Vrouwe Fortuna in Gouda

In het Londense veilinghuis Christie’s  kwam op 3 juli 2013 een moralistische Steengoedbordeelscène van Jan Steen onder de hamer, getiteld “Soo gewonne, soo verteert” (zo gewonnen, zo geronnen) en geschilderd in 1660. Het tafereel zit barstensvol subtiele en minder subtiele verwijzingen naar lust en betaalde liefde: volop oesters, het zwaard op een lege stoel en een – sterk op de schilder zelf gelijkende – man, die een vol glas krijgt aangereikt door een bevallige jongedame, terwijl een oude koppelaarster hem iets influistert.  Erg bijzonder is een schilderij met dergelijke symbolen niet, want dergelijke verwijzingen komen veelvuldig voor op zeventiende-eeuwse genrestukken. Toch moest het doek tussen de 8 en 11 miljoen euro opbrengen. Wellicht heeft deze hoge prijs te maken met een bijzonder detail op de achtergrond. Het tafereel speelt zich namelijk af voor een manshoge schouw van marmer, waarboven een schilderij is te zien van een naakte vrouw met een zeil in haar hand. Zij balanceert op een bol met vleugels en een doodshoofd ligt aan haar voeten, als symbool van het menselijk noodlot. Op de achtergrond vaart rechts van haar een schip op kalme zee richting horizon, terwijl aan haar andere zijde een boot schipbreuk lijdt. Het is overduidelijk een allegorisch schilderij van Vrouwe Fortuna, die op een ‘losbol’ het wankele evenwicht bewaart tussen fortuin en misfortuin.

Volgens de catalogus van Christie’s heeft de schilder dit tafereel ontleend aan een gravure van Abraham Bosse in een architectuurboek uit 1641.  Toch heeft deze iconografie van

Drukkersmerk van Jasper Tournay

Drukkersmerk van Jasper Tournay

Vrouwe Fortuna een veel oudere geschiedenis, zoals onder meer blijkt in Gouda. Het was Jasper Tournay, de meest productieve boekdrukker in die stad in de zeventiende eeuw, die deze afbeelding reeds vanaf 1602 gebruikte als drukkersmerk in zijn uitgaven. Hij ging deze beeltenis gebruiken nadat een eerste poging om in Gouda een drukkerij tot een economisch succes te maken pijnlijk was uitgelopen op een faillissement en hij als knecht van de Leidse drukker Jan Paedts Jacobsz en daarna als zelfstandig stadsdrukker van Enkhuizen een nieuwe kans had gekregen. De afbeelding van Vrouwe Fortuna in het drukkersmerk, dat hij ook na zijn terugkeer naar Gouda in 1608 veelvuldig gebruikte, heeft grote overeenkomsten met het schouwstuk uit het schilderij van Jan Steen, maar verschilt op details. Deze vrouw werpt haar hoofd niet wulps in de nek, maar staat fier rechtop. Het zeil houden beiden op dezelfde wijze voor zich. Onder de voeten van de vrouw ontbreekt het doodshoofd. Tegenslag wordt nu ook verbeeldt door een schipbreuk op de linker achtergrond, maar voorspoed wordt ter rechterzijde van de vrouw verbeeldt met een opgaande zon. Tournay liet geen misverstand bestaan over de achtergrond van zijn keus voor dit beeldmerk, want in een randschrift staat in het Latijn zijn hoop vermeld dat het geluk terugkeert (Spero Fortunae regressum).

De beeltenis van Vrouwe Fortuna duikt drie jaar voor de dood van Tournay ook op een

Gevelsteen aan de Kleiweg

Gevelsteen aan de Kleiweg

andere manier op in Gouda. Op een gevelsteen met het jaartal 1632, die tegenwoordig zit ingemetseld in een winkelpand aan de Kleiweg nummer 35, is zij ook te zien. Opnieuw is zij weergegeven als een naakte vrouw, zij het dit keer wat onbeholpen afgebeeld. Ook zij staat op een bol, die nu ongevleugeld is. De zee aan weerszijden is ruw, maar leeg. Het zeil houdt zij boven en achter zich. De steen heeft mogelijk oorspronkelijk in een andere gevel gezeten, in een pandje aan de Nieuwehaven dat “de Fortuin” heette en in 1698 werd afgebroken. Of er enige relatie is met het door Tournay gebruikte drukkersmerk valt niet na te gaan.

Overigens is het drukkersmerk na het overlijden van Tournay blijkbaar in handen van andere boekdrukkers overgegaan. Zo zien wij dat het in 1650 gebruikt wordt door een andere Goudse drukker, Willem vander Hoeven, die een bedrijf had in de Peperstraat. Vijfentwintig jaar later blijkt het beeldmerk in Amsterdam te zijn beland, waar het opduikt in boeken van Jan Jansz van Waesbergen.

VanderHoeven3

thumb2_d5633314-38b6-11e4-8d0d-5c378f6a5441

Het fraaie drukkersmerk van Jasper Tournay heeft op deze manier nog lang zijn nut gehad voor boekdrukkers, die elk voor zich waarschijnlijk ook de gelukwens toepasselijk achtten voor hun bedrijf.

Ook op andere wijzen is Vrouwe Fortuna in en rond Gouda afgebeeld als teken van hoop afbeelding-van-vrouwe-fortunaop voorspoed. Zo werd zij in 1675 als pijpenmerk ingeschreven en komen wij haar beeltenis op diverse pijpenkoppen tegen. Op een van de overgeleverde exemplaren is aan beide zijden van haar de tekst “zonder fortuyn gaat ‘t niemand wel”. Ook op een andere product van van aardewerk dat veelvuldig in Gouda werd geproduceerd komen we Vrouwe Fortuna al in de zeventiende eeuw tegen.

vrouwefortuna-zeewezenmetdefortuin-historisch_museum_rotterdam-50

Op een in Rotterdam gevonden tegel staat zij op een bol die in een schelp ligt. Ook zij heeft een zeil in de handen, dat zij voor haar langs houdt zodat de schaamstreek in elk geval bedekt is. Een nieuw element is, dat zij in zijwaartse richting wordt voortgetrokken door een zeedier van onbestemde signatuur. Het lijkt erop dat hiermee wordt weergegeven dat het geluk steeds weer het risico loopt uit de goede baan te raken. Op Catawiki werd in 2022 een tegel met eenzelfde uitvoering geveild, maar nu in Delfts blauw en de andere kant op varend.

Een tegel met en vergelijkbare uitvoering, maar duidelijk minder van kwaliteit, werd in januari 2021 te koop aangeboden op Marktplaats. De tekening is duidelijk grover en Fortuna is minder een vrouwelijke schone dan een stevige zeebonk. Wel staat ook zij op een bol, maar dan zonder schelp eronder. Aan de hoekversieringen te zien gaat het om en tegel uit het midden van de zeventiende eeuw.

De oudst bekende afbeelding van Vrouwe Fortuna in de regio Gouda is te vinden in vrouwefortuna-oudewaterhetfortuynaaneen17eeeuwshuis-30-1Oudewater, notabene in ‘de Ark’, het geboortehuis van de beroemde voorvechter van de vrije wil, de omstreden Leidse hoogleraar in de theologie Jacobus Arminius. Het betreft een bijzondere fraaie, in zandsteen uitgehakte afbeelding in een nis, die uit de tweede helft van de zestiende eeuw stamt. De uitvoering is overdadig. De vrouw is dit keer niet volledig naakt, maar er is een lendendoek losjes om haar middel  gedrapeerd. Het zeil dat zij omhoog houdt is aan de onderkant versierd met rozen.  De half ontklede vrouw staat op een kale bol. Een zee is in geen velden of wegen te bekennen, zelfs niet verbeeld door een schelp. Wel zijn boven de ramen van het pand schelpvormige ornamenten te zien.
fortunavrouwe-25sept06_crop

$_84

…………………………………………………………

Vrouwe Fortuna heeft de ideeën van Arminius en zijn remonstrantse aanhangers weliswaar in grote overvloed naar Gouda geblazen, waar ze lange tijd innig zijn omarmd door de overgrote meerderheid van de bevolking. Uiteindelijk kon ook de gelukbrengende vrouw zich op deze wankele basis niet staande houden en leden de Goudse remonstranten onder dreiging van stadhouderlijk geweld schipbreuk. Met hen verloor ook boekdrukker Jasper Tournay het geluk waar hij zo vurig op hoopte. Waaruit maar weer eens blijkt dat geluk altijd een onzekere toestand blijft. Daar helpt geen lievemoedertje aan, ook al heeft ze de gedaante van Vrouwe Fortuna.

Naschrift: zelfs op vakantie in Oost-Duitsland ontbrak Vrouwe Fortuna niet. Onderstaande gevelsteen troffen we aan in het aan de Elbe gelegen stadje Pirna. Veel geluk heeft de steen niet gebracht,  want bij de zoveelste overstroming van de rivier in juni 2013 liep het hele stadje onder water. In augustus waren zo ongeveer alle winkels nog gesloten omdat de eigenaren nog bezig waren de boel te drogen en schoon te maken.

DSC06471

Vrouwe Fortuna siert ook oud aardewerk, zoals op een (waarschijnlijk achttiende-eeuws) bord dat Bert Bijmholt op een veiling kocht.

fortuna

Zelfs op grafstenen ontbreekt vrouwe Fortuna niet, zoals deze in de kerk van Enkhuizen.

De vroegste verschijning van Vrouwe Fortuna als drukkersmerk die ik tot nu toe heb kunnen vinden, komt voor in een post-incunabel uit 1524, gedrukt in Bazel. Zij verkeert dan nog niet op zee, maar – niet vreemd voor een Zwitserse druk – in een bergachtige omgeving. Ze staat wel op een (ongevleugelde) bol, met opvallend modieuze sandalen. In haar hand houdt ze een hoorn des overvloeds, en het ‘zeil’ is bij haar een soort sjaal, die voor haar lichaam waait. De omlijsting met zuilen en een boog wijkt ook af van veel andere verbeeldingen.

Op de Haagse boekenmarkt op het Plein trof ik in maart 2019 een kloeke foliant van een Latijnstalig werk aan, in 1586 gedrukt in het Duitse Frankfurt bij Nicolaus Basseus, waarin maar liefst vier keer een drukkersmerk van Vrouwe Fortuna staat afgebeeld. Opvallend daarbij is dat het niet om identieke afbeeldingen gaat, maar dat er twee versies zijn opgenomen. In de eerste versie, ook op het eerste titelblad, is zij frontaal naakt te zien, met het zeil subtiel over haar schaamstreek gedrapeerd. Zij staat hier niet op een wereldbol, maar op een wiel of rad, het rad van fortuin. Op de achtergrond is links een stad te zien en rechts stralen van een opgaande zon. De tweede versie laat Fortuna naakt en profil zien. Ze heeft de wind in de zeilen en er is geen bedekking nodig. Er is geen zon te bekennen, maar rechts enkele huizen aan de kust en links aan de einder twee schepen, die nu niet in problemen lijken te zijn. Het randschrift luidt mysterieus: Post haec occasio calva fronte capillata est (Laatste kans op haar voor het kale hoofd). Met enige fantasie zou dit een prozaïsche versie kunnen zijn van Tournay’s hoop dat het geluk zou terugkeren.

Fortuna2

Fortuna1

Een jaar later gebruikt dezelfde drukker nog een andere versie van dit drukkersmerk, met een lopende Vrouwe Fortuna. En dit keer in een ovaal, met uitbundige randversiering.

lopendeFortuna

Blijkbaar was de verbeelding van Vrouwe Fortuna in drukkersmerken zeer populair in de dagen dat Jaspar Tournay zijn drukkerij had in Gouda, want aan het eind van de zestiende eeuw waren er meer drukkers die dit beeldmerk – telkens in een iets andere uitvoering – gebruikten. Vijf jaar na bovenstaande Duitse uitgave, in 1591, verscheen op de titelpagina van een door en drukker in het Italiaanse Bergamo uitgegeven jagersgedicht onderstaande versie van onze geluksmevrouw.

Bijzonder in deze versie is, dat de vrouw niet op een (gevleugelde) bol staat, maar op een soort draak of zeemonster, wellicht om daarmee aan te geven dat zij het ongeluk of de kwade krachten overwonnen heeft. Achter haar de opkomende en ondergaande zon. In het randschrift staat “Bona Fortunae”. Hetzelfde drukkersmerk , maar dan gestileerder en in een ronde vorm, gebruikt hij in 1599.

Van veel latere datum, uit 1640, is een wel heel pronte Vrouwe Fortuna die ik tegenkwam op de titelpagina van een Leids Elzevieruitgave van een werk van Vossius.

De titel van het boekwerkje is afgedrukt op het zeil dat zij in de hand houdt en dat dit keer ook niet gebruikt wordt om haar lichaam af te dekken. Alleen het zeiltouw vervult nu deze functie, om haar schaamstreek af te dekken. Voor- en tegenspoed zijn nu ook weergegeven met behulp van schepen achter haar. Links zien we een schip in zwaar weer en een stad in de regen, terwijl rechts een scheepje vaart terwijl er geen wolkje aan de lucht is. Dezelfde afbeelding, maar dan handgekleurd, wist ik in november 2022 te bemachtigen, voorkomend in hetzelfde boekwerkje. Naar aanleiding van mijn Twittermelding over deze vondst, ontspon zich in een discussie of met deze afbeelding wel Vrouwe Fortuna werd bedoeld. Informatie op de website van het Geldmuseum bood enige helderheid. Daar wordt het volgende over de iconografie meegedeeld: “de voorstelling van Fortuna vindt aansluiting bij de renaissancevoorstellingen van de Fortuna a vela: een naakte vrouw die op een bol over de baren drijft met een zeil in haar handen. In de late 15de eeuw en in het begin van de 16de eeuw smolt de iconografie van Fortuna samen met die van de godin van de opportuniteit, Occasio. Fortuna staat naakt op een gevleugelde bol die die op een schelp over de zee drijft. Het zeil dat ze boven haar hoofd houdt en de dolfijnen die onder haar zwemmen zijn kenmerken die in de oudheid deel uitmaakten van de voorstellingswijze van Occasio. Terwijl de wind in het zeil verwijst naar de vergankelijkheid van het lot, zijn de eigenschappen van de dolfijnen een verwijzing naar de kenmerken van het geluk: snelheid, veranderlijkheid, vriendelijkheid. Daarnaast herinneren het water, de dolfijnen en de schelp ook aan de voorstellingswijze van Venus, de godin die uit de zee is geboren. In het midden van de 16de eeuw verdween het onderscheid tussen Occasio en Fortuna en slopen er elementen van de iconografie van Venus in de voorstellingswijze van Fortuna”.

In de Twitterdiscussie over het bovenstaande werd ook een tweetal andere Fortunategels gedeeld.

Een bijzondere uitvoering van Vrouwe Fortuna kwam ik in augustus 2019 tegen op een wandeling op Zaandijk. Het geluk dat zij meebrengt is een handvol gouden dukaten, die zij kwistig rondstrooit. Ook zij staat op een bol en is omwikkeld door een zeil. Het meer expliciete symbool van economisch gewin dat in deze versie naar voren komt, is ook herkenbaar in een gevelsteen die ik een maand later zag in de Amsterdamse Warmoesstraat. Hier geen wereldbol onder haar voeten, maar wel het zeil en het schip. Verder is een grote munt te herkennen. In haar rechterhand een palmblad als symbool van overwinning. Wat zij in de rechterhand heeft is minder eenvoudig te duiden. Het doet vermoeden dat de steen van jongere datum is. Het lijkt op een wiel met een pedaal, waarop een man zit. Het onderschrift Fortuna ‘Reikt haar de hand’ weerspiegelt toch weer die hoop op voorspoed, die ook al uit het drukkersmerk van Jaspar Tournay spreekt.

Naslag op het web leert dat het vermoeden juist is. Het blijkt een gevelsteen uit 1935, die vervaardigd is door beeldhouwer J.C. Schultsz voor een (toenmalig) kantoor van de Staatsloterij. Gemeld wordt dat zekere Pancras van der Vlist ontdekte dat de beeldhouwer zijn Fortunafiguur tot in details gekopieerd heeft van een gravure van Hans Sebald Beham uit 1541. Vandaar die zestiende-eeuwse trekken.

Nog ouder dan de gravure van Beham is de afbeelding van Fortuna die ik in oktober 2020 op een veiling van Catawiki tegenkwam. In een in het Zwitserse Basel gedrukt boek uit 1522 van Chrysostomus fungeert de beeltenis ook nu al als drukkersmerk, nu niet met een zeil, maar met een doek. Ze staat wel op een bol, maar zonder vleugels. Verder is op de achtergrond nu niet de zee te zien, maar een bergachtig rotslandschap.

Uit dezelfde tijd stamt een uitgave van de Baseler drukker Andreas Cratander – een uitgave uit 1526 van Erasmus’ beroemde Nieuwe Testament – waarbij ook deze drukker een drukkersmerk van Vrouwe Fortuna gebruikt. Daarbij verschilt de versie op de titelpagina met die op het laatste blad

Niet als drukkersmerk, maar als illustratie bij een emblematabundel van Johann Theodore de Bry die in 1593 in Frankfurt gedrukt werd, wordt Vrouwe Fortuna op een wijze afgebeeld die grote overeenkomsten heeft met de iconografie die door Jasper Tournay werd gebruikt. Hoofdtaferelen zijn de opkomende zon en het ondergaande schip, maar dan uitbundig omlijst met tal van figuren.

Een vergelijkbare opzet voor het weergeven van Vrouwe Fortuna is te vinden in het ontwerp van de frontispice van een boek uit 1652 van Jan Hendrik Glazenmaker, een vertaling van een Portugees boek over de zeevaart. De afbeelding is opgenomen in het in 2021 verschenen boek over Vertalen in de Nederlanden. Te zien is een Fortuna die strooit met symbolen. Aan de ene kant zijn dat zaken die te maken hebben gevangenschap en ellende; aan de andere kant symbolen die duiden op voorspoed en welvaart. Achter de eerste verzameling is een schip te zien in zwaar weer; achter de tweede een schip in kabbelend water. Het zeil dat de vrouw vasthoudt is smaller, maar net genoeg om haar schaamstreek af te dekken.

Dat Vrouwe Fortuna in de zestiende en zeventiende eeuw door veel meer drukkers ten tonele is gevoerd in hun drukkersmerk, blijkt ook uit de verzameling drukkersmerken, bijeengebracht door R. van den Berghe onder de titel Marques typographiques des imprimeurs et libraires qui ont exercé dans les Pays-Bas, et marques typographiques des imprimeurs et libraires Belges établis à l’étranger, in 1894 in twee delen uitgegeven in Gent.

In al deze gevallen is Vrouwe Fortuna de enige figuur op de afbeelding. Toch zijn er ook drukkersmerken waarin zij figureert in gezelschap van andere deugden of personificaties. Een mooi voorbeeld daarvan vond ik in een zeventiende-eeuwse druk uit Lyon. Vrouwe Fortuna – zoals altijd met zeil en bol – is hierin te zien terwijl zij een akker zaait. Zij is in gezelschap van een oude heer met een zandloper in de hand, de Tijd symboliserend. Het randschrift luidt: Semina Fortunæ geminat cum tempore virtus (De zaden van fortuin zijn door deugd verbroederd met de tijd).

De Keulse drukker Antonius Hieratius laat Vrouwe Fortuna in een boek uit 1619 optreden in een nog groter gezelschap acteren. Boven haar symboliseren drie vrouwen Geloof, Hoop en Liefde. Onderaan vier vrouwen die klassieke (kardinale) deugden vertegenwoordigen (wijsheid, rechtvaardigheid, gematigdheid en moed). De vrouw aan de linkerzijde staat voor sterkte.

Een gekend bibliofiel en verzamelaar van met name fraaie boekbanden, Otto van Middendorp uit Ede, attendeerde mij op een blindgestempelde boekband van varkensleer uit de zestiende eeuw, waarop Vrouwe Fortuna te zien is. Zij staat niet op een bol, maar wel op het water, met een scheepje aan haar voeten. In haar hand houdt zij het bekende rad van fortuin. Onder de afbeelding is de volgende Latijnse tekst in het leer gestempeld: “Passibus amcicius fortuna volveilis errat”, wat zoiets betekend als “Het geluk van het wiel dwaalt steeds meer af”. Overigens is op het voorplat van het boek Vrouwe Justitia afgebeeld.

Bij dezelfde verzamelaar zag ik ook nog een Latijnse Bijbel uit 1522 met achterin een drukkersmerk met een vroege uitvoering van Vrouwe Fortuna. Het gaat om een andere uitvoering van het merkteken van de eerdergenoemde Bazelse boekdrukker Andreas Cratander. Hier staat het geluk wel op een gevleugelde occasio-bol en is het zeil gedrapeerd over haar schaamstreek, maar ook hier weer eens geen zee maar (Zwitserse?) bergen.

Dit bericht is geplaatst in Nieuws. Bookmark de permalink.

Reacties zijn gesloten.