Fondslijst Jacobus Willemsz. Migoen (1607-1609)

  1. JAN VAN MUSSUM, Rhetorica. Die edele const van welsegghen, ghenomen uyt de oude vermartste rhetorisienen ende orateuren, als Cicero, Quintilianus ende meer andere. Niet alleene goet, eerlijk ende oorboorlijc: maer oock boven alle dingen nootsakelijc voor alle jonghe rhetorisienen, practisienen, dichters, procururs, taellieden, clercken, notarissen, advocaten, orateuren ende int alghemeyn voor alle menschen die eenige materien oft causen, van wat saken dattet sij, lichtelijk willen vinden, constelijck schicken, cracheelijc, soetelijc, bequamelijc ende overvloedelijc uijtspreken, T sij bij gheschrifte te stellen oft wel-sprekelijk te vertoonen: met een verwonderinge ende welbehagen van dengenen diet hooren sullen. Overgestelt uyt den Latijne in ghemeender spraken bij M. Jan van Mussem, woonachtich te Wormhout in West-Vlaenderen[DM] Nu van nieus oversien en met uijtroedinghe vande uijtheemse woorden (daer recht-duijtsche in plaets  gheset zijn) verbetert, Ter Goude, bij Iacobus Migoen, int jaer ons Heeren 1607, 8o, 124p.

STCN; UB 2765G24; Google books (Met “toe-eygen-brief” van de drukker Jacobus Migoen aan schout, burgemeesters, schepenen en vroedschap van Gouda. “So ist dat ic bemerckende de weldaet van U.E.E. aen my bewezen, daerin dat U.E.E. belieft heeft my te verginnen, dat ic onder U.E.e. vaderlijcke bescherminge, hierin U.E.E. wel-gelegene stadt, Gouda, mij sla mogen generen, genietende (hoewel geen ingeboren) alle borgerlijcke vrijheden, voorwaer een groote wel-daet; dat men den vremden, de huys-genoten gelijk maekt ende weder also grooten ondancbaerheyt, sulcx niet te bekennen. [daarom besloot ik u dit boek toe te eigenen om verschillnde redenen] voor-eerst omdat het is en eerst-lingh mijnes druyc-ampts, in dese U.E.E. wel-gelegen stadt Gouda […] dewijle het is de eerste vruchte op U.E.E. Gouden Acker (van my na gelegentheyt der vrucht geploecht ende besaeyt sijnde) gewassen. […] U.E.E. Alder-Dienst-veerdichste en Onderdanige Iacobus Migoen”. Wat opvalt is het slordige zetwerk en talrijke afkortingen; lijkt – ook in omslachtige redeneringen – werk van een beginneling.

2. ORDONNANTIE vande Vierschare der Stede vand’ Goude. Begrijpende mede eenighe andere politijcke saken ende costuymen derselver stede [stadswapen van Gouda] Ter Goude, bij Jacobus Migoen, wonende op de Vis-Merkt inde Ladder Jacobs. Int iaer onses Heeren ende eenigen Saigmakers Iesu Christi, 1607, 4o, 61p.

STCN; collectie Abels. Stadsrekeningen Gouda 1607: fol. 309 Jacob Migoen, boekdrukker Voor het drukken van 436 exemplaren van de nieuwe ordonnantie van de Vierschaar. Verder fol. 311: Leendert Diersz van Tetroede, boekverkoper Voor het binden van 13 ordonnantiën van de Vierschaar en 13 van de successies zowel van Noord- als van Zuid-Holland. En 1608: fol. 297v Leendert Dyertsz, boekbinder Betaling voor het binden van drie ordonnantiën van de vierschaar voor de drie wethouders die in de loop van dit jaar zijn aangesteld. De Thesauriersrekeningen (inv.nr. 1822) voegen daar op 27-9-1607 aan toe: “436 boucken van de nyieuwe ordonnantie van de virschaar elck groot acht bladeren ofte quaternen. Te weeten voer tdrucken van elck 436 quarternen vii gld over de acht xxxii st ende voor tpapier van elcke vel van een quarterne een deuyt”. Op 9-10-1607 krijgt secretaris Jan Florisz. de Jagher 7 gld 12 st voor tschrijven van en concept van de nyeuwe ordonnantie van de vyerschaer twelck daernae bij de Gerechte geexamineert ende gecorrigeert is ende van tselve noch eens te verschrijven, twelck by de geleerde gevisiteert ende den drucker gelevert is om de ordonnantie daernae gedruct te worden, tsamen groot 152 bladeren elck blatt tot eene stuver belopende”. Op 18-12-1607 ontving “Lenert Dyertsz bouckvercoper (…) 16 gld over ’t binden van dertien ordonnantien van de vierschaer te horen comparikel elcx vi (…) ende van de zijde lint an elck bouck iii st.

3. [HERMAN HERBERS, HARBOLDUS THOMBERGEN, DIRCK HERBERS], Korte onderwijsinghe der kinderen inde Christelijcke Religie [Orn.] Gedruckt tot dienst vande jeucht Ter Goude, bij Iacobus Migoen, woonende op de Vismerckt inde Ladder Jacobs, 1607, 8o, 63p.

STCN; SAMH: 2306 G 3:1 Door tegenstanders aangeduid als de Goudse Catechismus.

4. NISEMVOLBG472HC58A22W [JACOBUS WILHELMI MIGOEN] Proeve des nu onlangs uyt-ghegheven drooms, oft t’samenspraack tusschen den coning van Hispanien ende den Paus van Roomen. Met noch eenen anderen droom, contrarie den voorschreven. Mitsgaders eene vermaninghe aan alle vroome ende ghetrouwe vader-landers, hoe zij haar in dezer tijdt te draghen hebben opdat dezen Hoogh-wichtighen handel des vredes eenen haar al-t’samen gheluck-zalighen uyt-ganck hebbe, ‘twelck ons d’goedertierende weldadicheit Godes gonne. Amen. Beschreven door een lief-hebber aller menschen, maar in sonderheydt den Godt-zoeckende ende trou-hertighen in-gheboorne dezer vrijer provincien, kl. 4o, 8 p. [gedrukt door Jacobus Wilhelmus Migoen te Gouda, 1607]

Knuttel 1401; collectie Abels. Een van de pamfletten tegen de toen lopende onderhandelingen met Spanje, ook opgenomen in alle drie edities van Den Nederlandtschen Bye-korf. Het pamflet waarnaar in de titel gerefereerd wordt betreft Eene treffelijcke tsamensprekinge tusschen den Paus ende Coninck van Spangien, dat ook in 1607 werd gedrukt, wellicht door Migoen zelf in Gouda. Het gecompliceerde anagram van Jacobus Wilhelmi Migoen gaat vergezeld van een mysterieuze uitleg: Dezen naam is goedt te lezen, hem wel beziet / leeft zoo rechts, als iet is, niet, niet / in de plaats der Sijffers moeten zoo-danighe letters staan / als uyt-wijzende ’t ghetal, in ’t teghen-deel van achter aan.

5. COPYE EENS BRIEFS gescreven van een backer van Bolongien aen den H. Vader den Paus. Ghetrouwelijck overgeset uyt het Italiaens in onse Nederlantsche spraecke [Stadswapen Gouda] Ter Goude, by Iacobus Migoen, wonende op de Vis-Merckt inde Ladder Iacobs int jare Christi 1607, 4o, 4p.

STCN; Knuttel 1402; Google Books

6. CASPAR COOLHAS, Trouwe waerschouwinge voor den schandelijcken abuysen offte misbruycken der almanacken, dewelcke (gelijk alle andere valsche Godes-diensten) uyt de schatcamer der verscheyden pausen ghecomen zijn, ende daerom niet minder Reformation van doen hebben als de kercken staende vol afgodische beelden, outaren ende dergelijcken: doch met minder moyte ende arbeyt vernielt ende in haer gheheel (ghelijck zij tallen tijden bij der kercken Godts gheweest zijn) gestelt zullen connen worden. Allen Godtvresenden magistraten ende predicanten als oock eenenjeglijcken van herten Godt-vresenden menschen ter prove voor-gestelt, [DM] Anno 1607 [achterin: Ghedruckt int jaer onses Heeren 1607. Men vindtse te koop bij Jacobus Migoen op de Vismarckt in de Ladder Iacobs, Ter Goude, 4o, [xxxiv]+[i] p.

STCN; Knuttel 1394; Google books. Drukkersmerk van Migoen met boomplanting; zijn naam en anders aan het eind weer in en rommelige afwisseling van cursieve en normale letters; met hele pagina correcties, waaronder ingewikkelde uitleg over verwijzingen bij correcties naar kolommen, terwijl pagina’s niet genummerd zijn.

7. [HERMAN HERBERS, HARBOLDUS THOMBERGEN, DIRCK HERBERS], Korte onderwijsinghe der kinderen inde Christelijcke Religie [Orn.] Gedruckt tot dienst vande jeucht Ter Goude, bij Iacobus Migoen, woonende op de Vismerckt inde Ladder Jacobs, 1608, 8o, 63p.

STCN; UB Amsterdam, 414 F 17. Tweede druk; achterin de tweede druk van de Proeve des Gouschen Catechismy door Jan Andriesz te Delft in 1608 gedrukt staat het volgende te lezen: “Den drucker aenden leser. Mijn voornemens was (gunstighe leser) den Gouschen Catechismum hier achter by te volghen, ghelijck ick voor inden titel, als oock in de naestvolghende pagie belove te doen: maer also Jacobus Migoen, drucker desselven Catchismi binnen der Gouden, my door een missive liet weten dat hy die wderom herdruckt hadde. Soo hebbe ick (omme te verhoeden dat wy malcanderen gheen schade en souden doen, naer syn begheerte) ‘tselve voornemen naer-ghelaten, principalick dewijle dezelve by den voornoemden drucker te becomen waren. Dit hebbe ick noodigh gheacht (tot een excuse van ‘tgeene inden Titel belooft was) alhier te stellen. Vaert wel”.

8. [CASPAR COOLHAES], Specimen ofte monster eens christelijcken calenders ofte almanac (gezuyvert zijnde van alle heydensche ende papistische abuyzen) zoo diezelve van begin der werrelt in der prohetyischer ende apostolischer kercken geuseert ende gebruyckt is woorden. Opt iaer onzes Heeren 1608, Ter Goude, bij Iacobus Migoen, woonende op de Vismarckt in de Ladder Iacobs int jaer ons Heeren 1608, 4o, [vii]p.

Knuttel 1561; Collectie Abels. Zeer zeldzame neerslag van een tevergeefse poging om te komen tot ‘ontheiliging’ van de bestaande kalenders en almanakken. Almanakken waren vanaf de Middeleeuwen zeer populaire ‘kalenders’ met veel extra informatie, bijvoorbeeld over de heiligendagen of astrologische voorspellingen. Begin 17e eeuw was dit sommige gereformeerde predikers een doorn in het oog, onder wie Caspar Coolhaes (1536-1615). Hij publiceerde in 1608 bij de Goudse drukker Migoen een almanak die ontdaan was van alle ‘heidense en papistische abuizen’. Dit leverde een erg sobere almanak op: slechts acht ‘feestdagen’ bleven over. Hiervan zijn er drie (Jezus’ besnijdenis, bezoek van de wijzen en het opdragen van Jezus’ in de tempel) sindsdien in de gereformeerde traditie zijn weggevallen. Coolhaes werd geboren in Keulen en werd kartuizer monnik. Hij ging over tot de reformatie en was rondreizend prediker in de Rijnstreek en later gereformeerd predikant in onder meer Deventer en Gorcum. In 1575 werd hij hoogleraar in Leiden en tevens predikant. Na aanhouden conflicten met zijn kerkenraad over de mate van invloed van de overheid op de kerk – hij was voorstander van een sterke overheidsbemoeienis – werd hij in 1582 in de ban gedaan. Hij vertrok naar Amsterdam en ging gedestilleerd water verkopen. Ook schreef hij boeken en pamfletten, zowel over kerkelijke of theologische kwesties als over soorten water. Coolhaes wordt door sommigen gezien als inspirator voor de remonstranten, daar Jacobus Arminius één van zijn studenten was. Zijn opvattingen vielen goed in Gouda, waar de overheid de gereformeerde invloed ook aan banden wilde leggen. Zijn werken konden hier dan ook zonder problemen gedrukt en verkocht worden. 

9. DIRRICK VOLCHERTS COORNHERT, Van de Leydtsche disputatie warachtich verhael. Roerende de mercktekenen vande Kercke, oock of der Ghereformeerden de ware Kercke sy, dan niet. So die in Aprili 1578 tot Leyden was begonnen tusschen twee Predicanten vande genaemde Gereformeerde Religie tesamen tegen Dirrick Volcherts Coornhert nu eerst in druck gegeven tot waerheyts kennisse door denselven [gedrukt te Gouda door Jacobus Migoen] Anno Domini 1607 [aan het einde 1608], 4o, 113p.

STCN; Google books; Collectie Abels. Een van de openbare disputen tussen Coornhert en twee Delftse predikanten. Drukker en plaats van uitgave onbekend, maar op grond van het gebruik van de cursieve letter in het voorwoord van Coornhert en het drukken van andere werkjes van Coornhert in die periode, ligt het voor de hand dat het werkje in Gouda bij Jacobus Migoen het licht zag.

10. D.V. COORNHERT,Dolinghen des Catechismi. Ende den predikanten: deszelvens zeerigheyden weder op-ghekrapt hebbende: die nu naeckter dan voor ontdeckt zijn, Ghedruckt ter Goude, bij Jacobus Migoen, woonende op de Vis-Merckt, in d’Onpartijdige Druckerije Inde Ladder Jacobs, in den jare ons Heeren Jesu Christi 1608, 8o, ?

STCN; slechts één exemplaar: Librije Haarlem 176K13. Opmerkelijke aanduiding in het impressum: d’Onpartijdige Druckerije’; Cornelis Boomgaert noemt deze druk niet in zijn opsomming in de Wercken.                 

11. D.V. COORNHERT, Vanden af-laat Jesu Christi, ghespraken tot groot-makinghe vande Eere Godes ende Christi: ende tot voorderinge vander menschen Salicheyt [Orn.] Ghedruct Ter Goude, by Iacobus Migoen, op de Vis-Merckt, in d’onpertijdige Druckerij inde Ladder Iacobs, Anno Do. 1608, 8o, 77p.

STCN; UB Amsterdam Pfl. E.11 ca; Google Books

12. D.V. COORNHERT, Ooch-water opten etter des voor-oordels in den ooghen vande ondersoecker der Delfscher predicanten tot verclaringhe van haer duyster gesichte soeckende, maer niet vindende onchristelijckeydt int middel tot minderinghe der secten ende partijschappen uytghegeven. Warinne verhandelt werden wichtige saecken in dese tijden nut zijnde, gestelt aen dander zijde van desen, Ghedruckt ter Goude bij Iacobus Migoen in donpartijdighe druckerije inde Ladder Iacobs, anno Dom. 1608, 8o, 188p.

UB GENT; Google Books

13. [CASPAR COOLHAES], Remonstrantie aen zijne Prinslijcke Excellentie ende de Edele (door Godes genade) zeer vermogende Heeren Staten ende Steden der vereenighde ende Gereformeerde neder-Landen, in dewelcke (onder verbeteringe) aenghewezen wordt ’t ghene dat nootlijck naer eysch der Heyligher Godlijcker Schriftuere ende Ghereformeerde Professie, ter eeren Godes ende stichtinge van veel duyzent menschen behoorde: ende met kleyne moyte verbetert zal konnen werden [DM] Ter Goude [1608], by Iacobus Migoen, woonende op de Vis-merct inde Ladder Iacobs, 4o, [xiii] p.

STCN; Knuttel 1562. Dukkersmerk van boomplanters; opvallend slordige opmaak titelpagina.

14. SEBASIAEN CASTELLIO, Van’t deuchtlijck-worden. Een schriftuerlijck ende heylsaam bericht. Waarinne de sproken, so wel die eenige daar tegen brengen, als die zulcx bevestigen, niet min onpartijdelijck, dan verstandelijck worden verklaart tot voorderinge vande ware doodt der zonden ende leven der gerechticheyt inden gelovighen, Gedruckt Ter-Goude [in 1608?]: bij Iacobus Migoen op de Vis-Marct, In d’onpertijdige Druckerij, Inde Ladder Iacobs, 8o, 120p.

STCN; VU Amsterdam XI.06208; Google Books; weer slordig; fout in voornaam auteur.

15. RODOLPHUS HOSPINIANUS / ANDREAS VAN OOSTERBEECK, Zes boecken van den oorspronck ende voortganck der monickerije, ende aller monicklijcker ende ridder-heeren oorden.  Eerstelijck in’t Latijn gemaackt door den Hoogh-geleerden D. Rodolphum Hospinianum, Dienaar der Gemeinte Iesu Christi binnen Zurich ende nu getrouwelijck in de Neder-Duytsche spraacke over-ghezet, door Andream van Oosterbeeck, Dienaar des H Evangelij binnen Montfoordt, [DM] Tergoude, gedruckt bij Iacobus Migoen, woonende op de Visch-Merckt, In de Ladder Jacobs, Anno Dom. 1609, 4o, [xx]+654+486+[xiii]p.

STCN; Google books; Collectie Abels (Hospinianus was van 1594-1623 predikant in Zürich en schreef (in het Latijn) dit dikke boek over klooster- en ridderorden. De vertaling van dit boek is van de hand van de predikant Andreas Oosterbeeck, predikant van Montfoort (1603-1615). Daarvoor stond hij in Abcoude (1591-1601). De vertaler laat deze uitgave beginnen met een opdracht aan de stadhouder, prins Maurits en de Staten van Utrecht, gedateerd 5 oktober 1608. Het werk is opgebouwd uit zes boeken. Boek I gaat over de ‘oorspronck ende Voortganck der monickeye bij den ‘Ioden, heydenen ende Turcken’. Boek II tot en met VI gaan vervolgens over ‘monickerie’ en ‘kloosterlieden’ bij de christenen. Een uitgebreid registers vormt de afsluiting. In totaal gaat het om ruim 1150 pagina’s. Titelpagina met prachtig drukkersmerk van de Goudse drukker Jacobus Migoen, met een gravure van twee mannen die een boom planten, met het randschrift:  “Ick Paulus hebbe gheplant en Apollo genet maer God geeft den wasdom”.                                                                       

16. GEZICHT VANAF DE MAAS, op het oostelijk deel van Rotterdam. Met gedicht: “Tout au plus haut degré (…) ou bon Conseil Domine” [Onder de eerste kolom van het gedicht staat] [Door Jacobus Migoen] Op de Visch-merckt in de Ladder Iacobs, 1609, plano.

Beeldbank Archief Rotterdam

Dit bericht is geplaatst in Bronnen. Bookmark de permalink.

Reacties zijn gesloten.