Zomaar een donderdag op de Haagse boekenmarkt

Een van de stille genoegens van een Haagse ambtenaar is het wekelijkse bezoekje aan de boekenmarkt. In de winter hebben de handelaren in oud papier hun plek op het Plein, tegenover de bezoekersingang van de Tweede Kamer. In de zomer verhuizen zij naar de Korte Voorhout, waar ook antiek- en curiosaverkopers dan een plek hebben. Ik ben niet de boekenige trouwe bezoeker. Na verloop van tijd haal je de vaste klanten er zo uit. Soms zijn het echte verzamelaars, die vooral te herkennen zijn aan de geconcentreerde blik waarmee zij heel precies de uitgestalde boeken schouwen; het hoofd licht gebogen om de titels te kunnen lezen. Meestal zijn het mannen, vaak met lange regenjas en een plastic of stoffen tas in de hand. Daarnaast zijn er de ambtenaren, strak in het pak, die de middagpauze benutten om quasi nonchalant even langs de kramen te lopen en dan het liefst van de tafels met boeken voor 1 of 2 euro enkele exemplaren meegraaien. Dan is er ook de categorie ‘bekende Nederlanders’. Zij doen doorgaans hun uiterste best om onbekende Nederlander te lijken, maar ontkomen niet aan blikken van herkenning en semi-grappige opmerkingen van omstanders. Piet Hein Donner scharrelde er in zijn ministerstijd vaak even rond, net als oud-staatssecretaris Aad Kosto, oud-minister Ad van der Steur, en D’66-fractievoorzitter Pechtold. Maar ook de historicus Han van der Horst en de Leidse hoogleraar Edwin Bakker laten zich er geregeld zien. De meest markante bezoeker, die bijna elke week even opduikt – al dan niet in gezelschap van zijn vrouw – is Wim de Bie. Deze cultheld uit mijn jeugd begint met het klimmen der jaren steeds meer te lijken op de typetjes die hij vroeger speelde. Geen idee naar welke boeken hij op zoek is, maar als een ware bibliofiel monstert hij zorgvuldig alle kramen. Iets kopen heb ik hem nooit zien doen.

Oud-minister Van der Steur bij handelaar Paul

Oud-minister Van der Steur bij handelaar Paul

 

 

De handelaren zelf weten precies wie ze voor zich hebben en grijpen elke kans de bibliofielen te wijzen op een exemplaar dat niet in hun collectie mag ontbreken. Minzaam wordt zo’n boek dan in de hand genomen en doorgebladerd.  Na de standaardverzuchting dat hij eigenlijk geen plek meer in de boekenkast heeft en zich eigenlijk had voorgenomen niks meer aan te schaffen, begint toch altijd het loven en bieden. De ene handelaar is daar meer bedreven in dan de andere: die schat in tot welke prijs hij redelijkerwijs moet zakken om de koper te verleiden en dat lukt dan ook meestal. Anderen houden stug vast aan hun prijs en zien belangstellenden dan weer snel afhaken. Interessant zijn ook de onderlinge  gesprekken tussen de handelaren. Het zijn beroepsklagers, die geen gelegenheid onbenut laten met een sombere gezichtsuitdrukking luid te verklaren dat de handel waardeloos is en dat ze liever vandaag dan morgen ermee zouden stoppen. Maar de week erop staan ze er weer; weer of geen weer.

Toegegeven. De handel in oude boeken is geen vetpot. Het zogeheten ‘modern antiquariaat’, dat wil zeggen boeken vanaf circa 1900, is volledig ingestort. Waar vroeger grif tientallen guldens werden betaald voor zo’n antiquarisch boek, daar gaan dezelfde boeken nu vaak voor enkele euro’s van de hand. Als koper is dat enerzijds natuurlijk geweldig, want vele fraaie boeken zijn nu voor een prikkie aan te schaffen. Anderzijds is er voortdurend het knagende, ongemakkelijke gevoel dat het eigen huis wordt volgestouwd met waardeloos oud papier, waar je nazaten straks geen weg mee weten. Maar als dan weer hele bibliotheken van gerenommeerde boekbezitters bij de euroknaller worden uitgestald – zoals onlangs nog een keur aan standaardwerken over de boekdrukkunst – dan ga je als koper toch weer heel opgewekt met een tas vol naar huis.

En dan zijn er nog de oude drukken. De prijs hiervan is niet zo dramatisch gedaald als die van modernere drukwerken, maar op sommige terreinen zit er ook op dit gebied de klad behoorlijk in. Door de razendsnelle secularisering en sluiting van kerk- en kloosterbibliotheken komen theologische werken in groten getale op de markt. Het aanbod van Statenbijbels, gebedsboeken en andere vrome lectuur is zo groot, en de vraag zo klein, dat de prijzen hiervoor stevig zijn gedaald. Bijzondere exemplaren worden doorgaans nog wel voor hoge prijzen in de (nog resterende) gespecialiseerde veilinghuizen verkocht, maar steeds grotere restpartijen vinden via deze veilingen hun weg naar de boekhandelaren op markten als die in Den Haag. Veelal gaat dat dan om exemplaren met kleinere of grotere mankementen, zoals ontbrekende prenten, beschadigde boekbanden of een boek zonder titelpagina. Maar voor de volhouder zijn er ook nog altijd juweeltjes te vinden.

Afgelopen donderdag hield een van mijn favoriete boekenisten een soort uitverkoop van winkeldochters en lelijke eendjes. Oude boekjes uit vervlogen eeuwen die de tand des tijds slechts met moeite hadden doorstaan, werden door hem verkocht voor een of twee tientjes. Vaak waren het losse deeltjes of obscure werkjes met een even obscure inhoud. Handelaar Peter, zoals ik Erik altijd abusievelijk noem, vertelde dat hij die ochtend al heel veel van deze partij verkocht had, bijvoorbeeld aan mensen die een cursus boekbinden volgden en hiermee mooi oefenmateriaal hadden om te restaureren. Op de kraam lag ook nog een groot boek in folioformaat, waar een klant geïnteresseerd in stond te bladeren. Ik kon de verleiding niet weerstaan over diens schouder mee te kijken en mee te luisteren welke vragen hij stelde. Of het oud was en hoe die drukletter eigenlijk genoemd werd. Dat trok ook de aandacht van een andere klant, die omslachtig begon uit te leggen dat dit wel eens een heel oud boek kon zijn en dat er ook oude aantekeningen in de marge stonden.

Eras1

Eras3Voor mij was op dat moment al duidelijk dat het een zeer oude, zestiende-eeuwse druk was; weliswaar met een zwaar beschadigde band, ontbrekende titelpagina, losliggende eerste katernen en diverse ontbrekende pagina’s aan het eind. Even leek het erop dat de geïnteresseerde beschouwer tot aanschaf zou overgaan, vooral nadat Peter meldde dat het boek voor het luttele bedrag van 25 euro weg mocht. Ik hield de adem in, maar de man liep gelukkig door. Dat was voor mij het moment om toe te slaan: zonder te weten om welk werk het ging en hoe oud het precies was (ik schatte 1540), besloot ik dit zwaar getormenteerde boek te kopen en een poging te wagen het nader te determineren.

Eras10

Dankzij de zegeningen van het internet en alle digitaliseringsprojecten van grote bibliotheken kostte het weinig moeite om te achterhalen welk werk ik had aangeschaft. Het bleek een bundeling van Latijnstalige geschriften te zijn over de vroege geschiedenis van Rome. Die geschriften zijn in de loop der jaren in vele edities uitgegeven, dus nu was het zaak te achterhalen om welke uitgave het hier ging. Na vergelijking van diverse bladzijden en diverse initialen (fraai gegraveerde beginletters) ontdekte ik dat het zowaar om een editie ging die was bewerkt door onze grote Gouwenaar Desiderius Erasmus; een uitbreiding dus van mijn collectie Goudana! De eerste uitgave van dit werk dateert uit 1518 en verscheen bij Erasmus’ lijfdrukker Johannes Froben in Basel. Maar die uitgave was het niet, want de lay-out was aanmerkelijk anders. Uiteindelijk kon ik vaststellen dat het bij mijn exemplaar gaat om een Keulse druk uit 1527; een vroege postincunabel dus en nog tijdens het leven van Erasmus gedrukt (hijEras7 stierf in 1536). Van de Rotterdamse geleerde is bekend dat hij bleef sleutelen aan zijn teksten en vertalingen en zijn boekdrukkers tot wanhoop dreef door steeds weer nieuwe edities op de persen te laten leggen.

Nu het boek gedetermineerd is, is het voor mij extra waardevol, ondanks alle beschadigingen en mankementen. Het grootste deel van het boek is nog

De ontbrekende titelpagina

De ontbrekende titelpagina

intact en de bladzijden zijn uiterst fraaie voorbeelden van vroege boekdrukkunst. De band bevat nog het originele geblindstempelde leer dat over houten platten is gespannen en ook de rug is deels nog origineel. Van de koperen boekklampen resteren alleen nog kleine gedeeltes op de platten. Het meest betreurenswaardig is het ontbreken van het zeer fraaie titelblad. Dankzij de zegeningen van het internet kon dat gelukkig nog wel in fotokopie voorin het boek gelegd worden.

En zo leverde mijn donderdagse bezoek aan de Haagse boekenmarkt weer een fraaie aanwinst voor de boekenkast op, met een bijzonder verhaal.

Dit bericht is geplaatst in Nieuws. Bookmark de permalink.

5 Reacties op Zomaar een donderdag op de Haagse boekenmarkt

  1. Rob Zachte schreef:

    Mooi verhaal! Echter laven moet zijn leven. gr Rob Zachte

  2. Thea van Wordragen schreef:

    Gefeliciteerd met deze bijzondere aankoop. Wat een bofferd ben je, Paul. En je hebt er een leuk stuk over geschreven.

  3. Paul Abels schreef:

    Dank Thea. Inderdaad bijzonder

  4. Ruud Verkerk schreef:

    Dag Paul,
    Mooi verhaal en heel herkenbaar wanneer iemand een boek inkijkt dat voor jou is bestemd en niet voor iemand anders.
    Net als op de veiling, als eindelijk ‘jouw’ boek aan de beurt is zit er nog een bieder in de zaal.

  5. Paul Abels schreef:

    Dank Ruud; de spanning op de veiling is inderdaad ook heel herkenbaar; net als de euforie als het lot is toegeslagen of – de teleurstelling dat je toch moet afhaken. En een tussenvorm: je mee laten slepen door hoger te bieden dan je van plan was, om daarna te schrikken als je uiteindelijk de hoogste bieder blijkt te zijn. Tal van sentimenten dus.