Mooiste aanwinst in 2014: onbekend boekje van Poppius uit 1624

Bibliografisch terugblikkend op het afgelopen jaar springt een klein boekje onmiddellijk in het oog, als de meest bijzondere aanwinst van 2014. Het betreft een boekje uit 1624 van de uit Gouda verdreven remonstrantse predikant Eduardus Poppius, waarvan het bestaan niet bekend was. Op de tentoonstelling UITGELEZEN! zal ook dit bijzondere werkje te zien zijn. Het betreft zijn Christeliicke gebeden ten dienste van crancke persoonen, die boetvaerdigh zijn ende in Christum ghelooven, so om voor ende met hunlieden van andere; als oock om van haer selven gedaen te worden. Het titelblad vermeldt verder dat de gebeden op schrift zijn gesteld door genoemde Poppius, “in sijn leven Dienaer des Heeren Jesu Christi, in de Ghemeente binnen der Goude”. Een volledig impressum ontbreekt, niet verwonderlijk gelet op de zware vervolgingen waaraan de remonstranten bloot stonden in die jaren. Ook in Gouda. De titelpagina bevat slechts de sobere vermelding: “Ghedruckt in ’t Jaer ons Heeren 1624”. Hieruit valt af te leiden dat het boekje kort na het overlijden van de auteur, op 9 maart 1624, gedrukt moet zijn. Die zat gevangen op Slot Loevestein op een vage verdenking van betrokkenheid bij het beramen van een aanslag op stadhouder prins Maurits.

SceperusKaderPoppius

Noch in de zogeheten STCN (een overzicht van de Koninklijke Bibliotheek van alle in Nederland gedrukte werken tot 1800 die bekend zijn) noch wereldwijd in enige bibliotheek is een exemplaar van dit 96 pagina’s tellende werkje terug te vinden. Een unicum dus, opgedoken op een onverwachte plek, ver weg van de plek waar het ooit gedrukt werd, namelijk op een veiling in San Francisco in de Verenigde Staten. Dankzij een gouden tip van een student uit Apeldoorn, Arie van Elst, die op deze website mijn belangstelling voor Poppius zag, kon ik nog net meebieden en het werkje naar Gouda halen.

Het boekje heeft een sleets, overslaand perkamenten bandje en op de binnenzijde een eigendomsinschrijving van “Elisabeth de Puw. Mijn boek al in het jaer 1755”. Het kleinood is van klein octavo-formaat, geschikt om zo in de binnenzak bij je te steken. Het VUMCC01_UBVU001-1-POP-001_Xis driftig gebruikt, want de bladzijden zijn beduimeld en rafelig. Dat prikkelt de fantasie. Voor Goudse remonstranten, die diepbedroefd moeten zijn geweest over de tragische dood van hun ver- en opgejaagde predikant, moet het boekje een tastbaar en dierbaar aandenken aan hem zijn geweest, dat ze bij zich konden dragen als ze op weg waren na een clandestiene godsdienstviering in de velden buiten de stad, beducht voor arrestatie en beboeting door baljuw Antony Cloots. De drukker moest zijn identiteit daarom ook geheim houden. Afgaand op een ornament in het boekje, dat ook in andere werken voorkomt, lijkt het van de persen gekomen te zijn bij Pieter Rammazeyn, remonstrants boekdrukker die vanaf ongeveer 1619 een drukkerij had aan de Korte Groenendaal.

In 1628, toen de vervolgingen van de remonstranten geluwd waren, werd het boekje opnieuw gedrukt, nu in Amsterdam. Daar zijn meerdere exemplaren van bewaard gebleven. De Goudse editie is nu ook uit de vergetelheid opgediept. Met dank aan Arie van Elst.

Dit bericht is geplaatst in Nieuws. Bookmark de permalink.

Reacties zijn gesloten.