Blaartrekkend slechte aflevering over tolerantie in de Gouden Eeuw

Sinds enkele weken vertoont de Nederlandse televisie een met veel tamtam gepresenteerde serie over de Gouden Eeuw, gemaakt en gepresenteerd door Hans Hans Goedkoop Gouden EeuwGoekoop, bekend van ‘Andere Tijden’. Als verteller wandelt hij in deze serie persoonlijk door de geschiedenis, waarbij hij op historische locaties spreekt met een keur aan historici, archivarissen en andere deskundigen in oude meuk. Soms leidt dit tot degelijke afleveringen, die een fraaie inkijk geven in het leven in de zeventiende eeuw, zoals de recent uitgezonden aflevering over de armenzorg. Deze week stond de religieuze tolerantie centraal, die zo kenmerkend zou zijn geweest voor de Republiek. Zelden heb ik daarover in zo’n kort tijdsbestek zoveel onzin horen verkondigen.

Dat de makers de plank dit keer volledig missloegen was mede te danken aan de ‘deskundologen’. Je vraagt je daarbij af waarom een specialist over de achttiende eeuw, Mijnhardt, aan het woord wordt gelaten over de Bestandstwisten tussen arminianen en gomaristen. Zijn bewering dat godsdienstige tegenstellingen van ondergeschikt belang zouden zijn geweest in deze strijd, omdat het in de kern over een politiek conflict ging, toont dat de goede man volstrekt geen benul heeft van de betekenis van religie in de Gouden Eeuw. De felheid waarmee zelfs de meest eenvoudige burgers op trekschuiten, in kroegen en op markten twistten over  een kernvraag in hun bestaan – kan ik wel of niet iets doen om een plek in de hemel te krijgen – laat zien waarom de emoties zo hoog opliepen.

Even ondeskundig was de herhaalde bewering dat de Nederlanden een staatskerk hadden. Judith Pollmann, wel een erkend expert op dit terrein, liet zich blijkbaar verleiden om deze simplistische en onjuiste term te gebruiken in een streven het verhaal te versimpelen voor de leek. De gereformeerde Kerk is nooit een staatskerk geweest, maar de enige officieel door de overheid toegelaten en bevoorrechte kerk. Dat kerkgebouwen in de zeventiende eeuw publiek bezit bleven en alleen ad pios usus (voor vroom gebruik) beschikbaar werden gesteld aan de gereformeerden, ontging de makers van het programma eveneens. Zonder deze kennis is ook moeilijk te begrijpen dat doopsgezinden en rooms-katholieken in deze kerken begraven werden, en dat dit geen gereformeerde begrafenissen waren.

Dat Dirck Volckertz Coornhert niet genoemd werd in deze aflevering is ook onbegrijpelijk. In plaats daarvan werd de dichter Joost vanden Vondel ten tonele gevoerd als personificatie van religieuze tolerantie. Diens hagiograaf Piet Calis kreeg ruim de kans om zijn ‘held’ als zodanig te projecteren, niet gehinderd door  kennis over de religieuze verhoudingen in die dagen. Zijn bewering dat Vondel uitgerekend terugkeerde naar de kerk die pretendeerde de absolute waarheid in pacht te hebben gaat voorbij aan het gegeven dat natuurlijk elke kerk zich de ware kerk noemde; dat begrepen zelfs de gereformeerden. De gereformeerde synode van Zuid-Holland keerde zich in 1596 tegen een voorstel van een van de leden om andere kerken te verbieden zich nog langer te afficheren als de ware kerk, met als argument dat kerken moeilijk gedwongen konden worden zichzelf als ‘valsche kerck’  te betitelen. Jammer dat de makers van de Gouden Eeuw veel minder realiteitszin aan de dag leggen dan deze zestiende-eeuwers.

Dit bericht is geplaatst in Nieuws. Bookmark de permalink.

8 Reacties op Blaartrekkend slechte aflevering over tolerantie in de Gouden Eeuw

  1. Gerrit Gerritszoon schreef:

    Waerde hr. Abels,

    In de eerste plaats wil ik ook u feliciteren, hoewel nog nergens genoemd in de media, met uw derde plaats bij de Jan Kompagnieprijs…naast de eerste prijs voor de Oude Begraafplaats hier in Gouda.

    Verder heb ik uiteraard Dirck Volkertszoon Coornhert niet persoonlijk gekend, hij was immers van na mijn tijd, maar ook ik heb hem gemist bij de “Gouden eeuw” en onderschrijf uw stelling in het bovengeschrevene. En mocht u meer “hedendaagse commentaren van mijn hand willen lezen: op Twitter onder de naam @ErasmusDesideri

    Hoogachtend,

  2. ignaz matthey schreef:

    Raar hoor, al dat gesteiger wanneer de gereformeerde religie als ‘staatskerk’ wordt aangeduid. Alsof er een patent op de definitie van dat begrip zou bestaan! Niet-gereformeerden waren van alle overheidsfuncties uitgesloten, tot suffe baantjes als stadsturfdrager toe. Is het dan zo gek om van een ‘staatskerk’ te spreken? Ik vond het verfrissend dat een autoriteit als prof. Judith Pollman niet de verhullende, om niet te zeggen bescheten term ‘bevoorrechte kerk’ gebruikte maar gewoon het beestje bij de naam noemde.

  3. Paul Abels schreef:

    Een staatskerk impliceert dat de staat voor de burgers de religie bepaalt, zoals dat gebeurde in Scandinavië en sommige Duitse deelstaten. Het bijzondere van de Nederlandse kerkgeschiedenis is nu juist dat dat hier niet gebeurde.

  4. ignaz matthey schreef:

    Hoezo impliceert, wie maakt dat uit? Het cuius regio, eius religio is de staatskerk in zijn meest extreme vorm. De Republiek kende een lichtere variant.

  5. ignaz matthey schreef:

    Waarom is er trouwens zo lang op gehamerd dat er in de Republiek geen sprake was van een staatskerk? Omdat een op religie discriminerende overheid niet past in het gekoesterde zelfbeeld van een tolerante natie?

  6. ignaz matthey schreef:

    Waarom is er trouwens zo lang op gehamerd dat er in de Republiek geen sprake was van een staatskerk? Omdat een op religie discriminerende overheid niet past in het gekoesterde zelfbeeld van een tolerante natie?

  7. Paul Abels schreef:

    Ik ben het met u eens dat de geschiedschrijving met terugwerkende kracht graag het verleden kneedt naar eigen believen, zoals in de gewraakte aflevering over de tolerantie. De mythe dat Amsterdam de bakermat van tolerantie zou zijn is onuitroeibaar, terwijl Gouda daadwerkelijk de kraamkamer van de vrijzinnigheid was. Wat u overigens een milde vorm van staatskerk noemt, noem ik de enige officieel toegelaten en door de overheid bevoorrechte kerk. Dat doet meer recht aan wat deze minderheidskerk in de kern altijd is geweest.

  8. ignaz matthey schreef:

    Die veel geprezen tolerantie kwam voornamelijk voort uit pragmatisme en welbegrepen eigenbelang. Principiële verdedigers van de verdraagzaamheid, zoals Coornhert, hadden betrekkelijk weinig invloed. Ik vraag me overigens af hoe het er feitelijk aan toeging in de Duitse staten waar de religie van overheidswege dwingend werd voorgeschreven. De soep zal daar niet zo heet zijn gegeten als ze werd opgediend. Sterker: ik zou me kunnen voorstellen dat dissenters daar wél tot overheidsambten zijn toegelaten (bijvoorbeeld omdat de landsheer tegen beter weten in vasthield aan de fictie dat alle onderdanen dezelfde religie beleden). Hoe dan ook, op de uitzonderlijkheid van de tolerantie in de Republiek valt wel het een en ander af te dingen.