Het nieuwe Goudse Glas in de Sint-Jan: tussen vrees en hoop

Op deze site heb ik eerder twijfels geuit over de plannen om in de Goudse Sint-Janskerk een nieuw gebrandschilderd glas te plaatsen ter gelegenheid van het Erasmusjaar 2016. De eerste publicaties hierover in de plaatselijke media, inclusief een afbeelding van een klein fragment van het glasontwerp, deden mij vrezen voor een dissonant in het zo harmonische glazenprogramma van deze monumentale kerk. Bovendien verweet ik de initiatiefnemers een gebrek aan openheid en betrokkenheid van Gouwenaars bij de besluitvorming en keuze.

Een antwoord liet niet lang op zich wachten. De opdrachtnemer, glazenier en beeldend kunstenaar Marc Mulders, en de opdrachtgever, museumdirecteur Gerard de Kleijn reageerden beiden per mail. Mulders stuurde per ommegaande de schriftelijke concepten en ideeën die ten grondslag liggen aan het ontwerp en beiden nodigden mij uit voor een bezoek aan het glasatelier in Tilburg op een moment dat de vervaardiging van het glas enigszins gevorderd was. Uiteraard heb ik de uitnodiging aangenomen in het belang van een meer onderbouwde oordeelsvorming.

Op 19 mei stapte ik dan ook, gewapend met de nodige scepsis, in een busje dat een

Een gedreven Marc Mulders geeft uitleg over zijn Goudse Glas

Een gedreven Marc Mulders geeft uitleg over zijn Goudse Glas

gezelschap belangstellenden naar Tilburg bracht. Daar werden we bedolven onder een stortvloed van Brabantse gastvrijheid en een niet aflatende woordenstroom van de kunstenaar. En de bezoekers kregen ruim de tijd om het in wording zijnde glas, dat in zijn volle omvang plat op een lage lichtbak lag, te bekijken en te bespreken. De mij toegezonden documenten en – meer nog – het engagement en de gedrevenheid van Mulders maakten in elk geval duidelijk dat de maker niet over een nacht ijs is gegaan. Hij  leeft zich in in Erasmus en probeert het wezen van diens ideeën te vatten. Maar hij heeft niet alleen zijn eigen creatie voor ogen, maar ook de monumentale omgeving waarin het glas zich zal moeten voegen, zowel qua vorm en kleur als qua boodschap. De kunstenaar is nog midden in het scheppingsproces, dus het is nog moeilijk door het (letterlijk) voorliggende raam heen te kijken naar het eindresultaat.

Hoe het uiteindelijk zal uitpakken als het fonkelnieuwe glas las in februari 2016 onthuld zal worden bij de

Het Goudse Glas in wording. Misleidend is het wit van de lichtbakken, terwijl ook de figuratieve elementen nog ontbreken.

Het Goudse Glas in wording. Misleidend is het wit van de lichtbakken, terwijl ook de figuratieve elementen nog ontbreken.

opening van het Erasmusjaar in Gouda, is nog onzeker. Mulders werkt namelijk niet vanuit een vaststaand ontwerp, zoals veel glazeniers in het heden en verleden deden met behulp van een aan de opdrachtgevers voorgelegd ‘vidimus’, maar werkendeweg. Wel is er een hoofdconcept en hanteert hij randvoorwaarden. Dat hoofdconcept is er een van hoop in donkere tijden, met de opstanding als wenkend en lichtend perspectief. Het Kwaad wordt door het Goede naar de zijkanten van het bestaan gedrukt. Het licht en donker vertaalt zich ook in de gebruikte kleuren, die nauw aansluiten bij de drie hoofdtinten – van onder naar boven – in de meeste  Goudse Glazen: grijs, oranje en blauw. Geen schreeuwende, uit de toon vallende kleuren dus. En Het wordt ook geen volledig abstract glas, maar een combinatie van abstractie en figuratie.

Van groot belang is ook de plek waar het glas geplaatst zal worden: niet pal naast de grote zestiende- of zeventiende-eeuwse glazen, maar in de zuidzijde achteraan, op een plek waar nu nog een mozaïekglas met scherven die overbleven bij de restauratie van Jan Schouten in de jaren dertig. Daarmee komt het glas niet alleen recht tegenover het tot op heden laatste glas dat in de kerk werd aangebracht, het bevrijdingsglas, maar ook in de directe nabijheid van het ‘Coornhertglas’, het raam met een allegorische verbeelding van de Vrijheid van consciëntie (geweten). Daarmee zouden het gedachtegoed van Coornhert en Erasumus, als pijlers onder het vrijzinnige geestelijke klimaat in het vroegmoderne Gouda, vanaf volgend jaar weerspiegeld worden in twee naburige glazen. In die zin valt het glas ook zeker niet uit de toon, maar kan het een waardevolle verdere inkleuring worden van het bijzondere verhaal dat in de ramen van de Sint-Jan wordt verteld.

De voorlopige tussenbalans met betrekking tot het nieuwe Goudse Glas is dus niet negatief. Los van de gebrekkige betrokkenheid van de Goudse gemeenschap bij dit plan en de vraag of na de Bevrijding het Erasmusjaar wel belangrijk genoeg is om er een glas aan te wijden, lijken andere zorgen na het bezoek aan Tilburg en de toelichting van Marc Mulders in belangrijke mate te worden weggenomen. Die hoop heb ik zeker, en die is net zo sterk als de hoop die het glas moet verbeelden.

Dit bericht is geplaatst in Nieuws. Bookmark de permalink.

Reacties zijn gesloten.