De Bijbel van Jan Habermehl uit 1859

Op mijn niet aflatende speurtocht naar oude boeken stuitte ik deze week – na een tip van mijn bibliofiele Twittervriend Perkamentus – op een wel heel bijzonder boek, dat werd aangeboden op Marktplaats. Het betreft een Statenbijbel uit 1851, gedrukt door de Nederlandsche Bijbelcompagnie voor J. Brandt & Zn en P. Proost in Amsterdam en Johannes Enschede en Zonen te Haarlem. De Bijbel is samengebonden met het Boek der Psalmen uit 1852 en de Evangelische Gezangen uit 1848. Deze Bijbel en toebehoren zijn op zichzelf niet bijzonder, want er zijn er duizenden van gedrukt. Bijzonder is wel het formaat van het boekwerk en de band. Het gaat om een kwarto-editie, bedoeld voor gebruik in de kerkbanken. Op het voorplatten van het in bruin leer gebonden boek staat in gouden letters de naam J. HABERMEHL. gestempeld en onderop het jaartal 1859. De Bijbel kan worden gesloten met twee koperen boekklampen, die aan een zijde met leertjes aan de band zijn vastgemaakt.

De uitvoering van de Bijbel doet vermoeden dat dit een exemplaar is geweest van een kerkenraadslid of lid van de kerkvoogdij. Het boekblok zelf geeft verder geen enkele informatie over de eigenaar of gebruiker. Toch kan het bijna niet anders of deze Bijbel heeft toebehoord aan Jan Habermehl uit Nieuwveen (nabij Schiphol), de over-overgrootvader van mijn helaas veel te jong gestorven collegahistoricus en vriend Nico Habermehl. De naam van deze uit Duitsland afkomstige familie Habermehl is in Nederland zo zeldzaam en ten tijde van het vervaardigen van de Bijbel was de overovergrootvader van Nico, Jan Habermehl als president-kerkvoogd zeer actief betrokken bij de Nederlandse Hervormde Kerk in zijn woonplaats. Op zijn website heeft Nico het volgende over deze voorvader geschreven:

f

Jan Habermehl werd geboren in 1822. Toen hij zestien jaar oud was verhuisde hij met zijn ouders naar Nieuwveen, waar hij als timmermansknecht aan de slag ging. In 1850 kocht hij van het geld dat hij van de weduwe Horstman erfde de hoeve het Verlangen onder Mijdrecht. Drie jaar later ging hij er met zijn gezin wonen. Het was een juiste beslissing, want Jan bleek een goed agrariƫr. In 1868 verwierf hij uit de nalatenschap van zijn vader de boerderij Amsterdam en de twee arbeiderswoningen nabij de Liemeerbrug. Twee jaar daarvoor had hij reeds de imposante korenmolen het Fortuijn gekocht. Rond 1870 kon Jan met recht een grootgrondbezitter worden genoemd.

Vijf jaar later begonnen de landbouwprijzen te dalen door de import van goedkoop graan uit Amerika. De schrale gronden van de polders rond Nieuwveen waren daardoor nauwelijks meer rendabel. De inkomsten namen aanzienlijk af. Drie zonen van Jan, die ieder een boerderij beheerden, pasten hun levenswijze niet aan. Evenals in de rijke jaren besteedden zij grote sommen geld aan kostbare feesten en aan paardenraces. De gevolgen waren desastreus. Een uitzondering daarop vormde korenmolenaar Dirk Nicolaas. Evenals zijn vader bekleedde Jan een aantal voor Nieuwveen belangrijke openbare functies. Hij was raadslid en later wethouder en drukte op die manier een stempel op de ontwikkelingen in Nieuwveen. Als president-kerkvoogd van de Hervormde kerk was hij dus ook op kerkelijk terrein actief. Zijn belangrijkste functie was wel die van dijkgraaf van de Zevenhovense polder. Tot aan zijn dood zette hij zich volledig voor de polder in.

In zijn persoonlijk leven kampte Jan met veel tegenslag. De vroegtijdige dood van enkele kinderen raakte hem diep, evenals het verlies van zijn vrouw Christina Bunschoten in 1893 met wie hij 45 jaar getrouwd was geweest. Hij bleef niet lang weduwnaar, want ruim een jaar later hertrouwde hij met Adriana van Straten. Het meest leed hij onder de handelwijze van drie van zijn zoons voor wie hij zich te lankmoedig toonde. Hij leende hen veel geld zonder daar ooit iets van terug te zien. Jan overleed in 1908 in de hoge ouderdom van 86 jaar, slechts een schamele erfenis achterlatend waarom zijn twee nog in leven zijnde zoons verbeten vochten.

Deze bijzondere Bijbel bleek te koop te worden aangeboden door een particulier in het Twentse Tubbergen, op zeker 175 kilometer afstand van Nieuwveen. De verkoper kocht het boek van een handelaar uit Vriezenveen. Hoe de Bijbel in Twente is terechtgekomen is niet meer na te gaan. Maar ik beschouwde het als mijn bijzondere plicht ervoor te zorgen dat het boek niet alleen terugkomt naar Holland, maar ook in het bezit van de familie Habermehl. Jammer alleen dat ik het niet meer kan overhandigen aan Nico.

Dit bericht is geplaatst in Nieuws. Bookmark de permalink.

Reacties zijn gesloten.