Onlangs dook op Catawiki een interessant object op, dat stamt uit de tijd dat de Bestandstwisten tussen remonstranten en contra-remonstranten op hun hoogtepunt waren. Het voorwerp werd aangeprezen als een ‘leuspenning’ uit 1615 of 1616, voorstellende een geharnast borstbeeld van prins Maurits met de orde van de Kouseband van zijn rechterschouder naar de linkerzijde afhangend. Welk materiaal het is, werd er niet bij vermeld, maar het oogde van koper. Wel werden gewicht en formaat aangegeven: 18,11 gram en 53 x 43 millimeter. Het begrip ‘leuspenning’ en de daarmee veronderstelde relatie met ‘geus’ en Bestandstwisten was voor mij voldoende aanleiding een (succesvol) bod te doen en een onderzoek te starten naar de achtergrond van deze kleine ‘plaquette’.
De verkoper wees zelf al op een vergelijkbaar stuk in het Teylersmuseum. Op de website van dit oudste museum van Nederland staat het keurig afgebeeld en omschreven als “Prins Maurits, leuspenning van de Contra-Remonstranten (1615), volgens veilinghouder Bom: bij Maurits’ verkiezing tot Ridder in de Orde van de Kousenband”. Het aangegeven formaat (55,8 x 44,7 mm) komt redelijk overeen, alleen qua gewicht is het Haarlemse exemplaar met 35,51 gram bijna twee keer zo zwaar. De kop van Maurits wordt in beide gevallen omringd door een op het oog identieke randtekst: * MAVRITIVS * AVR * PRINC * COM * NASS * / ET . MV . MAR . VE . EL. EO . OR . PERISCELIDIS ( (Maurits prins van Oranje, graaf van Nassau en Meurs, markgraaf van Veere en Vlissingen, ridder in de orde van de kousenband) . Van het jaartal van het Haarlemse exemplaar is het laatste cijfer moeilijk leesbaar, reden waarom het op 1615 of 1616 wordt gedateerd. Op mijn exemplaar is het jaartal bijna volledig onleesbaar.
Nog een groter verschil is de achterzijde. De penning uit de collectie van het Teylersmuseum heeft op de keerzijde een gekroond cartouchevormig wapenschild van prins Maurits, omgeven door de Kouseband met motto: HON Y * SOI T * QV I * MA L * Y * PENS E * (laat niemand er iets slechts van denken) op een geornamenteerd veld binnen een bladerkrans. De keerzijde van mijn object is licht bobbelig maar geheel leeg. We hebben hier dus te maken met twee duidelijk verschillende objecten, die verschillende doeleinden hebben gediend.
Twitteraar Edwin van Dordrecht wees mij vervolgens een kleine tabaksdoos, in het bezit van Museum Rotterdam. Gelet op de lege achterzijde zou het volgens hem best wel gediend kunnen hebben als deksel van zo’n klein tabakdoosje. Overigens is op de bodem van het doosje wel het wapenschild van Maurits te zien. Wellicht heeft de maker twee ‘halve’ exemplaren van de penning gebruikt.
Het gesleten karakter van mijn object sterkt mij in het vermoeden dat het hier inderdaad gaat om een dekseltje, al zijn er geen sporen terug te vinden van een verbindingsstuk met het doosje. Duidelijk is wel dat het hier om een afbeelding van de stadhouder gaat, gemaakt op het hoogtepunt van zijn strijd met zijn politieke rivaal Johan van Oldebarnevelt. De maker van de penning was Adriaen Symonsz. Rottermond (1579-1652), de belangrijkste penningenontwerper van zijn tijd. De veronderstelling dat het stuk is vervaardigd ter gelegenheid van de toetreding van Maurits tot de uit 1348 stammende Orde van de Kouseband gaat terug op een suggestie die Gerard van Loon doet in zijn vroeg-achtende-eeuwse standaardwerk Inleiding tot de heedendaagsche penningkunde (1717). Die gebeurtenis vond echter al in 1613 plaats. Dan zou de penning wel erg lang op zich hebben laten wachten.
Waarschijnlijker is het, dat medestanders van prins Maurits deze penning hebben laten maken en slaan om het belang van deze stadhouder te onderstrepen. Diens prinselijkheid had op Europees niveau geen al te hoge status en de verkiezing tot de Kousebandorde was in dat opzicht dan ook een uitzonderlijke eer. Het vergrootte zijn status, wat hij maar al te goed kon gebruiken in zijn aspiraties voor een grotere rol in het staatsbestel van de Republiek. De penning – al dan niet gemonteerd op een tabaksdoosje – was daarmee in 1615/1616 bovenal een politiek statement dat getoond kon worden aan omstanders, waarmee het object terecht een leuspenning genoemd mag worden.