIUS, Examinis decretorum Concilii Tridentini complectens explicationem locorum,de reliquiis Sanctorum, De imaginibus, De indulgentiis, De ieiuniis, De ciborum delectu, & Festiis, Quarta et postrema pars. [DM] Francofurdi ad Moenum 1590, 8o, [xiii]+352+[xl]p.
(Aan de onderzijde sleetse, maar fraai geblindstempelde band van varkensleer. Met op voorplatten de naam “MIGBV” en het jaartal 1594. Tussen beide is een familiewapen gedrukt, met twee leeuwtjes, een wapenschild en een jachttafereel. Erboven de tekst “Verbum Domini manet in aeternum” (Het Woord van de Heere blijft in eeuwigheid), het motto van de lutherse Reformatie. Op de rug in oud handschrift: “Mart. Chemnitu, Examen Concilii Tridentinii, Pars III et IV”. Naast het drukkersmerk op de titelpagina eigendomsinschrijving: “Sum ex libris Wolfgang Nussa lic. crim.”. Gedrukt in Frankfurt am Main. Magister Martin Chemnitz (1522-1586), afkomstig uit Treuenbrietzen, studeerde in Wittenberg 1545 en was bibliothecaris van de Slotbibliotheek in Königsberg 1550 en Superintendent in Braunschweig vanaf 1567-1584).
Convoluut
JUSTUS LIPSIUS, Politicorum sive civilis doctrinae libri sex. Qui ad principatum maximè spectant. Editio altera.quam auctor pro germanâ & sidâ agnoscit [DM] Lugduni Batavorum, Ex Officina Plantiniana, Apud Franciscum Raphelengium 1590, 8o, [xxx]+302p.
JUSTUS LIPSIUS, Ad libros politicorum breves notae [DM] Lugduni Batavorum, Ex Officina Plantiniana, Apud Franciscum Raphelengium 1595, 8o, 48p.
JUSTUS LIPSIUS, De Constantia libri duo. Qui alloquium praecipuè continent in publicis malis. Quinta editio, melior & notis auctior [DM] Lugduni Batavorum, Ex Officina Plantiniana, Apud Franciscum Raphelengium, 1591, 8o, [xvi]+119+[viii]p.
JUSTUS LIPSIUS, Epistolica Institutio, Excepta è dictandis eius ore, anno 1587. Adiunctum est Demetrij Phalerei eiusdem argumenti scriptum [DM] Lugduni Batavorum, Ex Officina Plantiniana, Apud Franciscum Raphelengium 1591, 8o, 44p.
JUSTUS LIPSIUS, Epistolarum centuriae duae: Quarum prior innovata, altera nova [DM] Lugduni Batavorum, Ex Officina Plantiniana, Apud Franciscum Raphelengium 1591, 8o, 304 p.
(Convoluut met vijf werken van de Leidse hoogleraar Justus Lipsius. Het eerste werk, waarvan de eerste editie in 1589 bij dezelfde drukker verscheen, riep de woede op van Dirck Volckertsz Coornhert. Hij vond het onbestaanbaar dat Lipsius overheden het recht toekende om ketters te doden als de rust en orde in een land dat vereiste. Dat leidde tot een felle schriftelijke polemiek tot Coornhert op 29 oktober 1590 overleed. De drukker van deze werken is Frans van Ravelingen, schoonzoon van de fameuze Antwerpse drukker Christopher Plantijn. Hij trok na de val van Antwerpen naar Leiden om daar een Plantijnvestiging te starten. Hij werd aangesteld als academiedrukker. Op alle vijf titelbladen een gravure van het bekende drukkersmerk van Plantijn, met de gulden passer. De vijf werken zijn gebonden in een sterk gewreven kalfsleren band, met gaatjes voor sluitlinten. Eerste schutblad ontbreekt. Op eerste titelblad naast het drukkersmerk ex libris-inschrijving waarbij naam is doorgehaald. Bovenaan de pagina is ook een naam doorgehaald en staat “J.L. Peters”. Boek bij samenbinden kort afgesneden, met enig tekstverlies van marge-aantekeningen. In laatste werk sporadische marge-aantekeningen en onderstrepingen in oud handschrift).
DIRICK VOLCKARTSZ. COORNHERT, Proces Vant Ketterdoden ende dwang der Conscientien. Tusschen Wolf-aardt Bisschop, Advocaat van Theodore de Beza metten zynen daar voor ende Dirick Volckartsz. Coornhert daar teghen sprekende. Tweede deel Kerckelijck. Ter Goude, By Jaspar Tournay. In den jare 1590, 8o, 383+[vii] p.
(Verdediging van de vrijheid van consciëntie door Coornhert. Geschreven kort voor zijn overlijden op 29-10-1590 in Gouda in het kader van zijn debat met Lipsius. Met opdracht aan Goudse stadsbestuur. Zonder het eerste deel “Politijck”. Latere band van half leer, half karton; ribben en rugschildje met de tekst “Proces van ketterd.”. Zonder eindbladen. Enkele wormgaatjes. Kleine, vrijwel onzichtbare, reparatie van rechter benedenhoek titelpagina).
THEODORUS VOLCHARDUS COORNHERT, Defensio processus de non occidendis haereticis, contra tria capita libri 4. Politicorum I. Lipsii. Ejusque libri adversus dialogistam confutatio. Sub extremum mortis fatum per suae patriae libertatis studiosissimum Theodorum Volchardum Coornhert conscripta, Goudae, ex officina Petri Simonis Kies. Anno 1591, 8o, 88 p.
THEODORUS COORNHERT, Epitome processus de occidendis haereticis, et vi conscientiis inferfnda[!]. Inter Iustum Lipsium, politicorum auctorem anno 1589. ea asseverantem, et Theod. Coornhertium eadem refregentem, Goudae, typis Zasseni Hoenii 1592, 8o, 236 p.
(Geschriften van Coornhert tegen Justus Lipsius over het ketterdoden in de Latijnse versie, verschenen in de eerste twee jaren na het overlijden van de auteur en uitgegeven in zijn woonplaats Gouda).
(Originele perkamenten band, aan achterzijde links onderaan iets afgescheurd; rug met vier leertjes; openingen voor sluitlintjes, lintjes zelf zijn verdwenen. Binnenwerk met enkele lichte vochtvlekken. Met ex libris Bibl. Hammen Stockholm. Gekocht bij antiquariaat in Zweden; voorin enkele korte aantekeningen in oud handschrift over Luther en anabaptisten).
FRANCISCUS COSTERUS, Schildt der Catholijcken teghen de ketterijen: inhoudende de principaelste gheschriften die in onsen tijden opgeresen zijn in ’t geloove, met een oprechte verclaeringhe der selver. Ende nu nae den laetsten druck in Nederduytsche taele overgeset door M. Govevaert vanden Berghe, B.S.T. pastoor van Oosterweel [DM] T’Antwerpen. In de druckerije van wijlen C. Plantijn, by de weduwe ende Jan Mourentorf, 1591, 8o, [xxx]+451+[ix]p.
(Franciscus Costerus of Frans de Costere (1532-1619), bijgenaamd de ketterhamer, was een jezuïet die behoorde tot de felste polemisten van de contra-reformatie. Hij verbleef lange tijd in Keulen en reisde diverse keren naar Rome. Van 1589-1619 woonde hij in Brussel. Dit boek lokte een uitvoerige reactie uit van Franciscus Gomarus, de streng-gereformeerde hoogleraar theologie in Leiden. In uiterst goed geconserveerde originele perkamenten spitselband. Titelpagina gedrukt in rood en zwart, met het bekende drukkersmerk met de gulden passer van Plantijn. Klein vlekje op titelblad. Rood-gespikkeld op snee. SJH)
GUILLELMUS PEPIN, Sermonum ad Sacros Evangeliorum sensus explicandos. Pars quadragesimalis [DM[ Venetiis ex Ioannis Antonij Bertani [colofon aan het eind: Antonium Bertanum] typographeio 1591, 8o, 499 fol. [=998p.]+[i] p.
(Guillaume Peppin (1465 – 1533) was een dominicaner monnik uit Frankrijk en een begenadigd prediker. Hij studeerde aan de Sorbonne en was in brede kring bekend om zijn advents- en vastengebeden en om zijn commentaar op Genesis. In originele band van overslaand perkament, met een (van 2) sluitleertje. Perkament voorplat wat bobbelig. Aan binnenzijde achterplat delen van oud handschrift. Laatste deel van het boek aantekeningen in oud handschrift in de marge).
PETRUS CANISIUS, Natae in Evangelicas lectiones quae per totum annum festis sanctorum diebus in ecclesia catholica recitantus. Opus ad pie meditandum ac simul ad precandum Deum accommodatum & nunc primum in lucem editum [DM] Friburgi Helvetiorum, Ex officina typographica Abrahami Gemperlini 1593, 4o, [xxiii]+848+[viii]p.
(Gebedenboek van Petrus Canisius voor de kerkelijke feestdagen, gedrukt in Zwitserland. Fraai schoon boekblok. Bibliotheekstempels van Ignatiusbibliotheek Nijmegen en bibliotheek Canisianum Maastricht op schutbladen. Stempel van laatste bibliotheek ook op privilegepagina, met datum 17-6-1963. Kartonnen platten en zeer sleetse lederen rug met titel in handschrift: “V.D. Canisii, Notae in festa sanctor”).
IOANNIS OSORIUS, Tomus secundus concionum. A Dominica prima post Pascha, usque ad Adventum [DM] Lugduni, in officina Hug. a Porta, apud Fratres de Gabianu, 1594, 8o, [vii]+632+[lx] p.
(Het eerste deel van preken. Vanaf de eerste zondag van de advent tot de opstanding en het tweede deel van de preken. Vanaf de eerste zondag na Pasen tot Advent. Osorius was een Spaanse jezuïet uit Burgos. Op het titelblad van het tweede deel eigendomsinschrijving: “Sum Corn. Oosterlaen, 1681”. Oosterlaen was 25 jaar lang pastoor in Randenburg, nabij Gouda, tussen Boskoop en Reeuwijk. Twee (van drie)delig werk in originele perkamenten spitselbanden, waarvan perkament bij de omslag krult. Sporen van sluitlinten. Op de vervuilde rug in oud handschrift “Osorii Conciones, Pars, seu Tomus I” en idem Tom II). SJH).
PLACCAET. Inhoudende naerder verclaringe ende verbot vande tsamencompsten , conventiculen oft vergaderinghen van die hen pretenderen te wesen vande Roomsche Religie. Ende oock teghens het hertrouwen ende herdoopen [Wapen van Holland], In sGravenhage, by Aelbrecht Heyndricsz., drucker ordinaris der Heeren Staten slandts van Hollandt, 1594, 4p.
(Verbod op de openbare uitoefening van de rooms-katholieke religie. Dat werd in april 1573 voor het eerst door de Staten van Holland uitgevaardigd, hoewel er vreemd genoeg geen enkele schriftelijke weerslag van is overgeleverd. Dit plakkaat uit 1594 ging vergezeld met visitaties en versterkte druk van het Hof van Holland om de verbodsbepalingen te handhaven, ook in Gouda, waar de magistraat volgens de jezuïeten bestond uit ‘zoetemelkse geuzen’)
MARCUS VALERIUS MARTIALIS, Epigrammation libri XII. Xeniorum Lib. I. / Apophoretorum Lib. I. Omnia ad vetustiorum codicum fidem diligenter emendata, scholiis in margine illustrate apposite etiam varietate lectionum: ac demùm decem epigrammatis ex eodem vetusto codice suis locis adiectis, aucti, opera Hadriani Iunii, Medici [DM] Lugd. Batavorum, ex officina Plantiniana, apud Franciscum Raphelengium 1595, 16o, 335p.
(Met opdracht van Hadrianus Junius aan Joannes Dousa, de eerste bibliothecaris van de Leidse Universiteit. In gaaf spitselbandje met omslaand perkament. Op achterste schutblad eigendomsinschrijving “F. ’t Hartt”. Eigendomskenmerk op titelblad: “S.J.H.” (Jezuïeten Haastrecht). SJH).
COPYE Also naer verscheyden questien ende geschillen, geresen geweest sijnde tusschen den Dijckgraeve ende Hoghe heemrraiden van Rijnlant ter eenre, ende den burgermeesteren der stadt Leyden ter andere, 4o, z.pl., z.j. [niet voor 1658; uitgegeven 28-11-1595; voortgezet 8-5-1658], incompleet
(Onolledig en slordig gebonden exemplaar).
PLACCAET van mijn Heeren de Staten Generael vande vereenichde Nederlanden, daerby ordre gestelt wordt opt verleenen vande paspoorten voor degene commende uyt vyanden lant ende derwaerts gaende. Item tegen de Jesuiten ende derselver scholen, mitsgaders degene die hen begeven ter scholen inde Universiteyten, staende onder de tirannige Heerschappie der Spaignaerden ende in deselve heure promotie alreede genomen hebben oft voorder sullen nemen [Wapen Holland], In s’Gravenhaghe by Aelbrecht Heyndricksz., drucker ordinaris der Heeren Staten Generael 1596, 4o, 6p.
(Tiele 388. Gedateerd 4 april 1596. Zonder omslag. Op titelblad twee bibliotheekstempels Den Haag).
IOANNIS CHRYSOSTOMUS, Expositio in divi Pauli epistolas. Græca Vernonensis editio, locis quam plurimis mutila, integritati restituta ope mff. illustriss. Bibliothecæ Palatinæ & Augustinæ, [DM], apud Hieronymum Commelinum [Heidelberg] 1596, fol., p. 961-1975.
ANDREAE ARCHIEPISCOPI CÆSAREÆ CAPPADOCIÆ, In D. Ioannis Apostoli & Evangelistæ Apocalypsin commentarius, Theodoro Peltano interprete, Opus Græce nunc primum in lucem prolatum ex illustri Bibliotheca Palatina, Fridericus Sylburgius archetypum Palatinum cum Augustano & Bavarico m.s. contulit, Notis & indicibus illustrauit, [DM] E typographeo Hieronymi Commelini [Heidelberg] 1596, fol, [vi]+114 p.
(Commentaren in Latijns en Grieks op de brieven van Pauls en de Apocalyps, gedrukt door Hieronymus Commelin in Heidelberg in de Palts. Originele, sleetse, band, met op de rug “Chrysostom in epistol Pauli Tom II”. Gat in leer voorplatten provisorisch gedicht, evenals gat in groot drukkersmerk op titelblad van eerste werk. Op dit titelblad bibliotheekstempel Studiehuis Minderbroeders Nijmegen en een onleesbaar stempel. Ander drukkersmerk op titelblad tweede werk: een zittende vrouwe Fortuna, identiek als het drukkersmerk dat midden zeventiende eeuw werd gebruikt door de drukker Johannes Rammazeyn uit Gouda. Boek heeft opengeslagen op replica boekenkast Goudse Librije gelegen in tentoonstelling Uitgelezen in Museum Gouda voorjaar 2015)
GREORGII FABRICII CHEMNICENSIS, Virorum illustrium seu historiae sacrae: Libri X recogniti, et aucti [DM] Lipsiae, impensis Valentini Vœgelini [achterin: Lipsæ, imprimebat Michael Lantzenberger, anno 1596], 8o, [xiv]+324+[xli]p.
(Over illustere mannen uit de geschiedenis. Fabricius (1511-1571) was afkomstig uit Chemnitz in Oost-Duitsland. Hij studeerde in Leipzig en verwierf bekendheid als dichter en als kenner van de oudheid. In originele spitselband, met resten van twee sluitleertjes. Perkament wat gebobbeld en krom. Eerste pagina’s aan de rechterzijde rafelig door kromgetrokken perkament-omslag. SJH).
SIR RICHARD BARCKLEY, A discourse of the felicitie of man: or his summum bonum. [dm] London, printed for William Ponsonby, 1598, 4o, [xxiii] + 618 + [ii] p.
(Met interessante verhalen over Brazilië, Peru en Florida, p. 126-128; beschrijving van moord op Willem van Oranje, p. 244-246. Ontbrekend katern – p.51-62 – in facsimile toegevoegd. Eigentijdse lederen band met gerestaureerd binnenwerk. Hier en daar vlekkerig. Op schutblad eigenaarskenmerk “Tho Bullock”. Tegenover titelpagina gravure van struik met spreuk “Flores cit Funere fama”. Op titelpagina doorgehaald eigendomskenmerk en “Ghall” (?). Boven opdracht: Tho Bullock 1702″. Laatste blad dezelfde struik. Op achter-zijde daarvan op de kop enkele penoefeningen “1642 Have mercy one me lord and grant to me thy grace. The lord is only my support and he that doth me fede”. Geschonken aan mijn Engelse schoonzoon.).
COPIE VANDEN ARTICULEN begrepen inden accorde, verbontenissen ende eenicheyt gemaect ende opgerecht tusschen den Staten der provintien vanden Nederlanden ende den Doorluchtigen hoochghebooren Vorst ende Heere de Prince van Oraengien Grave van Nassau etc., Staten van Hollant, Zeelant ende heure gheassocieerden door commissarissen over beyde syden respectivelicken ghedeyputeert: besloten tot Gendt opten viii-en novembris 1576 [DM], in ’s Graven-Haghe by Aelbrecht Heyndericxsz., anno 1598, 4o, [viii] p.
(Knuttel 267. Letterlijke herdruk van de artikelen van de zogeheten Pacificatie van Gent van 8 november 1576. De oorspronkelijke tekst werd gedrukt in Delft door Schinckel. Deze editie met drukkersmerk met slak en tekst ‘Paulatim avec le temps’. Met papieren omslag).
COPIE VAN ZEKEREN BRIEF gheschreven by een van qualiteyt, aen den Abt van N., wesende tot Brussel. Ende van de donatie ofte cessie der Nederlanden aen de Infante van Spaignen, met de annotatien op dezelve, mede-brenghende in het kort het voornemen van den Spaenschen Raet: tot waerschouwinge van alle vrome liefhebbers der Nederlantsche rechten ende vrijhedenjeghens de gheweldighe ende bedrieghelijcke handelinghen der Spangiaerts ende hare adherenten [wapen], Anno M.D.XCIX [1599], 4o, [xvi]p.
(Knuttel 1105. Zonder omslag. Titelblad vlekkerig).
JANUS DOUSA NORDOVICUS, Annales rerum a priscis Hollandiae comitibus per CCCXLVI Annos gestarum continuatâ serie memoriam complectentes. Nunc primitus in unum metricae Historiae corpus redacti atque in X Libros tributi ac dispartiti, Hagae-Comitis, Ex officina Alberti Henrici, 1599, 4o, [xxxvi]+264 p.
JANUS DOUSA filius, Bataviae Hollandiaeq Annales. Concepti atque inchoati tam olim, Ex Officina Plantiniana, Christophorus Raphelengius, Academiae Lugduno-Batavae Typographum, 1601, 4o, [xxxvi]+501+11p.
JANUS PHILODUSUS, Petri Philomvsi filius, Antonii Tragoctoni nep., Aduersus nuperum Petri Cornelissonii Bockenbergii Scriptum pro Iano Dovsa Nordovico domino responsio, Lugduni Batavorum, 1602, 4o, 32p.
(Twee uitgaven – 1 op rijm (een metrische versie) en 1 in proza – van de annalen van Holland. De in Noordwijk geboren Jan van der Does senior, alias Janus Dousa (1545-1604), een humanistisch dichter, filoloog en bestuurder, was bevelhebber tijdens het Beleg van Leiden, lid van het curatorium en de eerste bibliothecaris van de Leidse Universiteit. Hij gaf 1601 de door zoon Jan (1571-1596) in proza genoteerde annalen uit. Zelf had hij ze eerder in verzen gezet en in 1599 uitgegeven. Beide uitgaven van vader en zoon zijn in dit convoluut samengebracht. Het derde werk in deze band is een door Janus Dousa uitgegeven geschrift van ene Janus Philodusus (‘Janus de Dousa-liefhebber’) en een reactie op het werk van ‘staatsgeschiedschrijver’ Petrus Cornelisz Bockenberg uit Gouda. Alle drie deze werken maken onderdeel uit van de zogeheten “Bockenberg-controverse”, die begon nadat Dousa de draak stak met het werk van Bockenberg. Beiden bestookten elkaar met hekeldichten en geschriften, waarbij ook anderen zich niet onbetuigd lieten. Janus Philodusus was een schuilnaam die werd gebruikt door een groep Leidse humanisten, bestaande uit Daniël Heinsius, Petrus Scriverius, Hugo Grotius en mogelijk ook Dominicus Baudius. Bockenberg zou in 1603 ook weer op dit werk reageren. Achter deze twist wordt een waaier van motieven vermoed, uiteenlopend van historiografisch-methodische kritiek en wetenschappelijke onafhankelijkheid tot politieke en religieuze tegenstellingen. Gebonden in één band van met perkament overtrokken houten platten. Het achterplat is enigszins en het voorplat flink kromgetrokken. De titelpagina van het eerste werk is wat vervuild met in het voorwerk ezelsoren. De schutbladen zijn gebruind. Het boekblok is tamelijk fris. De drukker van het eerste werk was Aelbrecht Hendricksz. van Leuningen, die in Delft woonde en in 1582 landsdrukker werd. Drukker van het tweede (en derde?) werk, Christoffel Plantijn (1520-1589). verhuisde in 1583 van Antwerpen naar Leiden. Daar werd hij drukker van de Leidse universiteit. In 1585 keerde hij terug naar Antwerpen en zijn schoonzoon Franciscus Raphelengius (1539-1597) nam de drukkerij van hem over. Diens zonen Christoffel, Franciscus en Justus volgden hem op in de drukkerij en uitgeverij. Het eerste en het tweede werk zijn overvloedig aanwezig in grote bibliotheken. Het derde werk is tamelijk schaars: het is beschikbaar in 5 Nederlandse en 2 Engelse bibliotheken.
Geachte Heer Abels,
Ik schrijf de Inleiding op mijn vertaling van Spinoza’s Politiek traktaat. Daarin speelt de Deductie (Corte Vertoningh) van François Vrancken een aanzienlijke rol. Wikisource geeft een transcriptie, maar die stikt van de fouten. Ernst Kossmann geeft een selectie in Engelse vertaling (1974), dan is er een selectie in hedendaags Nederlands door ene H. Vermaas (1948). De Deductie staat geregistreerd in de Knuttel. Maar vind ik de oorspronkelijke tekst? Is er een digitale versie? Of kan ik de tekst inzien in Gouda? Kunt u me een advies geven?
vriendelijke groet,
Maarten van Buuren
hoogleraar UU
Beste Maarten,
Excuus voor mijn late antwoord. Ik was op vakantie. Je bent altijd welkom in Gouda, maar de oorspronkelijke uitgave van de tekst is ook ingescand in TEMPO van de B. Je vindt het gedigitaliseerde pamflet onder:https://primarysources-brillonline-com.access.authkb.kb.nl/browse/dutch-pamphlets-online/corte-verthoninghe-van-het-recht-byden-ridderschap-eedelen-ende-steden-van-hollandt-ende-westvrieslandt-van-allen-ouden-tden-in-den-voorschreuen-lande-ghebruyckt-tot-behoudenisse-vande-vryheden-gherechticheden-priuilegien-ende-loffelicke-ghebruycken-vanden-seluen-landen;dutchpamphletskb0kb01058?search=Corte%20verthooninge%20van%20het%20recht%20by%20den%20Ridderschap&searchStart=0&searchTotal=8&search-go=&q=Corte+verthooninge+van+het+recht+by+den+Ridderschap&sort=true&fq=collection%3A“dutch-pamphlets-online”