Bommen Berend in Ootmarsum

In dit kalenderjaar worden er talrijke historische gebeurtenissen herdacht. Zo viert Gouda niet alleen dat de stad 750 jaar geleden stadsrechten kreeg van graaf Floris V, maar ook dat Dirck Volckertszoon Coornhert 500 jaar geleden geboren werd. Maar het is ook 450 jaar geleden dat de geuzen in Den Briel landden en de eerste vrije Statenvergadering gehouden kon worden. Een eeuw later was Nederland een Republiek en werd zij aangevallen door de legers van Frankrijk, Engeland en de bisschoppen van Keulen en Munster. Dit zogeheten Rampjaar wordt 350 jaar na dato ook herdacht met een keur aan activiteiten. In Oost-Nederland wordt daarbij het vizier gericht op Bernard van Galen, alias Bommen Berend of Berendken den Koodeef, die als bisschop van Munster de kans greep zijn gebied uit te breiden en het katholieke geloof te verspreiden.

Bommen Berend

Met steun van de provincie Overijssel is door Martin Van der Linden, provinciaal historicus en Rampjaarexpert Luc Panhuysen een podcast gemaakt over Bommen Berend in Overijssel. Zijn zijn daarvoor heel de provincie doorgetrokken om op locatie te praten met historici en andere experts die diverse aspecten van deze Munsterse invasie belichten. Zij kwamen er achter dat het perspectief over deze twee ‘bezettingsjaren’ zeer verschillend was en sterk verschilde naar gelang de onder de voet gelopen steden en dorpen dichter of verder van de landsgrens lagen en of iemand katholiek of gereformeerd was in die dagen.

Voor het katholieke perspectief kan geput worden uit een unieke bron, die zich in het gereformeerde kerkenraadsarchief van Ootmarsum bevindt. Het betreft de dagboekaantekeningen die de Ootmarsumse dominee Abraham van Laer in de jaren 1672-1674 heeft gemaakt in het kerkenraadsboek. Minutieus doet hij daarin verslag van wat er in het kleine Twentse stadje gebeurde vanaf het moment dat het leger van de bisschop binnen marcheerde. Hoe de grote kerk bijna juichend werd ‘teruggepakt’ door de katholieken, die vervolgens ook uitbundig opstapten in processies. De dominee raakte zijn pastorie kwijt aan de pastoors en gereformeerden moesten zich behelpen met een kleine kapel in Huis Ootmarsum. Wat dat voor zo’n kleine gemeenschap betekende, heb ik mogen vertellen in genoemde podcast.

In het kleine half uur dat beschikbaar is voor zo’n aflevering kunnen onmogelijk alle details gemeld worden. Al pratend kwamen we er op die dag achter waarom de dominee en zijn kleine gemeente grote kosten hadden moeten maken om de ramen van hun kerkzaal in huis Ootmarsum dicht te timmeren. Ook op dit punt blijken de gereformeerden een koekje van eigen deeg gehad te hebben van de katholieken. Die mochten na de doorvoering van de Reformatie immers geen openbare godsdienstoefeningen meer houden. Schuilkerken werden echter oogluikend toegestaan, mits er recognitiegeld – een duur woord voor steekpenningen – aan de schout betaald werd en met de eis dat de kerkdiensten niet vanaf de straat te zien of te horen waren. Datzelfde lot trof nu ook de gereformeerden.

Vlnr. Paul Abels, Luc Panhuysen en Martin van der Linde

Het verhaal van Bommen Berend is in de geschiedschrijving altijd verteld vanuit gereformeerd en vooral Gronings perspectief. Een rovende en plunderende buitenlandse mogendheid was met heldenmoed na twee jaar verdreven. Maar het verhaal kent nadrukkelijk ook een katholiek en Twents perspectief. Daar hebben ze twee jaar de vrijheid teruggekregen, waarop ze daarna nog ruim honderd jaar hebben moeten wachten voordat recht gedaan werd aan de getalsverhoudingen en de grote kerk opnieuw in hun handen kwam.

Dit bericht is geplaatst in Nieuws. Bookmark de permalink.

Reacties zijn gesloten.