Bijzonder vervolg op briefwisseling van de Paus en Erasmus

paus2De bijzondere briefwisseling tussen Erasmus en de pausjeNederlandse paus Adrianus VI uit de jaren 1522-1523 heeft in 2016 een bijzonder vervolg gekregen. Aan de vooravond van de grote Erasmus-tentoonstelling in Museum Gouda ontving directeur Gerard de Kleijn een brief, gedateerd 1 februari 2016, waarin kardinaal en pauselijk staatssecretaris Pietro Parolin via de pauselijke nuntiatuur in Den Haag laat weten dat paus Franciscus zijn erkentelijkheid laat overbrengen voor
de Goudse inspanningen om de belangstelling voor het leven en werk van Erasmus levend te houden. Hij waardeert het bijzonder dat hierbij getoond wordt dat het christelijk geloof en oprecht humanisme niet met elkaar in strijd zijn, maar beiden ten dienste staan van de menselijke waardigheid. Voor wie mocht denken dat de paus hiermee zijn zegen uitspreekt over het Humanistisch Verbond, die slaat de plank mis. Onder oprecht

Kardinaal-staatssecretaris Pietro Parolin

Kardinaal-staatssecretaris Pietro Parolin

humanisme doelt de Heilige Vader uiteraard op het Bijbels humanisme, waarvan Erasmus een uitgesproken exponent was. De Gouds-Rotterdamse geleerde was volgens de paus een diepgelovig christen en pleitbezorger van een authentiek – christelijk – humanisme in een tijd van ingrijpende veranderingen. Een dergelijke vorm van humanisme zou volgens hem in onze tijd dringend noodzakelijk zijn, omdat het oproept tot solidariteit met de medemens.

Het pauselijke schrijven werd vrijdagavond 5 februari voorgelezen door Gerard de Kleijn bij de officiele opening van de grote Erasmus-tentoonstelling. De bijna-zaligverklaring van Erasmus door de paus werd gevolgd door een bijkans heiligverklaring van de grote humanist door Herman Pleij, de Neerlandicus die voor deze expositie mocht optreden als gastcurator. De hoogleraar prees Erasmus om zijn tolerantie, verdraagzaamheid en relativeringsvermogen. Met de voor hem kenmerkende grote-stappen-snel-thuisbenadering wist hij moeiteloos zelfs een toespraak die prins Willem van Oranje in 1564 hield voor de Raad van State volledig terug te herleiden op het gedachtegoed van Erasmus. Museumbezoekers kunnen deze toespraak, waarvan slechts een kort verslag bewaard is gebleven, zelfs integraal bekijken in een door Waldemar Torenstra nagespeelde en door Pleij geregisseerde – en enkele keren onderbroken – versie.

paus3Het dichtst bij Erasmus komen de bezoekers echter in fraai uitgelichte hoek van het museum, waar enkele persoonlijke bezittingen van Erasmus, zoals diens zakmes, een ring, een zandloper en een drinknap, te zien zijn. De tronie van Erasmus is veelvuldig vastgelegd door kunstenaars, maar door weinigen nog tijdens zijn leven. Vandaar dat het kleine portretje van de humanist, dat begin jaren dertig van de vijftiende eeuw geschilderd is door Lucas Cranach, een van de topstukken is op de tentoonstelling. Maar er zijn zelfs hedendaagse portretten van Erasmus te zien; een zaal vol zelfs. Schilderes Neel Korteweg heeft vanuit haar fantasie Erasmus geschilderd in zijn verschillende levensfases, wat verrassende en ontroerende schilderijen heeft opgeleverd van de geleerde als onder meer schoolkind, puber, volwassene en oude man. Ook boezemvrienden Servaas Rogier en Thomas More krijgen in deze zaal een bijzonder gezicht.

Voor Gouwenaars, maar zeker ook voor bezoekers van buiten Gouda, zal de Gouda-zaal waesmisschien wel de meeste indruk maken. De samenstellers van de tentoonstelling zijn er op creatieve wijze in geslaagd de prachtige maquette te gebruiken voor een spectaculaire licht- en beeldshow, waarmee de nog aan te wijzen plekken in de stad die voor Erasmus van belang waren in beeld en uitgelicht worden, begeleid door opnieuw commentaar van Pleij. Ook de wanden van deze zaal sluiten prachtig bij deze multimedia-presentatie. Een schaduw van Erasmus die zich haast door een uitvergroot stadsgezicht van de Goudse kunstenaar Aert van Waes brengt de geleerde misschien nog dichterbij dan zijn persoonlijke spullen.

Voor een bibliofiel valt er in deze tentoonstelling uiteraard ook veel te genieten. Heel bijzonder is de wijze waarop de makers een zaal gebouwd hebben rond de eigenlijke aanleiding voor dit Erasmusjaar, namelijk de uitgave van het Novum Testamentum, de door Erasmus vanuit het Grieks in het Latijn vertaalde Bijbel. Uiteraard is er een fraai exemplaar te zien van dit in 1516 door Johannes Froben gedrukte boek. Maar ook verschillende andere geschriften van Erasmus die verschenen bij zijn ‘lijfuitgever’ in Basel zijn te bewonderen in een zaal die passend met grote inktvlekken op de vloer verwijzen naar het belang van de drukkers in het leven van Erasmus.

krantigHet meest geworsteld hebben de makers van de tentoonstelling overduidelijk met het tonen van ‘de geest van Erasmus’. Deze worsteling, die we ook al kennen van glazenier Marc Mulders, schepper van het Erasmusglas dat tijdens de tentoonstelling te zien is in de Gasthuiskapel, komt ook terug in diverse zalen. De audiotour van Herman Pleij vormt daarin een onmisbaar accessoire voor de bezoekers. Daarnaast is op tal van creatieve wijzen geprobeerd aspecten van dit gedachtegoed onder de aandacht te brengen, bijvoorbeeld met behulp van om te draaien houten bordjes, afscheurbladjes en tal van andere manieren om teksten van de geleerde onder de aandacht te brengen en actueel te maken. Hier is duidelijk gestreefd naar een actualisering van Erasmus, zoals dat ook gebeurt in het Ruim, tussen de schuttersstukken. Daar zal een grote tafel staan, waarachter elke dag van de tentoonstelling een andere ‘denker’ zal plaatsnemen (een filosoof, een dichter, een kunstenaar etc), waarmee de bezoekers in gesprek kunnen gaan over Erasmiaanse thema’s.  Of deze poging om het gedachtegoed van Erasmus af te stoffen en te moderniseren zal lukken en door iedereen gewaardeerd zal worden, moet worden afgewacht. Maar de tentoonstelling is een bezoek zeker meer dan waard.

 

Dit bericht is geplaatst in Nieuws. Bookmark de permalink.

Reacties zijn gesloten.