Boughaz op zoek naar de ideale Marokkaanse vrouw in Gouda

In 1965, precies vijftig jaar geleden, vestigden de eerste Marokkanen zich in Gouda. Dat waren mannen, die naar Nederland gehaald werden om te werken als goedkope arbeidskrachten in de industrie. Zij gingen vaak smerig en eentonig werk doen; werkzaamheden waar maar weinig Nederlanders meer voor te porren waren. Ze kwamen alleen en kregen onderdak in een van de vele pensions die inderhaast uit de grond gestampt werden door de bedrijven die deze gastarbeiders naar Gouda haalden, of door inwoners van de stad die de kans aangrepen om in korte tijd veel geld te verdienen met hun vaak slecht onderhouden panden. In deze pensions sliepen de mannen in dicht op elkaar gestapelde bedden, waarin zij droomden van de terugkeer naar hun vrouw en kinderen met een goed gevulde portemonnee.

Foto van de antropoloog David Hart uit 1954 van een traditionele Marokkaans-berberse bruid, op weg naar haar toekomstige echtgenoot

Foto van de antropoloog David Hart uit 1954 van een traditionele Marokkaans-berberse bruid, op weg naar haar toekomstige echtgenoot

Het liep allemaal heel anders. De mannen keerden meestal niet terug, maar lieten op den duur hun gezin naar Nederland overkomen. De in Marokko achtergebleven echtgenotes hadden voor de moeilijke taak gestaan jarenlang vader én moeder tegelijk te zijn voor hun kinderen. Vervolgens moesten zij hun vertrouwde omgeving achterlaten, om zich te vestigen in een koud, nat en vreemd land, waar ze de taal niet spraken, hun familie moesten missen en een kroost moesten verzorgen en opvoeden in vaak bedompte oude woningen. Terwijl hun mannen in alle vroegte naar hun werk gingen en daar collega’s ontmoetten die dezelfde taal spraken en gewoontes hadden, moesten de vrouwen zich weer alleen redden. Heimwee en depressiviteit overvielen menigeen. Toch wisten zij te overleven, soms met hulp van een ome Piet of tante Riet, die bereid waren enige taal- of fietslessen te geven, maar vaak ook volledig aangewezen op hun eigen overlevingskracht. Zij stonden in de schaduw van de mannen en bleven en blijven ook nu nog vaak letterlijk buiten beeld.

De Stichting Boughaz, organisator van de tentoonstelling over 50 jaar Marokkanen in LallaGouda, die dit najaar te zien zal zijn in Museum Gouda, hebben besloten deze Marokkaanse vrouwen in Gouda te eren als stille heldinnen van de migratie. Zij kozen daarom voor LALLA GOLDA als titel van de expositie, wat in het Marokkaans zoveel betekent als Madam Gouda of Gouden Vrouw. De organisatoren willen daarbij ook bijna letterlijk een standbeeld voor deze vrouwen oprichten, in de vorm van een fraaie kledij gestoken beeld. Deze vrouw moet als het ware de verbinding symboliseren tussen het oude Marokkaanse moederland en de nieuwe Gouds-Nederlandse omgeving. Haar kleding, sierraden en overige uitdossing moeten traditie en moderniteit combineren op een manier, dat zij model kan staan voor Marokkaans-Nederlandse vrouwen die zelfbewust de volgende vijftig jaar in deze stad tegemoet treden.

Boughaz roept iedereen, maar in het bijzonder vrouwen en meisjes met een Marokkaans-Nederlandse achtergrond, op ideeën of ontwerpen aan te leveren voor de ideale LALLA GOLDA. Uiteindelijk zal het beoogde standbeeld mede op basis van deze ideeën en ontwerpen vorm krijgen, waarbij alle inzenders een uitnodiging zullen krijgen om bij de onthulling en de opening van de tentoonstelling aanwezig te zijn.

STUUR UW IDEEËN OF ONTWERP VOOR DE IDEALE LALLA GOLDA, met vermelding van naam en email-adres naar secretariaat@boughaz.nl

Dit bericht is geplaatst in Nieuws. Bookmark de permalink.

Reacties zijn gesloten.