Expositie over boekdrukkunst, boekschandalen en naakte lezeressen

Met een korte inleiding van Birgit Slangen, een van Nederlands bekendste vormgeefster van boeken, werd op zondag 15 februari in Museum Gouda de tentoonstelling UITGELEZEN officieel geopend. In vier museumzalen, ingericht door vier gastconservatoren (Jan Willem Klein, Petera Luijkx, Maurice Wery en bovengetekende) worden uiteenlopende aspecten van het boek(en)lezen getoond. Waar Klein zich concentreert op de vroege Goudse boekdrukkunst van Geraert Leeu en de Collatiebroeders, toont Wery ons schilderijen van lezende vrouwen (en enkele mannen). Natuurlijk hangt in deze zaal het beeldmerk van de expositie en Gouda’s trots, de lezende zusjes Arntzenius van B.J. Tholen, maar het oog van de bezoeker zal ongetwijfeld eerst getrokken worden door een spectaculaire naakte lezers, Swaantje van Ingen, geschilderd door Isaac Israels. Swaantje In mijn eigen zaal is de absolute blikvanger het vier meter brede Librijemeestersbord uit 1648-1649. Deze herinnering aan een ingrijpende modernisering van de librijezaal in de Sint-Janskerk heeft precies de vorm van het halfronde gewelf van deze ruimte. Het hing daar eeuwenlang, totdat rond 19..? besloten werd de stadsboekerij te verhuizen naar de Gasthuiskapel. Begin jaren tachtig van de vorige eeuw verhuisden boeken en bord naar het Goudse stadsarchief. De oude Librijekasten werden vervangend oor stalen archiefkasten en het bord kreeg een plek aan de muur in een archiefzaal. Nadat het archief eind 2013 verhuisde naar de Chocoladefabriek en de lokalen in gebruik werden genomen door een basisschool, bleef het bord er hangen. Dankzij de tentoonstelling is deze monumentale herinnering nu uit deze ‘onveilige’ omgeving gehaald. Het is verstevigd en schoongemaakt en zal na de expositie een (voorlopige) plek krijgen in het Gouwedepot van het Streekarchief in Moordrecht. DSC09340 Geprobeerd is om de bezoekers van de tentoonstelling een glimp te lezen zien van de ooit zo fraaie Goudse Librije, door beeldbepalende elementen als het genoemde bord, de metUitgelezen1 oude boeken gevulde kenmerkende boekenkasten (waarvan twee replica’s van het Tresoar in Leeuwarden in bruikleen verworven konden worden), de plankcatalogi, een bord met namen van sleutelrechthouders en enkele delen van het absolute topstuk uit de collectie, een negendelige Atlas Maior van Bleau, te tonen. En uiteraard het portretmedaillion van Erasmus, dat eeuwenlang de herinnering aan Gouda’s beroemdste zoon in de leeszaal levend hield. Eronder stond altijd een kistje, waarin enkele brieven van Erasmus aan Herman Lethmaet bewaard werden. Dat kistje ontbreekt uiteraard evenmin in de opstelling. De Librije-opstelling vormt in deze zaal een van de drie delen van een ‘verhaal’, dat is opgebouwd rond een persoon, de rechtzinnige dominee Jacobus Sceperus.

Dat verhaal begin met de periode van De Goudse Vrijheid, toen Gouda wijd en zijd bekendstond als een vrijplaats voor schrijvers en drukkers. In de periode 1572-1618 mochten hier, dankzij een zeer libertijnse koers van het stadsbestuur, boeken gedrukt worden die elders in de Republiek verboden waren. Schrijvers en denkers die te lijden hadden van vervolging, vonden in Gouda een gastvrij onthaal. In de expositie zijn bijvoorbeeld werken te zien van de humanist Coornhert en van de remonstrant Eduard Poppius. Veel van deze werken kwamen van de persen van Jasper Tournay, Gouda’s meest productieve drukker uit die tijd.

Genoemde Sceperus was een rechtzinnig gereformeerd dominee van na die periode. Als DSC09342nevenfunctie was hij ook Librijemeester. In die functie was hij nauw betrokken bij de modernisering en uitbreiding van de stadsboekerij. Dankzij zijn inzet kreeg Gouda ook die unieke Atlas van Bleau. Maar hij richtte ook een ravage aan in het boekenbestand. Deze steile calvinist kon het niet verkroppen dat de Librije ook vele oude, laat-middeleeuwse katholieke boeken bevatte, evenals werken van heterodoxe schrijvers uit latere tijd, zoals remonstranten en socinianen. Op zijn aandringen werden daarom maar liefst 320 boeken uit de Librije verwijderd en in drie veilingen verkocht. Om die reden heb ik voor de man een ‘Scandpaal voor Sceperus’ opgericht, met bovenop een strontemmer. Dit symbool gaat terug op een passage uit de Goudse kerkenraadsacta, waaruit blijkt dat twee jonge vrouwelijke lidmaten ooit geprobeerd hebben de inhoud van zo’n strontpot op zijn hoofd te gooien. Aan de paal zijn vier goudkistjes gehangen, waarvan de inhoud refereert aan evenzovele schandalen rond Goudse boeken.

De tentoonstelling UITGELEZEN is nog te zien tot 18 mei aanstaande in Museum Gouda, pal achter de Sint-Janskerk en precies tegenover de plek waar ooit de Goudse Librije was gevestigd.  Ter gelegenheid van de tentoonstelling is een speciale aflevering verschenen van de TIDINGE VAN DIE GOUDE, met daarin het complete verhaal over Jacobus Sceperus en een verhaal van Jan Willem Klein over het bijzondere boekenbezit van een Goudse pottenbakker. Van dezelfde auteur is bij de opening van de tentoonstelling ook een boekje gepresenteerd over de vroege boekdrukkunst in Gouda.

Dit bericht is geplaatst in Nieuws. Bookmark de permalink.

Reacties zijn gesloten.