Waar komen de katholieken in Gouda-Noord vandaan?

Dit jaar bestaat de H. Josephkerk in Gouda-Noord een halve eeuw. Hetzelfde geldt voor de naburige hervormde Pauluskerk. Beide gebouwen zijn fraaie voorbeelden van de na-oorlogse kerkenbouw in de nieuwbouwwijken van de jaren zestig. Beiden worden tot op de dag van vandaag gebruikt waarvoor ze oorspronkelijk bedoeld waren, namelijk als Godshuis. Ook dat mag bijzonder heten in deze tijd van snelle secularisering. Om dit te vieren hebben hervormde gemeente en katholieke parochie de handen ineengeslagen. Op 20 april 2013 zal in beide kerken een minisymposium gehouden worden onder het motto “Kom in de kerk”. Eerst zal Hans Hilders in de Pauluskerk een voordracht houden over de lotgevallen van de hervormde gemeente aldaar en haar onderkomen, waarna het gebouw bezichtigd kan worden. Vervolgens zal het gezelschap zich verplaatsen naar de St.-Josephkerk waar schrijver dezes een causerie zal verzorgen over de geschiedenis van de rooms-katholieken in Gouda.

Ook de Josephkerk kan na afloop van de lezing bezichtigd worden. Bijzonder daarbij is dat een tweetal zeventiende-eeuwse kunstwerken te zien zal zijn, dat nauw verbonden is DSC06028met de voorgeschiedenis van de parochie.  Allereerst is dat een portretje van de franciscaan (minderbroeder) Gregorius Simpernel, die in 1633 de basis heeft gelegd voor de Josephparochie. Daarop is hij niet in levende lijve te zien, maar gekleed in zijn bruine franciscaner pij liggend op zijn doodsbed. Onder zijn hoofd ligt een korenschoof en hij is omgeven door tal van symbolen die verwijzen naar de tijdelijkheid van het leven en de redding die nabij is door het offer van Jezus. Korenaren vormen doorgaans een verwijzing naar de ‘hemelse wedergeboorte’. Verder is een Mariabeeldje te zien in een stralenkrans, met onder haar voeten een tekstrol uit 1649, met als opschrift: Peter Gregorius Simpernellius XXVI Februarii in Deo obiit (Pater Gregorius Simpernel overleed in de Here op 27 februari).  Nadere beschouwing leert dat Maria een zwaard in haar borst heeft, als verwijzing naar de profetie van Simeon: “Ook door uw ziel zal een zwaard gaan”. Met witte schrijfletters wordt in dichtvorm  de lof gezongen op Simpernel, die in vijftien jaar tijd honderden zielen gewonnen had voor het geloof. Van dit doodsportretje hebben waarschijnlijk meerdere exemplaren bestaan, die bedoeld waren als devotionalia (ter stimulering van de vroomheid van de gelovigen).

Uit publicaties was het schilderijtje slechts bekend dankzij een zwartwit-foto. Op 20 april kunnen belangstellenden het kunstwerkje, dat is vervaardigd door Jan Adriaensz.Duyf, een getalenteerd bewoner van het Goudse Weeshuis en leerling van Wouter Pieterz Crabeth, voor het eerst in de originele kleuren bewonderen. Dat de bruintinten overheersen, mag gelet op de kleding van de minderbroeder, niet verwonderen. Opmerkelijk is verder dat het schilderijtje rond het midden van de vorige eeuw opnieuw is ingelijst, waarbij op de lijst in schoonschrift de belangrijkste data en gebeurtenissen uit de geschiedenis van de minderbroeders staan vermeld. Het is zeer aannemelijk dat deze rondschriften zijn aangebracht door of op aangeven van pater Dalmatius van Heel, de laatste bruingepijde pater die in de Goudse straten te zien was, die ook de geschiedenis van de minderbroeders in Gouda schreef.

Het andere bijzondere kunstwerk uit de zeventiende eeuw dat wordt bewaard in de H.-Anna van GeffeJosephparochie en tijdens het minisymposium eveneens tentoongesteld zal worden, betreft een pracht portret van een Goudse klop. Klopjes waren ongehuwde vrouwen die een geestelijk leven leidden in de wereld, een typisch Nederlands fenomeen dat ontstond in reactie op de sluiting van de kloosters. Elke priester werd in deze tijd omringd door tientallen klopjes – van Simpernel wordt vermeld dat er zeker veertig aan hem verbonden waren – die hem ondersteunden bij zijn parochiale taken en voor wie hij op zijn beurt optrad  als biechtvader. Marieke Abels, die in 2010 een studie schreef over deze vrouwen, stelde daarbij vast dat de vrouw op het portret zeer waarschijnlijk de zeer vermogende klop Anna van Geffe was, die de kerk van Simpernel ondersteunde met grote sommen geld. Haar kleding herinnert in niets aan haar rijkdom, maar zij voldeed met dit uiterlijk volledig aan de toen geldende norm dat kloppen zich sober moesten kleden.

Het minisymposium begin op 20 april 2013 om 13.00 uur in de Pauluskerk aan het Van Hogendorpplein, terwijl de bijeenkomst om 15.00 uur wordt voorgezet in de St.-Josephkerk aan het Aalberseplein.

Dit bericht is geplaatst in Nieuws. Bookmark de permalink.

Reacties zijn gesloten.