Het was een bijzondere avond half maart van dit jaar. De regen kwam in bakken uit de hemel, maar de lucht was zwanger van verwachtingen. Onze dochter in Utrecht had gebeld. De weeën waren nu echt begonnen en of wij Martha, haar oudste meisje van twee, wilden ophalen. We stonden net klaar om met de auto naar Amsterdam te rijden om een bijzonder boek op te halen dat ik na weinig loven en veel bieden had kunnen bemachtigen via de onvolprezen veilingsite Catawiki. Het ging om een heel oud boek, gedrukt in de jaren 1610-1612, vlak bij mij om de hoek aan Achter de Vismarkt in Gouda. Een boek waarvan ik zelfs in mijn stoutste dromen nooit gedacht had dat ik het ooit zou kunnen bemachtigen, omdat het zeldzaam is, in weinig bibliotheken is aan te treffen en daardoor onbetaalbaar. Deze Wercken van mijn zestiende-eeuwse held Dirck Volckertszoon Coornhert had ik wel veelvuldig in handen gehad, maar dan in de unieke collectie van de Goudse Librije in het stadsarchief. Nu was het dan toch gelukt om een eigen exemplaar te bemachtigen, al was de staat ervan waarschijnlijk niet best. Afgaand op de foto’s had het vocht de afgelopen vier eeuwen een slopende uitwerking gehad op het boek. Maar dat deerde mij evenmin als de regen die op deze dag onophoudelijk bleef neerdalen.
Voor ik mij in Amsterdam over deze nieuwe aanwinst kon ontfermen, moest er dus eerst een tussenstop gemaakt worden in Utrecht, om de kleine dreutel op te pikken. Een zenuwachtige vader hielp mee haar spulletjes in de auto te zetten, terwijl moederlief ons verzekerde dat het spel nu echt op de wagen was. Blijmoedig en onwetend van wat er stond te gebeuren, stapte de kleine bij ons in de auto om bij opa en oma te gaan logeren. Met gezwinde spoed werd vervolgens koers gezet richting nat en donker Amsterdam, waar we uiteindelijk in de Stadionbuurt belandden, volgebouwd met riante villa’s. Ik sprong uit de auto, met de gedachte even snel onder het afdakje bij de voordeur het boek in ontvangst te nemen. De deur zwaaide echter wijd open en ik werd door een vriendelijke heer van harte uitgenodigd binnen te komen. Terwijl mijn vrouw en kleinkind in de auto wachtten, ontvouwde zich voor mijn ogen een wonderlijk tafereel. Coornhert bracht mij in contact met een icoon uit een heel andere wereld en tijd, dat in mijn jeugd wereldfaam genoot.
Op een chaisse longue in de woonkamer, met aan haar zijde twee dienstige mannen, lag daar een vriendelijk glimlachende chique dame op leeftijd, half onder een deken, die zich voorstelde als Xaviera Hollander. Zij bleek de eigenares van het door mij zo begeerde boek. Ze vertelde zelf ook boeken geschreven te hebben, net als Coornhert, die grif verkocht waren. Ik ken uw werk, was mijn antwoord. Het kostte mij namelijk weinig moeite scherp te krijgen wie ik voor mij had, want haar naam ging in mijn jeugd over vele tongen. Haar opus magnum, The Happy hooker, verscheen in 1971, toen ik net zestien jaar oud was. Voor mij in de ligstoel lag dus de ‘hoerenmadam’ uit New York, die destijds wereldfaam verwierf door openhartig over haar erotische avonturen te schrijven. Inmiddels was ze overduidelijk van onstuimig in kabbelend vaarwater beland, al gebruikte ze haar reputatie nog maar al te graag om reclame te maken voor haar Bed and Breakfast.
Veel tijd om door te praten met Vera de Vries, zoals de werkelijke naam van Xaviera Hollander luidt, had ik helaas niet, want mijn ongetwijfeld ongeduldige medepassagiers wachtten in de auto. Het lukte mij nog wel de eigenares informatie te ontfutselen hoe Coornhert in deze onverwachte ‘happy hoek’ was beland. Het werk bleek afkomstig uit de nalatenschap van de Neerlandicus Jan Kamerbeek jr. (1905-1977), hoogleraar literatuurwetenschappen aan de Universiteit van Amsterdam (foto links) en door hem geschonken aan zijn leerling Peter van Zonneveld, hoogleraar Nederlands in Leiden. Bij mijn afscheid kreeg ik nog een vriendelijke uitnodiging toch vooral een keer terug te komen als logee in haar Happy House B&B, waarna ik – met mijn nieuw aanwinst dicht tegen mij aangedrukt om het boek te beschermen tegen de aanhoudende regenvlagen – weer in mijn auto dook.
Prof.dr. Jan Kamerbeek jr.
Mijn eigen vrouwen waren tamelijk ongeduldig geworden van het wachten, maar begrepen na enige uitleg waarom het even had geduurd. Dat gold dus ook voor de tweejarige Martha, die immers vriendelijk keuvelend bleef wachten op wat kwam. Toch raakte haar geduld op enig moment ook op, nadat wij door een wegafsluiting verdwaald raakten in het tranendal dat Alphen aan den Rijn heet. Toen we daar voor de derde keer langs hetzelfde punt kwamen, klonk er vanaf de achterbank met een iel stemmetje op een smekend ongeduldige toon de hartewens “bijna thuis?”. Het kind had gelijk. Er zijn grenzen aan elke spanningsboog van verwachtingen.
Eenmaal thuis bleek dat de weeën bij mijn dochter even abrupt waren gestopt als de plensbuien buiten en kon de logeerpartij zich verder in ontspannenheid voltrekken. Nu had ik eindelijk de kans mijn trofee zorgvuldig te bestuderen. De foto’s op Catawiki bleken de hardvochtige waarheid te hebben getoond. Het boek was inderdaad in zeer slechte staat en alle pogingen tot herstel waren klungelig uitgevoerd. Het meest onbegrijpelijk was er omgesprongen met het prachtige portret van Coornhert, een gravure vervaardigd door Jan Harmensz Muller (1571-1628) uit Haarlem. Die prent was om duistere reden uitgeknipt en weer ingeplakt, met diverse scheuren als gevolg. Het eerste katern was aangevreten door vocht en vuil, met het nodige tekstverlies als gevolg. De boekband mocht nauwelijks die naam meer hebben; de rug was praktisch weg, evenals het leer om de platten. Wat overbleef was kaal karton en een goedkope sticker met de titel in slordig handschrift. Niet bepaald een parel om in de boekenkast te zetten.
Zwaar beschadigde rug en voorplat van Coornherts Wercken
Toch was het grootste deel van de kloeke foliant gelukkig onaangetast en bleek zij nog achttien van de twintig gebundelde werken te bevatten, met op elk titelblad het fraaie drukkersmerk van de Goudse boekdrukker Jasper Tournay. Alleen de laatste twee werken die oorspronkelijk in deze band moeten hebben gezeten, Zedekunst en Opperste Goedts nasporinghe, beide in 1612 gedrukt en met voortgezette folionummering (tot fol. 352v), bleken verdwenen te zijn. Toch was het alleszins de moeite waard om het boek te laten herstellen door een vakkundig boekrestaurator. Ik klopte daarvoor aan bij Wilma van Ipenburg van boekbinderij De Waterjuffer aan de Korte Raam in Gouda. Omdat er aan de band niks meer te redden viel heb ik haar gevraagd er een nieuwe, maar kunstzinnige lederen band omheen te doen en de beschadigingen zo goed mogelijk te repareren.
Mijn verwachtingen waren hooggespannen. Ik ken Wilma als een echt vakvrouw, die het boekbinden graag benadert als kunstvorm. Diverse keren heeft zij bijzondere creaties vervaardigd, die speciaal voor klanten werden ontworpen en soms ook werden tentoongesteld in musea en galeries. Ik ben ook van plan het boek te exposeren, namelijk in de Kraamkamer van de Vrijheid, die ter gelegenheid van de 500ste geboortedag van Coornhert in 2022 ingericht zal worden in het Remonstrantse Poortgebouw aan de Keizerstraat. Daarom heb ik niet gekozen voor een simpele band, maar voor een bruin lederen variant met opvallende blindstempeling. Het portret van Goltzius moest daarbij de inspiratie opleveren het belangrijkste element van de blindstempeling.
Maar voor Wilma toekwam een de buitenkant moest eerst het binnenwerk stevig onder handen genomen worden. Het resultaat was verbluffend. Heel voorzichtig heeft ze het grote Coornhertportret van Muller losgeweekt van de ondergrond waarop hij geplakt was. Alle schuren en kreukels (links) zijn daarna zorgvuldig weggewerkt. Alleen de vochtvlek rechtsonder is gebleven, omdat dergelijke vlekken en vochtringen niet meer weg te poetsen zijn. De beschadigde en deels vergane delen van de daaropvolgende pagina’s, met onder meer de titelpagina, de levensbeschrijving van Coornhert door zijn vriend Cornelis Boomgaert en het befaamde Protest teghen den slaap, werden vervolgens zorgvuldig aangevijzeld en verstevigd.
Nadat alle beschadigingen van het boekblok op deze manier gereparerd waren, kon begonnen worden met de band. Het vervaardigen van een mal voor de blindstempeling bleek niet eenvoudig. Na enig zoeken werd uiteindelijk Maarten Streefland, een talentvol tekenaar uit Moordrecht, benaderd die hiervoor de basis kon leveren. Hij slaagde erin Coornhert in een paar strakke lijnen uit een donkere ondergrond naar boven te halen. Met dit portret centraal op de voorplatten, werd vervolgens ter omlijsting een lijnenspel ontworpen dat afgewisseld werd met kleine ornamenten. Naar oude gewoonte werd daarnaast het jaartal van uitgave – 1612 – in en rechthoekig blokje op het onderste deel van het voorplat gedrukt. De rug bevat de gebruikelijke ribben, waarin de bindtouwen zijn samengebonden. Met een kleine stempel is daarop in het bovenste deel de auteursnaam en het woord “Wercken” gedrukt. Op de achterzijde is een simpel lijnenspel gedrukt, met rechts onderin in Romeinse cijfers het jaartal 2020 en een subtiel waterjuffertje als signatuur van de boekbindster.
En zo kon ik na acht maanden wachten en smachten – mijn een week later geboren kleinzoon Tom kan inmiddels kruipen – deze herboren boreling in mijn bibliotheek opnemen, bewaard voor zeker weer vier eeuwen.
Post Scriptum:
Het bijzondere verhaal rond de aankoop van het Goudse deel der Wercken van Coornhert kreeg in 2022 nog een wonderlijk vervolg. Elly Belgraver, weduwe van een boekenverzamelaar uit Reeuwijk, André Meindert – de man die mij ooit, zonder het te weten, op het idee bracht Goudana te gaan verzamelen – verkocht de verzameling van haar man. Ik had al de nodige pareltjes uit deze prachtige verzameling mogen overnemen, toen ik op een bovenste plank een opnieuw ingebonden dunne foliant zag staan. Tot mijn verbazing bleek het om werk van Coornhert te gaan.
De titel op het voorplat was Zedekunst DV Coornhert. In werkelijkheid bleek het om twee werken van de Goudse vrijdenker te gaan, want ook Opperste Goedts nasporinghe bleek in dit bandje te zitten. Beiden in de uitvoering van de Wercken en gedrukt door Jasper Tournay in 1612. Laat dit nu exact het ontbrekende gedeelte zijn van het door mij bij Xaviera Hollander aangeschafte boek. De wonderen zijn de wereld nog niet uit. Of deze twee werken ook daadwerkelijk afkomstig zijn uit dit boek, is niet na te gaan. Maar met deze aanschaf zijn de Wercken nu toch compleet. Jammer dat de ontdekking te laat kwam om ze samen te voegen in die nieuwe, door Wilma van Ipenburg vervaardigde band.
Prachtig geschreven blog Paul. Gefeliciteerd met deze bijzondere aanwinst, geslaagde restauratie en bijzonder smaakvolle band.
Dank!
Hi Paul, this sounds fascinating as much as my Dutch will allow me to understand. I really enjoyed the telling of the restoration of the book but have no idea what the book is about. And again, fascinated by the ‘Happy Hooker’ in her B&B in Amsterdam. Having married a Dutchman in ‘1971, of course ‘The Red Light district’ was first on his list for my ‘Shocking’ education! ‘ Still, I am not sure was she the owner of the book?
Mooi verhaal! Met een bijzondere nieuwe band, die ik ook op librariana-site zal plaatsen, op de juiste plaats bij een bewonderaar van Coornhert in Gouda terecht gekomen.
yes
Dank Hans