Ook de loempia-man en zijn klanten begrijpen de gemeente niet

Een tip voor bestuurders en politici. Soms is het goed om ook op straat je oren te luisteren te leggen als je wilt weten wat er leeft onder de mensen. Op mijn wandeling van het station naar huis kom ik altijd langs de kar van Kim, een goedlachse loempiaverkoper die steevast omringd wordt door klanten van zeer divers pluimage. Hij is naast vriendelijk ook altijd zeer nieuwsgierig en heeft heldere opvattingen over wat er mis is in de wereld. Hij spelt de krant van voren naar achteren en is in Gouda misschien wel hetUnknown-2 best geïnformeerd over wat er zoal plaatsvindt. Vandaag bleek maar weer dat hij boven op het nieuws zit, want ik werd van verre begroet met de mededeling dat ik vandaag in de krant stond. Dat wist ik zelf ook, maar zijn mededeling was niet meer dan de opmaat voor een spervuur aan vragen over wat de gemeente in hemelsnaam aan het doen is met de monumenten. Voor hem als zakenman, zo betoogde hij, is het heel belangrijk dat toeristen naar Gouda komen. En waar komen ze voor? In de eerste plaats natuurlijk voor de monumenten en daarna uiteraard voor zijn loempia’s. Daarom moeten we zuinig zijn op de mooie historische gebouwen in de stad. Daar moet iedereen binnen kunnen lopen en ervan genieten. Hij kreeg onmiddellijk bijval van enkele klanten met een zeer uiteenlopende etnische achtergrond. Ook voor hen was duidelijk dat het stadhuis op de Markt een trekpleister van jewelste is en dat je er daarom heel zuinig op moet zijn. En wijzend naar het Huis van de Stad: “dat is zeker op de pof gekocht en nu hebben ze geld nodig”. Politici en bestuurders zouden eens wat vaker een loempiaatje moeten gaan eten in hun middagpauze.

Dit bericht is geplaatst in Nieuws. Bookmark de permalink.

Reacties zijn gesloten.