Oorsprong Goudse Vrouwe Fortuna ligt niet in Enkhuizen

Het voordeel van het houden van lezingen en het schrijven van blogs is, dat er vanuit het publiek altijd weer nieuwe vondsten of onderzoeksrichtingen worden aangedragen. Zo ook in mijn lezing over de Goudse boekdrukker Jasper Tournay. Eerder heb ik op deze site gewezen op het bijzondere drukkersmerk dat het titelblad van veel van zijn boeken siert: een afbeelding van Vrouwe Fortuna, staande op een bol en met een zeil in de hand, met op de achtergrond een opgaande zon (geluk) en een schip dat vergaat (rampspoed). Tournay voorzag zijn drukkersmerk van het randschrift “Spero Fortunea regressum” [Ik hoop dat het geluk terugkeert]. Deze wens was terug te voeren op de teloorgang van zijn zelfstandige drukkerij in Gouda (rond 1591-1592). Lang heb ik gedacht dat de vrschijning van dit drukkersmerk in zijn werken te maken had met zijn herstart als zelfstandig libraire in 1603, mogelijk gemaakt door het stadsbestuur van Enkhuizen. In de boeken die hij daar van de persen liet komen, leek hij voor het eerst dit drukkersmerk te gebruiken, maar ook in de boeken die verschenen nadat hij in 1608 een nieuwe start in Gouda maakte.

Pas in 2021 ontdekte ik dat dit hoopvolle drukkersmerk een vroegere oorsprong heeft. Het is al terug te vinden in en boek dat hij in 1602 in Leiden drukte, toen hij nog in dienst was van de academiedrukker Jan Jacobsz. Paedts.

In de op rijm gestelde Enkuizer stadsgeschiedenis van P.P.Kock uit 1603, brengt de auteur in het woord vooraf het belang van de komst van Tournay naar Enkhuizen nadrukkelijk onder de aandacht van de lezer en het stadsbestuur. Ook in de stadsgeschiedenis zelf komt Kock aan het eind terug op de zegeningen van de boekdrukkunst, waarbij hij aangeeft het een eer te vinden dat Tournay vanuit de belangrijke universiteitsstad Leiden naar Enkhuizen is gehaald. In Leiden was Tournay overigens niet actief als zelfstandig drukker. Hij was daar als letterzetter in dienst van Paedts. Kock dichtte de volgende regels.

Daer na in t’selve jaer/ in het eerste van Meye
Is de lofflijcke Const / het Boeckedrucken heerlijck /
Deser inghecomen uyt de vermaerde stadt Leye /
Daer d’Universiteyt is seer schoon triumpheerlijck/
Het is een groote vreucht / ons aenghenaem begeerlijck/
Dat wy uyt sulcken plaets dees Const hebben vercregen/
Welck sal met Godes hulp / in dese stadt vermeerlijck
Zijn tot vermaertheyt groot / aen veel verscheyden wegen
D’invency van dees Const en / dient oocniet verswegen/
Sy is tot Haerlem eerst / voor al gheinventeert
Hoewel dat die van Mentz / daer gantslijck spreken tegen/
Het bewijs is te claer / by die van Harlem weert/

Het Regionaal Archief Alkmaar, in het bezit van het door Tournay gedrukte zeldzame boek van Kock, blijkt nog een ander boekwerk in zijn bibliotheekcollectie te hebben, waarin de figuur van Vrouwe Fortuna afgebeeld is. Het betreft jaargang 1701 van de Enkhuizer Almanak, gedrukt door Johannes Stichter in Amsterdam. De afbeelding komt in veel opzichten overeen met de figuur die de boeken van Tournay siert.Verschillen zijn het Amsterdamse wapen op het zeil en de symboliek op de achtergrond. Dit keer geen opgaande zon, noch schepen die vergaan. De schepen lijken koers te houden, terwijl het gevaar wordt verbeeld door een dreigende klif aan de rechterzijde van de vrouw. Zie over de iconografie van Vrouwe Fortuna in relatie tot Gouda: http://www.paulabels.nl/2013/07/vrouwe-fortuna-in-gouda/

Collectie Regionaal Archief Alkmaar

Collectie Regionaal Archief Alkmaar

Dit bericht is geplaatst in Nieuws. Bookmark de permalink.

Reacties zijn gesloten.