Vrouwen in Museum Gouda (3) Het steenrijke klopje Anna van Geffe (Annetge Huymendr.) (1635-na 1661)

In deze en volgende afleveringen over vrouwenportretten in Museum Gouda aandacht voor de beeltenis van een klop. Dat waren in de 17de en 18de eeuw zogeheten geestelijke maagden, die een geestelijk leven in de wereld leidden in plaats van in een klooster. Dit typisch Nederlandse verschijnsel, uit nood geboren omdat de overheid een algemeen kloosterverbod had uitgevaardigd, nam ook in Gouda een hoge vlucht. Een van hen was deze Anna van Geffe (Annetge Huymendr.). Zij was klop (geestelijke of of ook wel bejaarde dochter genoemd) in Rotterdam en daarna in Gouda. Het schilderij heeft geen signatuur en haar naam wordt evenmin op of het doek of aan de achterzijde vermeld. Haar voorkomen, de historische context van het schilderij en de provenance (herkomstgeschiedenis) ervan maken het mogelijk haar met een grote mate van waarschijnlijkheid te identificeren als Anna van Geffe, ook wel Annetge Huymendochter genoemd.

Voorkomen

Marieke Abels stelt op grond van de kleding dat het hier om een klop gaat: “Op het portret staat een vrouw van middelbare leeftijd afgebeeld. Ze is tegen een donkere achtergrond geschilderd, kijkt de toeschouwer recht aan en heeft een boekje in haar handen. Mogelijk is het een kloppenboekje of bijbel, waarmee de schilder verwijst naar de religieuze identiteit en wijsheid van de vrouw. Het klopje is dik aangekleed; wellicht werd het schilderij daarom in de winter gemaakt.

Hoewel het een traditioneel kloppenportret lijkt, zijn er geen duidelijk religieuze verwijzingen zoals een heiligenbeeld, rozenkrans of crucifix geschilderd. […] De kleding van de vrouw is sober en komt overeen met regelgeving uit de kloppenboeken. Ze draagt geen sieraden of andere vormen van versiering. De klop heeft een wit korset om haar romp en draagt een zwarte rok. Onder de witte mouwen van haar gewaad steken zwarte biesjes uit. Ze heeft een witte kloppentip op haar hoofd met daarover een zwarte gesteven hoofddoek, die ver tot over haar gezicht valt. Verder draagt ze een wit korset. De hoofddoek van het klopje is eveneens opmerkelijk; deze werd namelijk alleen buiten gedragen. In de privésfeer droegen de maagden meestal alleen een kloppentip op het hoofd”.[1]

Historische context

Cruciaal voor de identificatie van dit portret als dat van Anna van Geffe is een korte passage in het handschrift over katholieke kerkzaken van de Goudse stadsgeschiedschrijver Ignatius Walvis.

“Op 26 februari 1649 overleed pater Gregorius Simpernel, eerste minrebroeder [franciscaan] zendeling ter Goude. Voor sijnen dood had hij sijne broeders van woon- en kerkplaatse bezorgd. Een last van vierduizend guldens, die hij er op liet, deede onder den volgenden, eene juffrouw Anna van Geffe, rijke geestelijke dochter onder den Heer Hoogewerff van Rotterdam naar der Goude verhuist, heel en al af”.[2]

Bernard Hoogewerff, biechtvader van Anna van Geffe

Uit de mededeling van Walvis kunnen verschillende dingen worden afgeleid. Anna van Geffe was inderdaad een klop, telg uit een vermogende Rotterdamse familie. Zij behoorde tot de entourage van Bernard Hoogewerf (1613-1653). Van hem is bekend dat hij na studie in Leuven priester werd in statie de Oppert in Rotterdam, gewijd aan de HH Laurentius en Maria Magdalena, en de stichter was van de tweede seculiere statie te Rotterdam, het Paradijs. Van hem is bekend dat hij in de Oppert alleen al twaalf kloppen aan zich gebonden had, die catechismusonderricht gaven.[3] Wellicht was Anna er daar een van. Op enig moment moet zij Rotterdam en haar seculiere biechtvader hebben verlaten om zich in Gouda te vestigen, onder bescherming van de daar actieve reguliere pater-franciscaan, op dat moment Joannes van der Elst. Anna gebruikte het van haar ouders geërfde kapitaal om de resterende hypotheek van 4000 gulden, die nog rustte op de door Van Elsts voorganger Gregorius Simpernel gebouwde kerk aan de Hoge Gouwe, af te betalen.

Dat Anna van Geffe verhuisde van Rotterdam naar Gouda is op zichzelf niet uitzonderlijk. Er bestonden na de Reformatie nauwe banden tussen de katholieke gemeenschappen in beide steden. Enkele vermogende Gouwenaars, zoals Gijsbert Rooloos en Heyman Bick speelden in de jaren dertig een belangrijke rol bij de aankoop van onroerend goed ten behoeve van nieuwe in te richten (schuil)kerken. Bick was zelfs getrouwd met Anna Kievits, telg uit de belangrijkste Rotterdamse katholieke familie.[4]

Wat weten we verder van Anna van Geffe(n)?  Zij was dochter van Huymen (Huijman, Human) Claesz. van Geffen, een vermogende korenkoper en Maertge Pietersdr Spaen uit Rotterdam. Haar ouders woonden aan de zuidzijde van de Hoochstraat.[5] In 1636, kort na haar geboorte, verloor Anna al haar vader. Haar moeder bleef met haar achter met meerdere kinderen, die in dat jaar elk hun legitieme portie uit de nalatenschap van hun vader kregen, dus ook Anna.[6] In 1653, toen zij 17 jaar was, liet Anna zelf – “sieckelijck sijnde” – een testament opstellen. Daarin vermaakte zij haar huisraad en een bedrag van 4000 gulden aan Maertgen Pietersdr. Van Thuyl, een jongedochter die bij haar inwoonde. Een neef, Jacobus Spaen zou na haar overlijden 2000 gulden ontvangen. De resterende goederen moesten naar haar nicht Weyntgen Renten gaan, een dochter van haar oma, op voorwaarde dat ze niet naar Engeland zouden verhuizen.[7] Hieruit blijkt dat Anna reeds op jonge leeftijd behoorlijk vermogend was.

Een jaar later groeide Anna’s vermogen nog aanzienlijk, toen zij als enige erfgenaam alle bezittingen kreeg van haar overleden grootvader Claes Jansz van Geffen, net als haar vader ook een vermogend korenkoper. Opmerkelijk daarbij is dat de boedelinventaris onder meer werd opgemaakt door de uit Gouda afkomstige Heyman Bick en dat de hele lijst werd voorgelezen ten overstaan van onder meer de eerdergenoemde Maertge Pietersdr, die hier Vrouwe van Tuijl wordt genoemd. Tot de boedel behoorde onder meer een huis en erf in de Lombardstraat, diverse rentebrieven en obligaties, het nodige aan baar geld, zilverwerk, juwelen, meubels en huisraad.[8]

Uit een notariële akte uit 1654, een jaar daarna, blijkt dat Maertge Pietersdr van Tuyl “haar goede vriendin was”. Zij lag op dat moment ziek op bed en maakte Anna tot haar erfgenaam.[9] Kort daarna deed Anna het omgekeerde.[10] Enkele maanden later liet Anna opnieuw een testament opmaken. Dit keer werd haar neef Franciscus Sovenij, genaamd van Geffen, tot erfgenaam benoemd. Enkele andere familieleden zouden elk 1000 gulden krijgen en Maertge Pietersdr., die nu haar dienstmaagd wordt genoemd, zou het niet onaanzienlijke bedrag van 5000 gulden krijgen, evenals haar kleding en huisraad.[11] Twee dagen later liet zij aan dit testament toevoegen dat zij van het vermogen dat ze van haar grootvader Claes Jansz van Geffen had geërfd, zou nalaten aan Bernardus Outheusden.[12] Uit haar sierlijke handschrift bij de ondertekening blijkt dat zij goed onderricht moet hebben genoten.

Uit een attestatie of verklaring uit 1661 blijkt dat genoemde Bernard (van) Oudheusden tot dat jaar de administrateur en voogd was over de nu meerderjarige Anna. De andere voogd was de eerdergenoemde Gouwenaar Heyman Bick. Beiden verklaarden dat zij de nalatenschap van haar grootvader Claes Jansz van Geffen naar behoren hadden afgehandeld. De akte werd medeondertekend door Theodorus van Pelt.[13] Een dag later verscheen Anna, het enige kind van Maertge Spaen, zelf bij de Rotterdamse notaris, geassisteerd door eerdergenoemde Theodorus van Pelt die dan haar voogd blijkt te zijn. Zij verklaarde dat zij van de administrateur Van Heusden uit de nalatenschap van haar grootvader een bedrag had ontvangen van 10.623 gulden.[14]

In het najaar van 1661, toen Anna 26 jaar was, verscheen ze opnieuw bij notaris Roose om vaker genoemde Maertge Pietersdr. Van Tuyl te machtigen de penningen te ontvangen die zij hier en daar nog heeft uitstaan. Opmerkelijk daarbij is dat zij in deze akte wordt aangeduid als ‘bejaarde dochter’, een aanduiding voor klop.[15] Dat Anna op dat moment haar vriendin en dienstmaagd machtigde om financiële zaken voor haar te regelen, de aanduiding dat zij een klop was en het na deze datum verdwijnen van haar naam uit de Rotterdamse bronnen, zouden erop kunnen duiden dat haar verhuizing naar Gouda rond het jaar 1661 heeft plaatsgevonden. Het schilderij wordt gedateerd op circa 1660. Mogelijk hadden haar vertrek uit Rotterdam en de vervaardiging van dit portret iets met elkaar te maken. In dat geval zou zij op dat moment rond de 25 jaar zijn.

Provenance

Dat Anna van Geffe is verhuisd van Rotterdam naar Gouda weten we alleen dankzij de aantekening van Walvis. Haar naam komt geen enkele keer voor in de Goudse bronnen. Het spoor van haar loopt in 1661 dood in de Rotterdam. Hoe lang ze in Gouda heeft gewoond en hoe oud ze is geworden is dus onbekend. Het enige dat verder in Gouda van haar resteert is dus het portret. Daarvan is bekend dat het jarenlang heeft gehangen in de pastorie van de Sint-Jozefkerk (thans Gouwekerk) aan de Hoge Gouwe, in de nabijheid van een geschilderd portret van de stichter van de statie, Gregorius Simpernel (geschilderd op zijn doodsbed). Dat het in de pastorie hing geeft al aan dat het portret van Anna geen religieuze functie had, maar tot doel had – net als het schilderij van Simpernel – de herinnering aan stichter en weldoenster van de parochie levend te houden. Nadat de kerk in 1972 werd afgestoten verhuisden de twee schilderijen naar de pastorie van de Sint-Jozefkerk aan het Aalberseplein in Gouda. Daar hing de beeltenis van Anna in het trapgat, tot het schilderij in 2019 in bruikleen werd afgestaan aan Museum Gouda. Ook deze provenance en de voortdurende nabijheid van het schilderij van Simpernel maken het waarschijnlijk dat de vrouw op dit portret inderdaad Anna van Geffe is.


[1] M.A.W.L.M. Abels, Tussen sloer en heilige, Beeld en zelfbeeld van Goudse en Haarlemse kloppen in de zeventiende eeuw (Utrecht 2010) 101.

[2] P.H.A.M. Abels, J. Hallebeek, D.J. Schoon (eds.), Ignatius Walvis. Goudse en andre daartoe dienende katolijke kerk-zaaken (Delft 2012) 181.

[3] M. Monteiro, Geestelijke maagden. Leven tussen klooster en wereld in Noord-Nederland gedurende de zeventiende eeuw (Hilversum 1996) 91.

[4] N. Alting Mees, Uit rooms-katholieken kring in zeventiende eeuwsch Rotterdam (’s-Gravenhage 1955) 17; G. Scheerder, De contrareformatie te Rotterdam. De Leeuwenstraatse statie van de Paters Jezuïeten 1610-1708-1800 [Stichting Historische Publicaties Roterodamum 34] (Rotterdam 1988) 52

[5] GA Rotterdam, Notarieel archief, Notaris Nicolaes Vogel Adriaensz: Aktenummer 36, p. 89-92, d.d. 8-11-1640. Op deze datum maakte de moeder van Anna haar testament op. Opvallend daarbij is dat zij een bedrag nalaat aan de armen van de remonstrantse gemeente, terwijl haar dochter onmiskenbaar in rooms-katholieke kring verkeerde.

[6] GA Rotterdam, Notarieel archief, Notaris Arnout Wagensvelt: Aktenummer 203, p. 612-614 , d.d. 2-4-1636.

[7] GA Rotterdam, Notarieel archief, Notaris Nicolaes Vogel Adrieansz: Aktenummer 82, p. 249-253 , d.d. 12-2-1653.

[8] GA Rotterdam, Notarieel archief, Notaris Batholomeus Roose: Aktenummer 18, p. 36-67 , d.d. 23-7-1654. [1] GA Rotterdam, Notarieel archief, Notaris Batholomeus Roose: Aktenummer 82, p. 187 , d.d. 25-2-1655.

[9] GA Rotterdam, Notarieel archief, Notaris Batholomeus Roose: Aktenummer 84, p. 191-192 , d.d. 2-3-1655.

[10] GA Rotterdam, Notarieel archief, Notaris Batholomeus Roose: Aktenummer 95, p. 211 , d.d. 21-7-1655.

[11] GA Rotterdam, Notarieel archief, Notaris Batholomeus Roose: Aktenummer 95, p. 212 , d.d. 23-7-1655.

[12] GA Rotterdam, Notarieel archief, Notaris Batholomeus Roose: Aktenummer 29, p. 130 , d.d. 4-8-1661.

[13] GA Rotterdam, Notarieel archief, Notaris Batholomeus Roose: Aktenummer 30, p. 131-134 , d.d. 5-8-1661

[14] GA Rotterdam, Notarieel archief, Notaris Batholomeus Roose: Aktenummer 78, p. 201, d.d. 20-9-1661

[15] GA Rotterdam, Notarieel archief, Notaris Batholomeus Roose: Aktenummer 78, p. 201, d.d. 20-9-1661. Overigens trok Anna deze machtiging nog op dezelfde dag weer in en gaf deze aan haar behuwde oom en voogd Theodorus van Pelt.


Dit bericht is geplaatst in Nieuws. Bookmark de permalink.

Reacties zijn gesloten.