BURCH-VLIET (Gastenboek, 1716-1729)

Het Boek

van zijnen Beschouwer

Voor goe mensen, en Goe wensen

            draag ik bladen zonder druk.

Die mij opslaat moet verhenssen[1]

            Met een Beker van geluk.

Anders geve ik niets te lesen

            hoe vergult en schoon van band

Wilt ge Burgvliet gunstig wesen

            Wijz dat glas niet van de hand.

Heerlyk praalt het vol geschonken

            op syn wapen, net gemaalt.

Maar die t’ eenmaal heeft gedronken

            agt ik voor syn schult betaalt.

Dat getuigen soo veel namen

            als ik op mijn bladen draag.

Niemand hoeft het sig te schamen,

Wort hij van een regenvlaag,

Die mijn nectar douwd’ bedropen.

            Bagchus sou zig niet ontsien

daar het Wammes om te ontknoopen

            En Sileen die vogt te bien.

‘T zijn de traanties die hij schreijde

            toen die vrindelijke God

Van het treurig aartrijk scheijde

            op het roepen van zijn Lot.

‘T zijn die liefelijke dropjes

            Tis de Bruid daar ’t al om danst

//

(heel geleegt of tot de knopjes)

            die het voedervat bekrantst.

Drink dan! Drink dan sonder schroomen!

            Tis op Burchvliets groei, en bloei,

Dat u ’t glas ter hand zal komen,

            eer u ’t Lot die vreugd besnoei!

Wie om glory is verlegen

            geef ik, hoe ontbloot van faam

door mijn wijnkelk uit te vegen[2]

Een onsterfelijken naam,

door geen jaren uit te vrijven;

            Is er iemand, die niet wenst

Op mijn schoon papier te schrijven

            dat hij eerlijk heeft verhenst,

dat moet wel een bloed[3] zijn zeker.

            Want op zulken medicijn

Vlamd self dokter en apteker

            als hier speelt in ’t kristalijn.

Neen. Ik hoor al ’t rond gewagen.

dat deez drinkwet triomfeer!

Lang moet Burgvliet ons behagen

            met de Vrindschap van syn Heer.

                        J.V.H.[4] 22 octob. 1716

//

Naamen

Der Heeren die sich

verwaerdight hebben op

Burchvliet

te verhensen [5]

//

Als eygenaer van Burchvliet

Arent vander Burch[6]

                                   Omne nimium vertitur in vitium[7]

G.J. Jongkint,[8] als gever van het glas

                                   Olim meminisse juvabit[9]

Theod. Jongkint[10]

                                   A force de boire L’on

                                   s’en soûle[11]

A. v. Groenendijk[12]

            1716

            Viribus Impar.[13]

J. Polijn,[14] Ten dienst van alle

//

Theodorus Verhooren[15]

Hoe meer hoe liever

J.R. Stippius[16] [Grieks]

                        Difficilia quæ pulchra[17]

Daniel van Limburgh[18]

                        Den geruste gemoet

                        is beter als goet

H.J. vanden Kerckhoven[19]

                        Postmr.

                        Tibi per plurima[20]

J.v. Hoogstraten[21]

                        Medio tutissimus ibis[22]

S. Louff,[23] Hilaritatis ergo[24]

//

W. van den Kerckhoven[25]

            Rien parfait[26]

N. vanden Kerckhoven[27]

            Veritati invidia comes[28]

R. Crabeth[29]

Wie souw op ’t zien van zoo eenen Wapen

Zich niet toonen als regt Schapen

En op Burgvliets wel zijn klinken

En den Henscher vol uijt drinken

J’ai Esperé et j’espėre encore[30]

                                   De Kedts[31]

//

Zoo vrolijk moet dit burchvliet wassen,

Zoo vrolijk in zijn teeling zijn,

Zoo vrolijk als wij hier de wijn

Op burchvliets groeij en bloeij verplassen

                        F. V. Hoogstraaten[32]

                        Jani Filius

                        1716

Rel Hermesz. Janss[33]

Eerst viel al mie meu ul. wel plasier (?)

Ne guttæ supercit[34]                           Lete et laute

J.v.Dussen[35]                                       trenseget deem[36]

                                                           M. De Grande[37]

vrughbaerhijt sij ter deser                 Vivat in eternum[38]

plaats

C. Woell[39]                                           Cs vn Hoop[40]

1716

T’wel weten van de                            Op Burgvliet mij

Liefhebberije van de jaght                 veel Eer geschiet

J. Block[41]                                            den 29 octobris 1716

20/10-1716 um 2.42                          J. V. Hoola J.[42]

//

Béne vivere et lætari[43]                                  T is op Burgvliet

J.H. V. Dimen[44]                                               wel te wesen

                                                           G. Romeijn[45]

Dyckgraaf en Hooge Heemraaden

van de Crimpenrewaard collegiater

bij verhaal

J.v.d.Dussen[46]                                    Cs. vn Hoop[47]

C. Woell[48] 1716                                  J. Block,[49] 1716 2:5

Arent vander Burch[50]                         G. Romeijn[51]

Jan van Hoogstraten[52]                       J.C. v. Hoola J.[53]

dat de Heer van

            Burgvliet syne

            vrunden langh

            tracteere, 17 meij 1717

                                                           Ph. van der Hoeven[54]

                                                           Toekomende jaar

                                                           met luet 17/5 17

G. V. Brandwijk, Hr van Bleskinsgrave,[55] 17 meij 1717

Sine moderatione nulla vera voluptas[56]

Dit glas van Burghvliet dat hout omtrent een half pint

heb ick gedronke op t bloeje van de plaatse en leven van mijn Vrind

                                                                       G. Boudens[57] 17/5 1717

//

Het glas van instaletie gedroncken op

de Heer burgermeester vander Burgh sijn

inclinatie

                        Jan de Meij,[58] den 30 meij 1717

Den hensbeecker heeft myn goet gedaen

Die ik over 14 daeghe noch wel eens wil onderstaen

Meij den 30. 1717                  G. Spaen[59]

                                               D. Lange[60]

datter nimmer verdriet

kome op Burchvliet

                H. Van Eijck,[61] 1717

Heer vander Burgh ik bedanke u zeer

voer alle genote Eer

            Daniel du Portal[62]

Rien de plus agreable

que ce charmant verre à table

mais apres icelle

je ma trouble la cervelle[63]

                        Theod. Van Rossum[64] 5/7

//

Ars longa, vita brevis[65]

                        G. V. Moor van Immerzeel[66]

                                   17 6/7 1717

Ut desint vires tamen est laudanda voluntas[67]

A. van Bleiswyk[68]

17 6/7 1717

Libertas comes una meo pax altera vita[69]

den 13 junij 1717 H. van der Burch[70]

Medium tenuere beati[71] G. Æ. v. Hoogeveen[72] 13 juny 1717

Langh leeft den Heer van deese plaets

Den 13 junij 1717 Gosewijnis van Revet?[73]

Burghvliet is seer aengenaem

Ick ben der seer wel voldaen

                                   G. de Spaen[74]

Ik wensch Burgvliet magh groeijen

en de familij althoos bloeije, 18 juny 1717

                                   J. de Lange[75]

//

O BURCHVLIET groeij noch bloeij wil uw noit ontloopen

In plaats van BURCHVLIET mogt men uw wel WYNVLIET doopen

En was uw HEER Jupijn

Ik wilde wel zijn Ganimedes zijn[76]

                                               G. Cinq[77]

Hollander en Zeeuw, beschermen den Leeuw

Dus heb ik gedroncken, vol uitgeschoncken

                                   Seb. De Zeeuw[78]

Hic ver purpureum, varios hic flumina circum

fundit humus flores texuntq umbracula vites

Hic Bacchi fontes, hic mollia prata favoris

Hic nemus, hic ipso tecum consumerer ævo[79]

                                    T.V. Zeebergh[80]

Al die op ‘t kussen sit, hald ik dog wel regeert

opdat door eijgen baet, sijn regering niet verkeert

                                                           W. Carpenter

                                                           de Westerbeek[81]

sossinius et nostros evacuare schyphos[82]

                        D. van Abbesteech[83]

Pridie Calendanira[84]

Augusti 1717

//

Semper ad altiara[85]

                  J.A. Bachman[86]

Bonum vinum

acuit ingeniam[87]

E. De la Brunctiere[88]

            1717

Ut desint vires tamen est laudanda voluntas[89] Franco van Bleiswijck[90]

                                               17 31/7 17

Hier drinckt men groote teugen

voor menschen

die veel en weijnigh meugen

act: burghvliet den 24 august[i] 1717

                                                           Corn. Haeck[91]

ijck brenge hijr en beschüder genannt

günther müer sal kumman leven

sünder wein

Barnt Clomans[92]

//

Ik Iohannes de Bleeck Velthooven[93]

heft het welweezen

van burgvliet bevestight en

de selve hoop dat hetselve in

langen staet en goede gesont-

heit belijven

C’est icy comme à Rome

que la bourse est nécessaire à l’homme[94]

Goude le 17 de Maij 1718 J.A. Bachman[95]

Voldaen den 17e Meij; met gesontheijt

te doen 17e Meij 1718 Ch. vande Hoeven[96]

M.G.V. Rietvelt[97]          G. Boudens[98]

Tequid nimis[99]

op den 17. Maij 1718

En toen opende haer

met liefde

                        Lestevenon[100]

//

Om my op Burgvlied te vereuwen

Swem ik in wyn gelijk de meuwen

In water, vriend bewaer jou kraentje

Leeff lang heer Arent met vrou Swaentje, den

9 junij 1719

                                   A. Delffaie[101]

Ick hoop Den Heemel veel

voorspoet sal geven

die ons int vreught met

weldoen doen herleven den

9 junij 1719

                        A.W.D. Geneva[102]  (?)

’T Glas gedronken op ‘t

groijen en bloijen van Burghvliet

is wat netter als een vloij in etc.

                        Jacob Porcinus[103]

Wie zou op het zien, van zoo een Waapen

Zig niet aan een schoone dronk vergaapen

            Pieter Sandra Joachimzoon[104]

Al die komt op Burgvliet

moet verhensen, al woud’ hij niet

Den 2 july 1720          W. van Oushoorn[105]

//

Langh leeft Burgvliet

en dat sonder verdried

den 15 julij 1720        H. Snouck[106]

t was alhait in Vergnügligkait

                                   1720 D. Schippius[107] (?)

Terwijl dat ik quam solliceteren

Om een Rendampt te obtineren

Dronk ik de gesonthijt van Burgvliet

Langh het den ondergeschreven siet

                        G. Casembroot[108]

Den 20. Mey 1723 is by de ondergeschreven leden

van de vriendelijke Societyt voerende voor haer

Devis, Plutôt mourir que de manquer de foij[109]

den hensbeker op Burgvliet met veel vermaek

gedronken

G. v. Brandwijk[110]       G. Boudens[111]                         G. Cinq[112]

G. V.D. Bogaert[113]      D.D. Lange[114]

A. v. Groenendijck[115]  J.W. v. Duval[116]                       W.v. Kerckhoven[117]

1703

Theod. Jongkint[118]      Jan de Meij[119]

//

W. V. Cattenburch[120]             J. Slicher[121]

Arent vander Burch[122]            Govert Suys[123]

G. de Moor van Immerzeel[124]

dit glas drinck ick met veel plesir

terwijlle men hier maekt goede sier

en om dien waerden hospus te bedancke

zoo moet men dit Glas doen klincke van alle kante

                                               C. Wecken[125]

                                                 1726

G.V.D. vanden Bogaert[126]

                        Hic morus Teneus[127] etc.

                        Get. 7 julij 1726

Dames ik ben zeer verblyd

Dat gy hier gekomen zeyd

Terwijl ik Ulieden voor zie gaan

Zal ik hem nog eens binne slaan

Want mijn Oome en ikke

Moogen wel eens likken

                                   G. van Brandwyk[128]

//

L.V. Zeebergh[129] C. Criellaart[130]

werdt niet droncken in wyn waar in

dat overdaadt is. Bruydegom en Bruijt  16 july 1726

De wed. in het Haantje ik brengt

het u swaantje

Martina Joornse wed: J. Criellaart[131]

Het is alles in het wel nemen

Swana Maria van Zeebergh[132]

Vivat Burgensis

Guilelmus Van Bleijswijk[133]

Sat cito si sat bene[134]

Dirk de Lange[135]

Floreat Burghvliet opto[136]

                        G.H. Storm[137]

Rien sans Reproches[138]

            C. Koen[139]

//

Ik dronk het glas op Burghvlied voll

Niet met wijn maar met moll

                        Adriaan vander Does[140]

Omdat die Heer nooyt wijn en genever (? )

drinckt

Johannes Veresselen (?) [141] als fergoldter des goldt
lang dauern mag das der heren burgen-
mester so lang leben mag als dadt haldt-
en mag auff Burgfledt.

D.D. Lange manus mimica Tirannis[142]

Vint vini amici vicit[143]

A.v. Bleiswijk[144]

Inter Bonos facile Convenit

Secundo Loco[145]

                        T. Zeebergh[146] 1727

Voor de derdemael hebbe

ick het glas van Burghvliedt gedroncke

maer ick was door de wijn, zeer beschoncke

                                               C. Wecke[147]

//

Door dien d’gever van ’t glas niet is content

en dat het selve niet is als alle andere, die mogte een ander

naer syn E. Commoditeyt Burch-Vliet 5 sep 1729

            Arent vanden Burch[148]

Den Gever van het eerste glas neemt

aen hoewel tweemael desen avond door

persuasie uyt het andere glas gedron-

ken heeft, het eerste te repareren

                                   G. J. Jongkint[149]

Virginis os roseum, bona fistula, nobile vinum

haec tria cor hominum, laetificare solent[150]

                                   G. van Brandwyk[151]

Nullo Rocke sans ejunes[152]

                                   C. Koen[153]

Interpone tuis interdum Goudia vinis[154]

                        17 5/17 29 W. van Strijen[155]

male mory quam fedari[156]

                        J. van Taalman[157]

//

Het is met seer veel plaisier

dat ik die wijn naar binne giet

                                   C. De Lange[158]

Ik dragonder ben liver booven als dronder

                                   D.W.J. (?) van Vrijenes[159]

Het welvaare van Burchvliet

                                   G. van Slingelandt[160]

Met plaisir op Burgh-Vliet op des zelfs Heers welzijn gedronken

                                   J.D. V. Slingelandt[161]

Ik heb met plaisier op het wel zijn van de familie van

D’Hr. Burgemeester en Burgvliets wel wezen dit

glas gedroncken

                                               G. Lijper[162] ?

Hoe zullen wij Burgvliet sijn welwesen best konnen gedinken

dan dat wij dit glas op desselfs familie komen uit te drinken

                                               C. Elsevier[163]

[Rest van de pagina’s is leeg]


[1] “Verhansen” of “verhensen” in de betekenis van het ritueel opnemen in een gemeenschap of vriendengroep, door middel van het ledigen van een speciaal voor die gelegenheid bestemd ‘vriendenglas’.

[2] ‘Uitvegen’ is leegdrinken.

[3] “Bloed” is sukkel.

[4] J[an] v[an] H[oogstraten]

[5] Hierna volgt een langgerekte krul, die heel goed een glas zou kunnen verbeelden.

[6] Mr. Arent vander Burgh (1676-1735), vroedschaplid 1703-1735, kapitein, gasthuismeester, politiemeester, schepen, kerkmeesster, thesaurier-fabriekmeester, Staten van Holland, weesmeester, burgemeester (1717-1727), admiraliteit, Staten-generaal. Lidmaat Waalse kerk. Huwde 1. In 1705 Maria van Bleiswijk uit Delft (Lijkdicht JvH, deel 2, 44-47) 2. In 1712 Rijnburg van den Kerckhoven, Gouda, dochter van Willem van den Kerckhoven (Huwelijksgedicht JvH, deel 1,198-201; lijkdicht JvH, deel 2, 68-71)  3. In 1717 te Kalkar Swana Maria Bachman, dochter van Johan Adolph Bachman, richter van Kleef en Kalkar. (huwelijksgedicht JvH, deel 4, 185-190). Familiegeld 1715: raad en oud-Schepen, Turfmarkt 150gld

[7] “Al wat teveel is, wordt tot ondeugd”.

[8] Gerard Jacob Jongkint, jongere broer van Theodore, werd burgemeester van Doesburg en ontvanger van de convooien en licenten aldaar.

[9] “Misschien zullen wij ook hieraan een met genoegen terugdenken”.

[10] Theodore (Dirck) Jongkint (1676-1743), textielkoopman , vroedschapslid 1714-1743, aalmoezenier, kerkmeester, politiemeester, schepen, 27 jaar bewindhebber van de WIC (1716-1743), thesaurier-ontvanger, thesaurier-fabriekmeester, burgemeester, weesmeeester en controleur Grafelijkheids tollen; tr. Te Gouda 1712 Amilia van den Kerckhoven, dr. Van Willem van den Kerckhoven. (Huwelijksgedicht van JvH, deel 1, 204-207). Jongkint was in deze jaren bijzonder actief als textielhandelaar, die handel dreef op Londen, Suriname en Amsterdam. Familiegeld 1715: raad en schepen, Oosthaven, 10gld.

[11] “Door te drinken worden we dronken”.

[12] Mr. Adriaan van Groenendijk (1691-1761), vroedschapslid 1718-1748, politiemeester, kapitein, schepen, kolonel, thesaurier -ontvanger, kerkmeester, adjunct ter dagvaart, ontvanger van de verponding, burgemeester, scholarch, Rekenkamer Generaliteit, Staten van Holland, Staten-Generaal; promotie te Leiden 20-7-1714; tr. 1729 Anna Elisabeth de Bierman. Familiegeld 1715: Oosthaven, 10gld.

[13] “Ongelijke kracht”.

[14] Jacobus Polijn (1669-1748), tr. 1691 de regentendochter Johanna van Ravensberg, dochter van Jan van Ravensberg, makelaar en secretaris van Sluipwijk. Familiegeld 1715: Amsterd. Schipper, Oostgouwe, 5gld. Vader en grootvader waren chirurgijns.

[15] Theodore van Hoorn, requestboek Gouda, 30-101725 (204/210v). Familiegeld 1715: Theodoor Verhoorn, brugman, Stoofsteeg, 5gld.

[16] Johan Reinhart Stippius, geboren in Kassel (Neder-Hessen) overleden in 1753 op de buitenplaats Hoekenburg, 71 jaar oud. In 1735 te Helmershausen getrouwd met Johanna Catharina van der Hegge. Familiegeld 1715: Ds. Stippius, conrector, Spieringstraat, 5gld.

[17] “Moeilijke dingen zijn mooi”.

[18] Daniel van Limburgh was diverse keren bestuurder van het gilde van de tappers in Gouda tussen 1706 en 1733. In 1729 luitenant van de schutterij. Familiegeld 1715: Daniel van Limburg, timmerman, Peperstraat, 5gld.

[19] Familiegeld 1715: Hendrick Kerkhoff, bode, Turfmarkt, 5 gld.

[20] “Voor het grootste deel aan jou”.

[21] Jan van Hoogstraten (1662-1736) belastingambtenaar en dichter. Bijgenaamd ‘de schele droes’. Hoogstwaarschijnlijk verhuisde hij in 1697 van Dordrecht naar Gouda. Hij schreef talrijke gelegenheidsgedichten voor Goudse regenten en andere hoogwaardigheidsbekleders. Ook verschenen er vele dichtbundels van zijn hand. Familiegeld 1715: Comies van de Admodiatie, Westgouwe, 5gld.

[22] “Kies de gulden middenweg” (Ovidius).

[23] Steven Louf (1691-1729), gasthuisregent, controleur Grafelijkheidstollenb, Schout van Kapelle op den IJssel, vroedschap (1729), Politiemeester en Commissaris huwelijkse zaken. Tr. 1728 te Haarlem Maria Jacoba Steijn, dochter van een Haarlems vroedschapslid. Familiegeld 1715: Stephanus Louff, schout van Capelle a/d IJssel, Koestraat, 5 gld.

[24] “Vrolijkheid dus”.

[25] Mr. Willem van den Kerckhoven (1678-1758), vroedschapslid 1712- 1748, librijemeester, politiemeester, leproosvader, schepen, thesaurier-ontvanger, commissaris huwelijkse zaken, burgemeester (1719-1748) kerkmeester, Staten van Holland, scholarch, baljuw, weesmeester, sleutelbewaarder, adjunct ter dagvaart. Familiegeld 1715: raad en oud-schepen, Turfmarkt, 10 gld.

[26] “Niets is perfect”

[27] Nicolaas van den Kerckhoven (1681-1726); commandeur te zee op Texel. Familiegeld 1715: Turfmarkt, 5 gld.

[28] “Jaloers op de waarheid”.

[29] Reijnier Crabeth; overleden 1768. Notaris; Vroedschapslid 1711-1748; politiemeester, aalmoesenier, thesaurier-fabrieksmeester; ontvanger van de verponding, schepen, schepenmeester, kerkmeester, burgemeester, weesmeester, admiraliteit, WIC 1746-1748. Tr. 1727 Hermina Quirina Doelman. Famiiegeld 1715: raad en schepen, Oostgouwe, 10 gld.

[30] “Ik hoopte en ik hoop nog steeds”.

[31] Adriaan de Kedts; poorter in 1711; overleden in 1729; procureur en notaris; aalmoesenier. Tr. 1717 in Gouda Anna Maria Frescarode, gestorven 1723 en 1725 te Gouda Margaretha Houtman , weduwe van Cornelis Jongkint. Familiegeld 1715: notaris, Westgouwe, 5 gld.

[32] François van Hoogstraten, zoon van de dichter Jan van Hoogstraten (1689-1760), onder andere burgemeester van Oudewater en notaris en procureur te Schoonhoven.

[33] Rel. Hermesz. Janss. Onbekend.

[34] “Laat het niet vallen”.

[35] Jacob Adriaan vander Dussen (1681-1724) secretaris 1697-1724; gasthuismeester, 1703-1724. Tr. 1705 Emmerentia vander Dussen, dr. Van Gerard vander Dussen. (Huwelijksgedicht JvH, deel 1, 207-211). Familiegeld 1715: secretaris, koets met 2 paarden, Westhaven, 100gld.

[36] “Lees en wees blij, ik geef het aan jou”

[37] Matthijs de Grande (1650-1728) vroedschapslid 1677-1728, kerkmeester; thesaurier-ontvanger; thesaurier-fabriekmeester; weesmeester; ontvanger van de verponding; burgemeester (ook in 1716); scholarch; sleutelbewaarder; ontvanger gemenelands middelen. Familiegeld 1715: burgemeester, Oosthaven, 60 gld. Hij trouwde Eva Maria Kastelein. (Huwelijksgedicht JvH, deel 2, 210-213); en in 1681 Sibilla Verswaejn, overleden in oktober 1714 (Lijkdicht van JvH, deel 3, 57-59).

[38] “Hij leeft voor de eeuwigheid”.

[39] Cornelis Woell, schout te Haastrecht 1727-1746; burgemeester (1689, 1694, 1696, 1699, 1702-1704, 1707-1708) en baljuw te Schoonhoven.

[40] Cornelis van der Hoop, heer van Stormspolder. baljuw en secretaris van de Lek, stadhouder en griffier van de lenen van de Lek, hoogheemraad van de Krimpenerwaard. Gehuwd met Maria Anna van der Putte, dochter van Johan van der Putte, baljuw van Schoonhoven. Hij overleed in 1746.

[41] Johannes Block, schepen te Schoonhoven (1712-1714, 1719, 1721, 1723, 1726).

[42] Jeremias van Hoola (1665-1735), van 1696 tot 1735 secretaris van Schoonhoven en Hoogheemraadschap Krimpenerwaard. Hij trouwt in 1706 Anna Maria Du Pont. Woonachtig te Schoonhoven.

[43] “Leef goed en wees gelukkig”

[44] J.H. van Dimen. Onbekend.

[45] Willem Romeijn, hoogheemraad rond 1721-1734.

[46] Jacob van der Dussen. Zie hierboven.

[47] Cornelis van der Hoop. Zie hierboven.

[48] Cornelis Woel. Zie hierboven

[49] Johannes Block. Zie hierboven.

[50] Arent van der Burgh. Zie hierboven.

[51] Willem Romeijn. Zie hierboven.

[52] Jan van Hoogstraten. Zie hierboven.

[53] Jeremias van Hoola. Zie hierboven.

[54] Philippus van der Hoeven. Trouwt als oud-schepen van Rotterdam in 1708 Maria de Bertrij, woonachtig in Gouda.

[55] Mr. Gerard van Brandwijk, heer van Bleskensgraaf (1673-1725); vroedschapslid 1707-1725, gasthuisvader, schepen, politiemeester, kerkmeester, weesmeester, admiraliteit, burgemeester 1714-1723, scholarch. Getrouwd in 1700 met Agatha van der Burgh, dochter van Aelbrecht en weduwe van Reyer van der Burgh, secretaris van de Weeskamer in Delft. Hertrouwd in 1714 met Æmelia Storm, vrouwe van Hogeveen, dochter van Gerard Storm en weduwe van mr. Gerard Hendrick Storm. (Huwelijksgedicht JvH, deel 2, 220-222). Familiegeld 1715: Westhaven, 200 gld.

[56] “Zonder beheersing is er geen echt plezier”.

[57] Dr. Georgius Boudens (1667 -1732); vroedschapslid 1701-1732; arts, weesvader, librijemeester, commissaris van de huwelijkse zaken, kerkmeester, weesmeester, theaurier-frabrieksmeester, admiraliteit, burgemeester 1716-1724. Gehuwd met 1. Catharina Schimmelpeninck (1696), 2. Catharina Outklaes, weduwe van Edam (1706) en 3. Helena van Haerlem (1720), weduwe van Franco de Vrije, in zijn leven Raad en schepen te Gouda. Familiegeld 1715: raad en schepen, berliner met 2 paarden, Westgouwe, 100 gld.

[58] Jan de Meij (1664-1731), heer van Lekkerland. Vroedschapslid 1694-1731, politiemeester, schepen, weesmeester, sleutelbewaarder, thesaurier-fabriekmeester, schepenmeester, kerkmeester, commissaris huwelijkse zaken, ontvanger convooien en licenten, burgemeester, 1718-1729, Schout en baljuw van Stein en Willens. Gehuwd met Johanna van der Dussen, dochter van Jacob van der Dussen. Familiegeld 1715: ontvanger van de convoijen en licenten Koestraat, 100 gld.

[59] Mr. Gerard Spaen. Poorterboek Gouda: Gerardus Spaen, van Rotterdam, 10-12-1712; Huizenboek Matthijs Oosthaven 19: 5-7-1712: Gerard Spaen koopt huis “De kragt van het lant’. Requestboek Gouda: mr. Gerard Spaan, 3-7-1743 (207/122)

[60] Daniel de Lange (1665-1734), vroedschapslid 1720-1734, Advocaat in Den Haag tot 1720, schepen, kerkmeester, thesaurier-fabriekmeester, Staten-Generaal, adjunct ter dagvaart, burgemeester (1734-1735).

[61] Huijbert van Eijck (1674-1754), notaris, vroedschapslid 1705-1748 (afgezet), weesvader, politiemeester, schepen, weesmeester, thesaurier-ontvanger, heemraad Nieuwdorp, schout Sluipwijk, ontvanger verpondingen, theaurier-fabriekmeester, burgemeester, 1715-1747, ontvanger 200ste penning, ontvanger gemenelandsmiddelen, sleutelbewaarder, kerkmeester, adjunct ter dagvaart, secretaris weeskamer Sluipwijk, baljuw Stein en Wilnis. Gehuwd met Catharina Boudens, dochter van Johannes Boudens. Familiegeld 1715: burgemeester, Westhaven, 40 gld.

[62] Daniel du Portal. In het requestboek van Gouda is een verzoekschrift te vinden van Pierre Boesnier du Portal. Familie afkomstig uit Saumur.

[63] “Niets leukers / dan dit charmante glas aan tafel / maar daarna / vertroebel ik mijn hersenen”.

[64] Poorterboek Gouda: Theodore van Rossum: gekomen van Saumur, 14-2-1707; Gehuwd met Helene Mol. Lidmaat Waalse gemeente, waar hij tussen 1710 en 1718 vier kinderen ten doop houdt; Hij wordt genoemd in akte stadsarchief Amsterdam 16-9-1720 als “wonagtig te Gouda”, verkoopt aandelen in commercie- en assurantiën compagnie. Familiegeld 1715: koopman, Oosthaven, 10 gld.

[65] “De kunst duurt voort, het leven gaat voorbij”.

[66] Dr. Gualtherus de Moor van Immerzeel (1684-1753); vroedschapslid 1716-1747, schepen, weesmeester, commissaris huwelijkse zaken, politiemeester, ontvanger van de verponding, kerkmeester, scholarch, burgemeester (1730-1743), theasuarier-fabriekmeester, adjunct ter dagvaart, librijemeester en weesvader. Hij huwt in 1721 Jacoba Charlotta van der Laanen, weduwe van mr. Reijnier van Kinschot. Familiegeld 1715: Oosthaven, 10 gld.

[67] “Al ontbreken de krachten, toch moet de wil worden geprezen”.

[68] A. van Bleiswijk: Oud-Archief Enkhuizen, inv.nr. 1849: Gedichten in handschrift van A. van Bleiswijk, ca. 1730-1732. Nr. 1655: stukken betreffende mr. Adriaan van Bleiswijk, raad en burgemeester van Enkhuizen, bewindhebber van de VOC te Enkhuizen, 1741-1743, 1771, 1775. (??) Of: Adriaan van Bleiswijk, secretaris van de Rekenkamer ter Auditie in Holland, 1670.

[69] “Vrijheid telt bij mijn andere levensvreugde”.

[70] H. van der Burch in bundel dichtproeven met G. Beijer, J. van Hoogstraten (Dichtproeven onder de zinspreuk De Vlijt geeft Tijd (1754).

[71] “Om gelukkig te zijn dient men de uitersten te vermijden”.

[72] Mr. Gerard Æmilius van Hoogeveen, Lid Veertigraad Dordrecht 1729-, schepen; rentmeester van het Nieuwe Armenhuis (Gesch. Dordt, II, met portret).

[73] Goswinus van Revet? Onbekend.

[74] Gerard Spaen. Zie hierboven.

[75] Mogelijk: Johan de Lange (1697-1776), vroedschapslid 1737-1776, schepen, weesmeester, kerkmeester, schepenmeester.

[76] De dondergod Jupijn en Ganimedes, zoon van koning Tros, de stichter van Troye en wijnschenker van de Goden, zijn mythologische figuren uit de Æneis van Vergilius.

[77] Mr. Govert Cincq (1675-1728), vroedschapslid 1709-1728; tuchthuisvader, commissaris huwelijkse zaken, schepen, thesaurier-fabriekmeester, kerkmeester, burgemeester 1721-1727. Lidmaat Waalse gemeente. Gehuwd met Catharina van Beverningh. Familiegeld 1715: raad en oud-schepen, Oosthaven, 10 gld.

[78] Sebstiaan de Zeeuw (*ca. 1670); NA Gouda: Testament 18-8-1684: hij is dan 14 jaar oud; zijn dan overleden vader Roeloff de Zeeuw, was luitenant van de schutterij. Familiegeld 1715: Sebastiaen de Seeuw, apotheker, Koestraat, 5 gld.; Huizenboek Matthijs: Markt: 11-12-1716 Sebastiaen de Zeeuw koopt huis ac 2 inv.nr. 370 blz. 210vo Maria Dijvoort, erfgen. van Cornelis Dijvoort, haar vader » Pieter Vermarck. [huisnaam: Gulden Vlies] en Idem: Markt: 21-07-1730; ac 2 inv.nr. 374 blz. 141: executeur-testamentair voor Walburgh van Noort, wed.; Requestboek Gouda, archiefnummer 0001, OAG, inv.n.r. 206, blad 069: 1-11-1736

[79] “Hier is een paarse bron, hier zijn verschillende rivieren in de buurt / de aarde werpt bloemen af ​​en wijnstokken weven schuilplaatsen / Hier zijn de fonteinen van Bacchus, hier zijn de zachte weiden van gunst /

Dit bos, hier zal ik mijn tijd met jou doorbrengen” [Virgilius]

[80] Mr. Tieleman van Zeebergh (1690-1754). Poorter van Gouda 1714; vroedschapslid 1721-1754, weesvader, schepen, kerkmeester, politiemeester, commissaris huwelijkse zaken, ontvanger van de verpondingen, thesaurier ontvanger, weesmeester, thesaurier-fabriekmeester, burgemeester (1722-1745), adjunct ter dagvaart, Staten van Holland, dijkgraaf Krimpenerwaard, scholarch. Eigenaar van het Vergulde Lam aan de Lage Gouwe. 

[81] Mogelijk Walter Carpenter de Westerbeek, raad en rentmeester-generaal der domeinen van Brabant, wonende te Breda. Overleden voor 1773. Gehuwd met Renetta Clare Thierry.  

[82] “We kunnen net zo goed onze vaten legen”.

[83] Mr. Damianus van Abbesteech (1664-1728); vroedschapslid 1708-1728, schepen, aalmoesenier, burgemeester (1711-1725), scholarch, kerkmeester, weesmeester, admiraliteit en thesaurier-fabriekmeester. Familiegeld 1715: burgemeester, Regenboog, 20 gld.

[84] “Op de vorige dag”.

[85] “Altijd naar grote hoogte”.

[86] Johann Adolph Bachmann (+1735), richter van Griet, Kleef en Kalkar, geheimraad van de Koning van Pruisen. Hij trouwde Geertruijd Schievelberg. Schoonvader van Arent vanden Burgh.

[87] “Goede wijn scherpt je verstand”

[88] E. De la Brunctiere. Onbekend.

[89] “Al ontbreken de krachten, toch moet de wil worden geprezen” (voor tweede keer gebruikt; ook door A. van Beiswyk.

[90] Franco van Bleijswijck (1644-1730) was Delfts regent. Lid Veertigraad 1681-1717. Vervulde diverse ambten in de stad. Hij trouwde met Anna Maartensdr. Hogenhouck uit Delft

[91] Cornelis Ariensz. Haeck (+1745), apotheker, in 1680 wonende in de Korte Noodgodsstraat, gehuwd met Elisabeth Vermuel. Twaalf kinderen tussen 1686 en 1701 geboren. Familiegeld 1715: Cornelis Haak, apotheker, Westhaven, 20 gld.

[92] Barnt Clomans. Onbekend.

[93] Iohannes de Bleeck Velthooven. Onbekend.

[94] “Het is hier zoals in Rome; de portemonnee is noodzakelijk voor de mens”

[95] Johann Adolph Bachmann. Zie hierboven.

[96] Onbekend.

[97] Mr. Melchior Gerard van Rietvelt (1698-1759). Zoon van het gelijknamige Goudse vroedschapslid uit Gouda. Zelf werd hij burgemeester te Vianen.

[98] Georgius Boudens. Zie hierboven.

[99] “Niet teveel”.

[100] Mr. Daniel Lestevenon (1660-1736), vroedschapslid 1688-1736, kerkmeester, schepen, Staten van Holland, Commissaris huwelijkse zaken, weesmeester, burgemeester (1701-1710), scholarch, Staten-Generaal, sleutelbewaarder. Trouwde in 1697 Margaretha Wilhelmina van Kinschot, Raadsheer van de Hoge Raad in Den Haag.

[101] Abraham Dellafaille, wenste in 1729 begraven te worden zonder “wapens ofte eenige pragt” (de Jong, 179; NW Zuid-Hollander 1955). Afkomstig uit Delft, schepen in Gouda 1719. Familiegeld 1715: mr. Abraham de la Faille, Oosthaven, 20 gld.

[102] A.W.D. Geneva. Onbekend.

[103] Jacob Porcinus, koopman en ouderling te Alkmaar. In 1704 te Alkmaar gehuwd met Walburgh Hiole. Overleden aldaar in 1734.

[104] Pieter Joachimszoon Sandra (1688-1758), lakendrapenier te Leiden; genoemd in notariële akten te Leiden.

[105] W. van Oushoorn. Onbekend.

[106] H. Snouck. Onbekend.

[107] D. Schippius. Onbekend.

[108] Godewaert (Godewart) Casembroot, kapitein in garnizoen van Naarden, trouwt 1677 Dorothea Snoek uit Schoonhoven; schout in Oud-Beijerland 1730? Heer van Crayesteyn. Onduidelijk.

[109] “Liever sterven dan gebrek aan geloof”.

[110] Gerard van Brandwijk. Zie hierboven.

[111] Georgius Boudens. Zie hierboven.

[112] Govert Cincq. Zie hierboven

[113] Mr. Gijsbert van den Bogaert (1662-1732), vroedschapslid 1722-1732, kapitein, commissaris van de waterschappen, schepen, schepencommissaris, kolonel, thesaurier-ontvanger, ontvanger 200ste penning. Familiegeld 1715: chaise met een paard, Hoogstraat, 60gld.

[114] Daniel de Lange. Zie hierboven

[115] Adriaan van Groenendijk. Zie hierboven.

[116] Jacob Duval. Van 1672-1723 stadschirurgijn (Bik). Familiegeld 1715: stadschirurgijn, Lange Tiendeweg z.z., 5 gld. Kamerboek 1718: Jacob Duval, overman van de dekens van het Goudse chirurgijnsgilde.

[117] Willem van den Kerckhoven. Zie hierboven.

[118] Theodore Jongkint. Zie hierboven.

[119] Jan de Meij. Zie hierboven.

[120] Willem Hendrik van Cattenburch, heer van Grijpskerke en Poppendamme (1684-1745). Vroedschapslid 1720-1745, schepen, politiemeester, theaurier-fabriekmeester, kerkmeester, Staten van Holland, burgemeester (1731-1741), adjunct ter dagvaart en WIC.

[121] Mr. Jacob a Wigbolde Slicher (1693-1736), vroedschapslid 1718-1736, ontvanger van de Graaflijkheids en Wassenaarse tollen, weesvader, politiemeester, kerkmeester, schepen, adjunct ter dagvaart, weesmeester, theaurier-fabriekmeester, burgemeester (1734-1735). Huwde Jacoba Adriana de Meij, dochter van Jan de Meij, heer van Lekkerland. (Huwelijksgedicht JvH, deel 2, 214-216) Familiegeld 1715: ontvanger van de Graefll. Tollen, Westhaven, 20 gld.

[122] Arent vander Burgh. Zie boven.

[123] Mr. Govert Suijs (1694-1756), vroedschapslid 1720-1756, politiemeester, commissaris huwelijkse zaken, kerkmeester, schepen, theasaurier-fabriekmeester, burgemeester (1735-1754)commissaris van de waterschappen, weesmeester, adjunct ter dagvaart, scholarch, Rekenkamer Holland, sleutelbewaarder. Hij trouwt in 1719 Johanna Cornelia Boudens, dochter van dr. Georgius Boudens. Familiegeld 1715: Oosthaven, 40 gld.

[124] Gualtherus Moor van Immerzeel, zie boven.

[125] C. Wecken. Onbekend.

[126] Gijsbert van den Bogaert. Zie hierboven.

[127] “Dit gedrag is zwak”.

[128] Gerard van Brandwijk. Zie hierboven.

[129] Ludovicus van Zeebergh (+1733). Gereformeerd predikant te Gorinchem. Oud-rechterlijk Archief Woudrichem: Genoemd in Acte van procuratie met Kornelis Criellaart, ten behoeve van Adriaen Criellaart.

[130] Kornelis Criellaart. Oud-rechterlijk Archief Woudrichem: Genoemd in Acte van procuratie met Ludovicus van Zeebergh, ten behoeve van Adriaen Criellaart

[131] Martina Joornse, wed. Criellaart. Onbekend.

[132] Swana Maria Pietersdochter van Zeebergh, geboren in Dordrecht in 1692.

[133] Guiljelmus van Bleiswijk (1700-1762). Uit Delft. Trouwt 1725 Hildegona Magtilda van Til.

[134] “Het gebeurt snel genoeg, als het goed genoeg gebeurt”.

[135] Daniel de Lange. Zie hierboven

[136] “Ik wens dat Burgvliet bloeit”.

[137] Mr. Gerrit Hendrik Storm (1703-1749). Vroedschapslid, 1728-1748, baljuw van Woudrichem en Land van Altena, weesvader, politiemeester, commissaris huwelijkse zaken, kerkmeester, schepen. Trouwde in 1739 Cornelia de Ruijter.

[138] “Niets zonder verwijten”.

[139] Cornelis Koen. Burgemeester (1707, 1708, 1711, 1712) en schepen (1705, 1706, 1709, 1710, 1713, 1714) te Schoonhoven.

[140] Adriaan van der Does (1686-1749). Vroedschapslid 1710-1743, politiemeester, thesaurier-fabriekmeester, kerkmeester, schepen, commissaris huwelijkse zaken, adjunct te dagvaart, ontvanger convoijen en licenten, weesmeester, schepenmeester, sleutelbewaarder, drossaard van Lek en Rijn, hoogheemraad Schieland. Familiegeld 1715: Adriaan van der Does, raad en oud-schepen, koets met 2 paarden, Oosthaven, 100 gld. Hij trouwde in 1712 Catharina Grande, dochter van Matthijs Grande. Huwelijksgedicht J. v. H. (deel 1, 201-204) 210-213).

[141] Joannes Veresselen. Onbekend.

[142] “De handen van de tiran nagebootst”.

[143] “Een vriend heeft een glas wijn gewonnen”.

[144] A. van Bleijswijk. Zie hierboven.

[145] “Met de goeden is het goed doen. Voor de tweede keer”.

[146] Tieleman van Zeebergh. Zie hierboven.

[147] C. Wecke. Zie hierboven.

[148] Arent vanden Burgh. Zie hierboven.

[149] Gerard Jacob Jongkint. Zie hierboven.

[150] “Een roze mond van een maagd, een goede pijp, edele wijn; deze drie verblijden het hart van mensen”.

[151] Gerard van Brandwijk. Zie hierboven.

[152] “Geen steen zonder vasten” (?)

[153] Cornelis Koen, zie hierboven.

[154] “Voeg wat Gouda toe aan de wijnen”.

[155] Mr. Willem van Strijen (1687-1765). Vroedschapslid, 1713-1765, politiemeester, schepen, commissaris huwelijkse zaken, thesaurier-ontvanger, weesmeester, schepenmeester, sleutelbewaarder, scholarch, burgemeester (1748-1758), regent oudemannenhuis, ontvanger 200ste penning, theasaurier fabriekmeester, kerkmeester, adjunct ter dagvaart, Staten van Holland. In 1715 gehuwd met Clara Maria Slicher, dochter van Johan Slich, vroedschapslid in Delft.

[156] “Erger dan te vertrouwen”.

[157] Johan Taalman. Familiegeld 1715:  kapitein ter zee, Westgouwe, 40 gld. Mengelpoezie, 1714: Bruiloftsdicht: Johan Taalman , kapitein onder de Admiraliteit aan het Y. En Cristina Trist. (Huwelijksgedicht JvH, I, 211-214) 1716: uitreizend met de oorlogsvloot op het schip De Keyzerswaard.

[158] Cornelis de Lange. Familiegeld 1715: contr. van de convoijen en licenten, Westhaven, 5 gld.

[159] D.W.J. (?) van Vrijenes. Onbekend.

[160] Govert Simonsz. van Slingelandt. NA: drost van Breda, Ontvanger-Generaal van Holland, 1729-1769.

[161] Johan Diederik van Slingelandt. NA: Raad in de raad van Brabant, 1727-1740; Raad in het Hof van Holland, 1740-1757; tevens ouderling gereformeerde kerk vanwege het Hof, 1744-1757.

[162] G. Lijper. Onbekend.

[163] Cornelis Elzevier, geboren in Gouda, gereformeerd predikant te Sluipwijk, 1711-1742; overleden 1766. 1. In 1714 gehuwd met Sara Damman uit Vlissingen 2. In 1738 met Maria Elisabet Keiser uit Amsterdam.

Dit bericht is geplaatst in Bronnen. Bookmark de permalink.

Reacties zijn gesloten.